ECLI:NL:RBZWB:2024:6085
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten aangetroffen in gehuurde loods
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 1 mei 2023 een naheffingsaanslag accijns heeft opgelegd van € 780.832. De inspecteur heeft ook belastingrente van € 24.379 in rekening gebracht. Belanghebbende, die als directeur/grootaandeelhouder van een BV de loods huurde, had de sigaretten voorhanden, die niet voorzien waren van accijnszegels. De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2024 behandeld, waarbij belanghebbende en twee inspecteurs aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat belanghebbende de accijnsgoederen voorhanden had. De rechtbank stelt vast dat de sigaretten zijn aangetroffen in de loods die door de BV werd gehuurd en dat belanghebbende toegang had tot de loods. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht heeft geoordeeld dat belanghebbende als belastingplichtige kan worden aangemerkt, ongeacht of hij wist dat de sigaretten onveraccijnsde waren.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. dr. C. Hofman en openbaar gemaakt op 30 augustus 2024. Belanghebbende kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.