ECLI:NL:RBZWB:2024:6086
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot strafrechtelijke onderzoeken
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 30 augustus 2024, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De zaak betreft aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2013 tot en met 2017, evenals aanslagen premie zorgverzekeringswet (ZVW) voor de jaren 2013 en 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur de bezwaren van belanghebbende gegrond heeft verklaard, maar dat belanghebbende in beroep is gegaan tegen deze uitspraken.
De rechtbank heeft op 9 juli 2024 de zaak behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig kon zijn vanwege detentie in het buitenland. De rechtbank heeft geoordeeld dat de opgelegde boeten moeten vervallen. De rechtbank heeft de aanslagen IB/PVV over de jaren 2013 tot en met 2017 te hoog bevonden, terwijl de aanslagen premie ZVW voor de jaren 2013 en 2014 juist zijn vastgesteld. De rechtbank heeft de inspecteur opgedragen om de aanslagen IB/PVV te verminderen en de boetebeschikkingen te vernietigen.
De rechtbank heeft ook de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 4.248 en het griffierecht aan belanghebbende vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.