ECLI:NL:RBZWB:2024:6073

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 augustus 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
02-062927-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bewerken en verwerken van MDMA met een gevangenisstraf van 36 maanden

Op 29 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bewerken en verwerken van 161,90 kilogram MDMA. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 15 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. E.H. Smale, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging, die was gewijzigd, geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het bewerken en/of verwerken van MDMA in de periode van 3 februari 2024 tot en met 22 februari 2024.

De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, ondanks de verdediging die stelde dat de pleegperiode korter was en de hoeveelheid MDMA minder was dan ten laste gelegd. De rechtbank vond de verklaringen van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat hij beter bekend was met het productieproces dan hij deed voorkomen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarbij de tijd in voorarrest in mindering werd gebracht. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.

Daarnaast werden er verschillende in beslag genomen voorwerpen, waaronder verdovende middelen en telefoons, onttrokken aan het verkeer en verbeurd verklaard. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar legde toch een aanzienlijke straf op, gezien de grote hoeveelheid MDMA die was aangetroffen en de ernst van de feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-062927-24
vonnis van de meervoudige kamer van 29 augustus 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ( [land] )
thans gedetineerd te PI Middelburg , Torentijdweg 1, 4337 PE Middelburg
raadsman mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 15 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. E.H. Smale, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering.
De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte al dan niet samen met anderen 161,90 kilo MDMA heeft bewerkt of verwerkt of aanwezig heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat verdachte aangemerkt kan worden als een bekennende verdachte, met dien verstande dat de pleegperiode korter is geweest dan ten laste is gelegd en dat de hoeveelheid MDMA minder is aangezien er geen sprake is van pure MDMA.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Op basis van de bewijsmiddelen in het procesdossier en de bekennende verklaring van verdachte ter zitting acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het bewerken en/of verwerken van 161,90 kilogram van een materiaal bevattende MDMA.
De rechtbank acht deze handelingen bewezen in de periode van 3 februari 2024 – de dag dat verdachte terugkwam vanuit China – tot en met 22 februari 2023 – de dag waarop de politie de productielocatie aantrof. Zij gaat daarmee voorbij aan de lezing van verdachte dat hij slechts gedurende twee dagen heeft geholpen. Uit de camerabeelden volgt namelijk dat verdachte al eerder handelingen heeft verricht en goederen in en uit zijn woning heeft gesjouwd. Daarbij komt dat verdachte in de berichten op een telefoon spreekt in crimineel jargon dat gebruikelijk is bij de productie van MDMA. Uit de aard en de inhoud van de berichten in onderlinge samenhang bekeken, blijkt dat verdachte beter bekend was met het productieproces dan hij ter zitting wilde doen voorkomen. Het is de rechtbank bovendien ambtshalve bekend dat het maken van xtc-pillen (het bewerken van MDMA tot een xtc-pil) een lastig proces is. Het is geen kwestie van het eenvoudigweg volgen van een simpel recept. Het maken van xtc-pillen vereist de nodige oefening en gaat ook bij personen met ervaring nog regelmatig mis. De rechtbank acht het ongeloofwaardig dat de grote hoeveelheid pillen in twee dagen door een leek zou zijn gemaakt. Gelet op de hoge straatwaarde van de pillen, het doel om pillen te verkopen en de pakkans van de productielocatie, acht de rechtbank het ook onaannemelijk dat de mededaders van verdachte eerder geproduceerde pillen meer dan een maand in de woning van verdachte zouden hebben laten liggen. Bovendien duiden de berichten van de buren over de geluidsoverlast erop dat verdachte en zijn mededaders al langer dan twee dagen bezig waren. Dat deze geluidsoverlast werd veroorzaakt door een centrifugerende wasmachine acht de rechtbank gelet op de inhoud van de berichten eveneens ongeloofwaardig. Anderzijds ziet de rechtbank onvoldoende aanwijzingen voor een fysieke productie vóór 3 februari 2024. Hoewel er al in het najaar van 2023 bedenkelijke berichten en notities op de telefoon van verdachte staan, is hieruit niet af te leiden dat er zich vanaf dat moment al een productielocatie in de woning van verdachte bevond of dat verdachte op eenzelfde wijze bij (een) productie(locatie) was betrokken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 3 februari 2024 tot en met 22 februari 2024 te Tilburg tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bewerkt en/of verwerkt 161,90 kilogram van een materiaal bevattende MDMA, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden en een geldboete ter hoogte van € 5.408,02. Zij vordert de onttrekking aan het verkeer van de verdovende middelen, de Samsung S9 en de Samsung S22 en de verbeurdverklaring van de in beslag genomen geldbedragen van in totaal € 5.408,02. De overige telefoons en de woning van verdachte kunnen worden teruggegeven.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een lagere straf op te leggen dan gevorderd, omdat verdachte onder druk is gezet.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte wordt veroordeeld voor het samen met anderen produceren van xtc-pillen. Hij had in zijn woning een productielocatie en heeft zelf ook meegewerkt aan het maken van de xtc-pillen. De rechtbank neemt hierbij aan dat verdachte zelf niet de initiator voor het opzetten van de productielocatie was. Het lijkt erop dat anderen gebruik hebben gemaakt van zijn benarde financiële situatie om zodoende verdachte te overtuigen om mee te werken. Anderzijds is uit het dossier niet gebleken dat verdachte in de bewezen periode onder druk werd gezet door anderen, zoals verdachte heeft aangegeven. Uit de berichten op de telefoon van verdachte volgt juist dat hij zich vrij voelde om een weerwoord te geven en te zeggen dat hij wilde dat het stopte.
Doorgaans staan op soortgelijke feiten hoge straffen. In de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht wordt bij een soortgelijk feit met een hoeveelheid van meer dan 20.000 gram en een organisatie een gevangenisstraf van 72 maanden of meer genoemd. De rechtbank stelt vast dat in deze zaak er vele malen meer dan 20.000 gram van een materiaal bevattende MDMA is aangetroffen.
De verdediging heeft om een lagere straf verzocht vanwege de persoonlijke omstandigheden van verdachte en heeft hierbij verwezen naar meerdere uitspraken van andere rechtbanken. De rechtbank stelt vast dat de aangehaalde uitspraken niet vergelijkbaar zijn met de zaak tegen verdachte. Zij zal echter wel rekening houden met het feit dat zij een kortere pleegperiode bewezen acht dan de officier van justitie en met de rol van verdachte ten opzichte van zijn mededaders.
De officier van justitie heeft onder meer verzocht een geldboete op te leggen. De rechtbank ziet daar geen aanleiding voor, omdat uit het dossier niet blijkt dat verdachte enige winst uit het strafbare feit heeft behaald.
Alles overwegende legt de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden op. De rechtbank ziet geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie. Wel bepaalt zij dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

7.1
De onttrekking aan het verkeer
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Kort samengevat gaat het hierbij om alle in beslag genomen verdovende middelen. Gebleken is dat de verdovende middelen geheel of grotendeels door middel van het bewezen verklaarde feit zijn verkregen en waarmee het bewezen verklaarde feit is begaan. Verder zijn de verdovende middelen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.
7.2
De verbeurdverklaring
Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp is vatbaar voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat de telefoon van het merk Samsung type S9 aan verdachte toebehoort en dat de telefoon is gebruikt voor de communicatie over de productie van de xtc-pillen. Daarmee is de telefoon gebruikt bij het bewezen strafbare feit en vatbaar voor verbeurdverklaring.
7.3
De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.
De rechtbank stelt daarnaast vast dat er volgens de beslaglijst ook beslag zou liggen op de woning van verdachte gelegen aan [adres] . Aan het vermeende beslag op dit registergoed is geen beslagnummer gekoppeld. De verdediging is niet op de hoogte gebracht van dit beslag en de officier van justitie heeft geen deurwaardersexploot over het beslag kunnen overleggen. Om deze redenen is de rechtbank van oordeel dat niet vaststaat dat er daadwerkelijk beslag is gelegd op de woning van verdachte. Voor het geval er wel beslag is gelegd op de woning en er slechts verzuimd is de beslagstukken toe te voegen aan het dossier, stelt de rechtbank vast dat een verbeurdverklaring van de woning niet gevorderd is en ook disproportioneel zou zijn. Zij zal daarom de teruggave van de woning aan verdachte gelasten.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c en 47 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
medeplegen van, opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 36 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* 3,1 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695271;
* 2,99 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695215;
* 3,03 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695217;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695220;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695225;
* 3,1 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695228;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695229;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695233;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695234;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695237;
* 3,1 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695242;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695247;
* 3,01 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695249;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695250;
* 3,01 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695251;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695253;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695263;
* 3,1 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695264;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695266;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695268;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695269;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695272;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695273;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695275
* 3,01 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695279;
* 3,49 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695280;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695281;
* 3,1 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695284;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695290;
* 3,01 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695292;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695299;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695301;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695370;
* 3,12 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695394;
* 3,1 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695395;
* 3,01 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695398;
* 3,23 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695400;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695403;
* 3 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695404;
* 2,51 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695405;
* 3,11 kg xtc met goednummer PL2000-2024046258-G2695406;
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
* Samsung Galaxy S9 met goednummer PL2000-2024046258-2695125;
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* € 510,00 met goednummer PL2000-2024046258-G2694929;
* € 2.665,00 met goednummer PL2000-2024046258-G2694926;
* € 1.965,00 met goednummer PL2000-2024046258-G2694952;
* € 268,02 met goednummer PL2000-2024046258-G2694930;
* 1 computer recorder met goednummer PL2000-2024046258-G2694923;
* 1 GSM Blackberry met goednummer PL2000-2024046258-G2694932;
* 1 USB-stick met goednummer PL2000-2024046258-G2694938;
* 1 computer tablet/laptop met goednummer PL2000-2024046258-G2694939;
* 1 GSM Samsung met goednummer PL2000-2024046258-G2694944;
* 1 GSM Samsung met goednummer PL2000-2024046258-G2694949;
* 1 GSM Samsung met goednummer PL2000-2024046258-G2695139;
* 1 GSM Oppo met goednummer PL2000-2024046258-G2695152;
* 1 onroerend register goed gelegen aan [adres] goednummer onbekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.G.F. Vliegenberg, voorzitter, mr. R.J.H. Goossens en
mr. M.A.E. Dekker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Eekelen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 augustus 2024.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 10 november 2023 tot en met 22 februari 2024 te Tilburg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd en/of bewerkt en/of verwerkt in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad 161,90 kilogram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDMA, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(Artikel art 2 ahf/ond D Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)