ECLI:NL:RBZWB:2024:6062

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
10931647 CV EXPL 24-581
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
  • mr. Van ’t Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop van een tweedehands auto met non-conformiteit en deskundigenonderzoek

In deze zaak heeft eiser een tweedehands Audi A6 Avant 2.0 TFSI gekocht van gedaagde B.V. voor € 18.300,-, inclusief BOVAG garantie van zes maanden. Enkele maanden na de aankoop heeft eiser klachten gemeld over de auto, waaronder een uitgerekte distributieketting, wat leidde tot het volledig uitvallen van de auto. Eiser stelt dat het gebrek al latent aanwezig was tijdens de koop, waardoor de auto non-conform is. Hij vordert terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding. Gedaagde B.V. betwist de claims en stelt dat het gebrek pas na de garantietermijn is ontstaan. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis beslist dat er een deskundigenonderzoek nodig is om te bepalen of de auto daadwerkelijk non-conform is. Tevens is er een mogelijkheid voor partijen om zich uit te laten over het deskundigenonderzoek. De kantonrechter heeft ook al enkele overwegingen gegeven over de vorderingen van eiser tot vergoeding van zijn tijd en proceskosten, die niet toewijsbaar zijn. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10931647 \ CV EXPL 24-581
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M. Goedhart,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] B.V.,
gemachtigde: SRM Rechtsbijstand.

1.De processtukken

1.1.
Deze procedure bevat de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 24 april 2024;
- de akte namens [eiser] van 29 maart 2024, waarin de eis van [eiser] wordt gewijzigd en aanvullende producties 35-38 worden overgelegd;
- de akte namens [eiser] van 20 juni 2024, waarin de eis van [eiser] wordt gewijzigd en aanvullende producties 39-45 worden overgelegd;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 3 juli 2024.
1.2.
Hierna is bepaald dat er een uitspraak komt.

2.Samenvatting

2.1.
[eiser] heeft een tweedehands auto gekocht van [gedaagde] B.V. [eiser] heeft een paar maanden na de koop een aantal klachten aan de auto gemeld bij [gedaagde] B.V. Uiteindelijk is de auto op een later moment volledig uitgevallen. Er is op dat moment komen vast te staan dat de auto een uitgerekte distributieketting heeft. [eiser] zegt in deze zaak dat dit gebrek “latent” [1] aanwezig was tijdens de koop en dat de auto hierdoor “non-conform” is. [eiser] wil dan ook kort gezegd zijn geld terug en een aantal schadevergoedingen. [gedaagde] B.V. is het hier niet mee eens. De kantonrechter beslist in deze zaak kort gezegd dat er een deskundigenonderzoek nodig is om daarna te kunnen bepalen of er sprake is van een non-conforme auto. Deze uitspraak is een tussenvonnis waarin aan partijen de gelegenheid wordt gegeven om zich in een akte uit te laten over het aangekondigde deskundigenonderzoek. Ook worden in dit vonnis alvast wat overwegingen meegegeven over de vorderingen van [eiser] tot vergoeding van zijn bestede tijd aan deze zaak en de werkelijke proceskosten. Deze zijn naar het oordeel van de kantonrechter in ieder geval niet toewijsbaar.
2.2.
De kantonrechter zal hieronder een toelichting geven op deze beslissing. De kantonrechter zal hierbij bespreken: De feiten, wat partijen willen, de beoordeling en de beslissing in deze zaak.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft op 13 juni 2022 een tweedehands auto gekocht van [gedaagde] B.V. Het gaat om een Audi met type A6 Avant 2.0 TFSI, met [kenteken] [2] . [eiser] heeft (inclusief meerwaarde voor het monteren van een trekhaak) een bedrag van € 18.300,- voor de auto betaald. De auto heeft als bouwjaar 7 juni 2013 en er was op het moment van de koop 154.435 km mee gereden. De auto is door [gedaagde] B.V. geleverd met een 6 maanden BOVAG garantie.
3.2.
[eiser] heeft op 11 juli 2022 een mail gestuurd naar [gedaagde] B.V [3] . In deze mail staat onder andere:
“Verder ben ik even naar de garage geweest omdat de auto veel toeren maakt (met name als ik vanuit stilstand achteruit rijd). Het is dan alsof de versnelling niet aangrijpt.(…)”.
3.3.
[eiser] heeft op 12 september 2022 een mail gestuurd naar [gedaagde] B.V [4] . In deze mail staat onder andere:
“1. Helaas hebben we op vakantie pech gehad met de auto en moest in Zwitserland de ANWB eraan te pas komen. De auto stotterde en liep stationair ook niet meer goed (…) Het probleem is echter niet permanent verholpen omdat de auto af en toe op de snelweg nog begint te schokken. (…)
7. De auto maakt stationair veel lawaai en trilt in mijn ogen veel (ook als de motor warm is).(…) Ik heb in het verleden ook een Passat CC 2.0 gehad en die hoorde je stationair niet. (…)
9. Auto maakt veel toeren bij achteruit tijden. De buurman vroeg zich af of het een diesel is (reeds besproken en zou dus mogelijk gespoeld moeten worden).(…).”.
3.4.
De auto is op 3 oktober 2022 naar [gedaagde] B.V. gebracht. [gedaagde] B.V. heeft toen (in ieder geval) de versnellingsbak gespoeld en van nieuwe olie voorzien. [eiser] heeft de auto op 10 oktober 2022 bij [gedaagde] B.V. opgehaald.
3.5.
[eiser] heeft op 10 oktober 2022 een mail gestuurd naar [gedaagde] B.V [5] . In deze mail staat onder andere:
“Ik merk dat de auto nog steeds met naar achter rijden erg veel toeren maakt (zeker als er een klein heb eitje in de weg zit). Blijkbaar heeft de spoeling dus niet uitgemaakt. (…).
3.6.
[eiser] heeft op 18 oktober 2022 nogmaals een mail gestuurd naar [gedaagde] B.V. [6] . In deze mail staat onder andere:
“Het achteruit rijden levert nog steeds een loeiende motor op en waarbij het lijkt alsof de auto geen kracht heeft. Het valt met name op als er een (kleine) verhoging in het wegdek zit (we hebben thuis een oprit die wat oploopt en waarbij het voor de buren wel heel duidelijk is dat de buurman weer thuiskomt). Op de camping was dit bij het achteruit rijden met de caravan helemaal extreem. (…).”
3.7.
[gedaagde] B.V. heeft op 25 oktober 2022 een mail gestuurd naar [eiser] [7] . In deze mail staat onder andere:
“Vervelend om te horen dat je nog zorgen hebt, we hebben er veel tijd in gestoken om de opmerkingen die je had na te gaan/ op te lossen, dus het is vervelend dat het nog niet naar je zin is.
(…) Wat betreft de automaat, ook daar hebben we geen problemen mee geconstateerd. Het is een CVT automaat en die hebben een ander werking als een automaat met een dubbele koppeling zoals je tegenwoordig veel ziet. De CVT is bij het wegrijden niet zo soepel als een automaat met dubbele koppeling. Zoals wij die in de A6 beoordelen vinden we die zoals elke multitronic van Audi en ook hier zijn geen storingen aanwezig die duiden op een fout. En ook hier hebben we geen klachten over gekregen van de vorige bestuurder. (…) Kortom, zorgen hoef je je zeker niet te maken, maar als je twijfelt (…) kun je daar altijd een onafhankelijk bureau voor inschakelen en heeft het inderdaad weinig zin om hem weer een week neer te zetten en dat we wellicht weer tot dezelfde conclusie te komen.”.
3.8.
[eiser] heeft op 3 september 2023 [naam] [8] gebeld die ter plaatse is gekomen om de auto te onderzoeken. De auto had toen 176.148 op de kilometerstand staan. De auto is vervolgens met een autoambulance naar de garage van [naam] vervoerd. Daar is vastgesteld dat de distributieketting is uitgerekt.
3.9.
[eiser] heeft op 19 september 2023 een mail gestuurd naar [gedaagde] B.V. [9] . In deze mail staat onder andere:
“Het probleem van de distributieketting is van een hele andere orde in die zin dat het een groot/kostbaar probleem is waar ik toch wat minder makkelijk overheen stap. Juridisch gezien heb ik recht op een kosteloze reparatie. Audi hebben altijd beweerd dat een distributieketting een autoleven meegaat. Dat blijkt nu niet het geval te zijn. (…) Kortom, als consument mocht ik verwachten dat de ketting niet vervangen hoefde te worden en is dus sprake van non-conformiteit. (…)
3.10.
[bedrijf] heeft op 16 november 2023 een factuur gestuurd naar [eiser] [10] . In deze factuur staat onder andere:
“Dit duidt erop dat de motor van tijd is door een uitgerekte en/of slappe ketting. (…) In overleg is de ketting vernieuwd. Oude ketting was idd van tijd. Hieruit bleek dat div. delen van de motor elkaar hadden geraakt. Advies: demontage cilinderkop en kijken wat de schade is.”.
3.11.
[eiser] heeft op 7 oktober 2023 bij [gedaagde] B.V. gemeld dat inmiddels bekend is dat de uitgerekte distributieketting ook schade aan de motor heeft veroorzaakt en dat een nieuwe of gereviseerde motor zal moeten worden geplaatst volgens [naam] [11] .
3.12.
[gedaagde] B.V. heeft op 13 oktober 2023 een mail gestuurd naar [eiser] [12] . In deze mail staat onder andere:
“Aangezien ik van mening ben dat er een probleem gemeld wordt dat er niet was en na 15 maanden optreedt terwijl er 6 maanden bovag garantie op de auto zat en wij dit probleem ook niet hadden kunnen weten wij dit niet hoeven op te lossen. (…). Ik vind het ook echt vervelend dat dit gebeurd met uw auto en zoals U al aangaf heeft U er met levering + onderbouw trekhaak ruim € 18.000,- voor betaald dus dan verwacht je dit niet. (…).”.
3.13.
[eiser] heeft op 11 november 2023 een mail gestuurd naar (de gemachtigde van) [gedaagde] B.V. [13] In deze mail staat onder andere dat hij de overeenkomst tussen partijen wil ontbinden en dat hij betaling wil van de koopsom en de kosten van de wegenbelasting.
3.14.
De gemachtigde van [eiser] heeft op 14 november 2023 een mail gestuurd naar de gemachtigde van [gedaagde] B.V. [14] In deze mail staat onder andere dat hij uiterlijk 17 november 2023 een bevestiging wil dat de overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden en zij al haar verplichtingen tot ongedaan making zal nakomen, waaronder het terugbetalen van de koopsom en het overschrijven van de auto.
3.15. (
De gemachtigde van) [gedaagde] B.V. heeft op 17 november 2023 in een mail naar [eiser] geschreven dat zij bij het standpunt blijft dat er geen sprake is van non-conformiteit op basis waarvan [eiser] de overeenkomst heeft ontbonden [15] . Zij geeft daarbij aan dat er dan ook niet zal worden meegewerkt aan een ontbinding van de koopovereenkomst.

4.Wat partijen willen

4.1.
[eiser] vordert na wijziging van eis:
Primair:
1. voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] B.V. aangaande de auto per 17 november 2023 buitengerechtelijk is ontbonden, dan wel bij vonnis te ontbinden;
Subsidiair:
2. voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] B.V. aangaande de auto rechtsgeldig is vernietigd op 17 november 2023, dan wel deze bij vonnis te vernietigen;
Primair en subsidiair:
3. [gedaagde] B.V. te veroordelen om € 18.300,- zijnde de koopsom van de auto, binnen vijf werkdagen na betekening van het vonnis aan [eiser] terug te betalen, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van ontbinding dan wel
vernietiging van de koopovereenkomst tot aan de dag van volledige betaling;
4. [gedaagde] B.V. te veroordelen om binnen vijf werkdagen na betekening van het vonnis de auto terug te nemen en [eiser] te voorzien van het vrijwaringsbewijs, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag, een dagdeel
daaronder begrepen, dat [gedaagde] B.V. niet aan deze veroordeling voldoet met een maximum van € 10.000,-;
5. [gedaagde] B.V. te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 7.458,07 aan
schadevergoeding zoals omschreven in randnummer 47 t/m 61 van de dagvaarding, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van ontbinding dan wel vernietiging van de koopovereenkomst tot aan de dag van volledige betaling;
6. [gedaagde] B.V. te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de door [eiser] betaalde wegenbelasting van € 228,33 over de periode 3 februari 2024 t/m 26 april 2024 en
de schorsingskosten van de auto van € 88,05, tezamen een bedrag van € 316,38;
7. [gedaagde] B.V. te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de gemaakte autohuurkosten van € 690,63 over de periode 16 t/m 26 februari 2024 in verband met de
wintersportvakantie in Oostenrijk;
8. [gedaagde] B.V. te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de buitengerechtelijke kosten van € 1.032,58;
9. [gedaagde] B.V. te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de daadwerkelijke proceskosten tot op heden begroot op € 7.700,- en forfaitaire proceskosten, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en voor het geval de voldoening van de proceskosten niet binnen die gestelde termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf voornoemde termijn;
10. [gedaagde] B.V. te veroordelen tot betaling van de nakosten `a € 132,- aan [eiser] .
4.2.
[gedaagde] B.V. concludeert [eiser] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vorderingen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] .
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Er is in deze zaak sprake van een consumentenkoop. De wet bepaalt daarbij dat een zaak (in dit geval de auto) aan de koopovereenkomst moet beantwoorden [16] . Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien deze, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Als de zaak niet die eigenschappen bezit, is er kort gezegd sprake van non-conformiteit. Bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de afwijking zich daartegen verzet [17] .
5.2.
Partijen verschillen van mening over de vraag of de auto kort gezegd non-conform is. Hieronder volgen de standpunten van partijen hierover, gevolgd door het oordeel van de kantonrechter.
Standpunt van [eiser]
5.3.
De auto bezit niet de eigenschappen die [eiser] als consument mocht verwachten. Er is namelijk sprake van een (latent aanwezige) opgerekte distributieketting op het moment van aflevering van de auto. [eiser] heeft in september en oktober 2022 bij [gedaagde] B.V. (onder andere) gemeld dat de motor stationair veel lawaai maakt, trilt, een ratelend geluid maakt, dat de auto veel toeren maakt bij achteruit rijden en dat het lijkt alsof er sprake is van krachtverlies. Deze klachten zijn allemaal kenmerkend voor een uitgerekte distributieketting. Het heeft uiteindelijk geleid tot het stilvallen van de auto in oktober 2023. Gelet op de meldingen van [eiser] in september en oktober 2022 is het hiervoor genoemde bewijsvermoeden [18] van toepassing. Daarbij hoort de distributieketting van de auto een autoleven lang mee te gaan. [eiser] verwijst hierbij naar een uitspraak van de Geschillencommissie Voertuigen uit 2014 [19] .
Standpunt van [gedaagde] B.V.
5.4.
De distributieketting bleek 15 maanden na aflevering te zijn opgerekt. Dit is buiten enige garantietermijn en het hiervoor genoemde bewijsvermoeden [20] gaat hierdoor niet op. Er wordt met klem betwist dat het gebrek ten tijde van aflevering aanwezig was. Er wordt dan ook betwist dat de auto trilde en stationair veel lawaai maakte door een uitgerekte distributieketting. [gedaagde] B.V. heeft in oktober 2022 de auto uitvoerig getest en onder andere ook de koude en warme start, de deellast en vollast bekeken. Ook zijn alle waardes uitgelezen met een Bosch kts Computer. [gedaagde] B.V. heeft geen afwijking ten aanzien van de verbranding en/of timing geconstateerd. Ook voor wat betreft de klacht over een loeiende motor en het gebrek aan vermogen, zijn geen afwijkingen geconstateerd die verband houden met een uitgerekte distributieketting. Daarbij is het een achterhaald standpunt dat een distributieketting een autoleven lang meegaat. [gedaagde] B.V. verwijst hierbij naar een uitspraak van de Geschillencommissie Voertuigen uit 2017 [21] .
Oordeel kantonrechter
5.5.
Tussen partijen staat vast dat, zoals bij de garage van [naam] op of omstreeks 3 september 2023 is vastgesteld, de distributieketting is opgerekt. De vervolgvraag die moet worden beantwoord is of de gebreken aan de distributieketting al aanwezig waren op het moment van aflevering van de auto. [gedaagde] B.V. betwist de klachten die [eiser] heeft gemeld in september en oktober 2022 op zichzelf niet, maar zij betwist wel dat die klachten duiden op een gebrek aan de distributieketting ten tijde van de aflevering van de auto. Als deze gemelde klachten onvermijdelijk leiden tot de conclusie van een (latent aanwezige) uitgerekte distributieketting, dan is het gebrek aan de distributieketting aanwezig en gemeld binnen 12 maanden na aflevering. In dat geval geldt dus het hiervoor genoemde bewijsvermoeden [22] en gaan we dus ervan uit dat het gebrek aan de distributieketting wordt vermoed aanwezig te zijn geweest ten tijde van de aflevering van de auto. Als dit niet zo is, dan zal [eiser] de aanwezigheid van het gebrek aan de distributieketting ten tijde van de aflevering van de auto moeten bewijzen. Daarbij kan de vraag of een distributieketting, van een Audi zoals deze auto, periodiek vervangen moet worden of niet, een (belangrijke) rol spelen in deze zaak.
5.6.
De kantonrechter overweegt hiervoor een onderzoek door een deskundige in te laten stellen. Voordat daartoe wordt overgegaan, zal de kantonrechter partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over:
- de wenselijkheid van een deskundigenbericht;
- het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n);
- de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
5.7.
De kantonrechter is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige en dat de volgende vragen moeten worden gesteld:
Is periodieke vervanging van een distributieketting bij een Audi, zoals de auto in deze zaak, noodzakelijk en zo ja, met welke onderhoudsintervallen (in km’s of aantal maanden)?
[eiser] heeft in september en oktober 2022 bij [gedaagde] B.V. de volgende klachten gemeld:
De motor maakt stationair veel lawaai, trilt en maakt een ratelend geluid. Daarbij maakt de auto veel toeren bij achteruit rijden en lijkt het alsof er sprake is van krachtverlies. In welke mate duiden deze klachten (duidelijk) op een ten tijde van de aflevering van de auto (latent aanwezige) uitgerekte distributieketting? In welke mate is ook te verwachten dat deze klachten leiden tot een uitgerekte distributieketting?
In hoeverre moet je er bij een Audi A6 Avant, bouwjaar 2013, met kilometerstand 154.435, rekening mee houden dat de distributieketting binnen één jaar en drie maanden uitgerekt is?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de kantonrechter in deze zaak volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
5.8.
Nu de bewijslast dat het gebrek aan de distributieketting al latent aanwezig was ten tijde van de aflevering van de auto op [eiser] rust, zal het voorschot op de kosten van de deskundige(n) door hem moeten worden betaald.
5.9.
In het eindvonnis zal de kantonrechter beslissen wie van partijen uiteindelijk de kosten van de deskundige moet betalen.
5.10.
De kantonrechter zal de zaak naar de rol verwijzen, zodat partijen zich hierover bij akte kunnen uitlaten. Partijen moeten de concept-akte uiterlijk een week vóór de roldatum naar elkaar toesturen, zodat zij in hun definitieve akte op de akte van de wederpartij kunnen reageren.
5.11.
Aan de hand van het deskundigenrapport zal uiteindelijk worden beoordeeld of er sprake is van non-conformiteit, dan wel dat de subsidiaire stellingen van partijen (ten aanzien van de grondslag dwaling) moeten worden beoordeeld.
5.12.
Ten aanzien van de vordering tot een vergoeding van de werkelijke proceskosten geeft de kantonrechter alvast de volgende overweging mee. In het geval dat [gedaagde] B.V. uiteindelijk ongelijk krijgt en in de proceskosten wordt veroordeeld, zal dit niet een vergoeding tot de daadwerkelijke proceskosten zijn, zoals nu door [eiser] wordt gevorderd. [eiser] heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] B.V. voorafgaand aan deze procedure (kort gezegd) niet serieus genoeg heeft gereageerd op zijn mails. Nog los van de vraag of dat zo is, is dat geen grondslag voor het toekennen van werkelijke proceskosten. De grondslag daarvoor is namelijk de (zeer) hoge lat van misbruik van procesrecht en/of onrechtmatig handelen. Wat [eiser] nu ten grondslag heeft gelegd, valt daar niet onder. Mocht [gedaagde] B.V. uiteindelijk in de proceskosten worden veroordeeld, dan ziet de kantonrechter dus op dit moment geen aanleiding om hierbij af te wijken van de gebruikelijke forfaitaire tarieven.
5.13.
Ook is de vordering tot betaling van een schadevergoeding van € 6.000,-, voor de tijd die [eiser] besteed heeft aan deze zaak en de hierbij gemiste vrije tijd met zijn gezin, niet toewijsbaar. De kantonrechter kan zich indenken dat het vervelend is dat er tijd moet worden besteed aan een procedure. Nog los van de vraag of deze tijd besteed had moeten worden in de tijd die hij met zijn gezin had kunnen besteden, is dit echter geen schade die op grond van de wet voor vergoeding in aanmerking komt [23] .
5.14.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 11 september 2024om beide partijen in de gelegenheid te stellen een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht,
6.2.
bepaalt dat partijen elkaar uiterlijk een week vóór de genoemde roldatum de concept-akte moeten toesturen, zodat zij ieder in hun eigen akte nog kunnen reageren op de standpunten van de wederpartij,
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken door mr. Van ’t Nedereind op 28 augustus 2024.

Voetnoten

1.Latent betekent in dit geval dat het gebrek al wel aanwezig was, maar nog niet zichtbaar.
2.Deze auto zal verder “de auto” worden genoemd.
3.Productie 2 van de dagvaarding.
4.Productie 3 van de dagvaarding.
5.Productie 4 van de dagvaarding.
6.Productie 5 van de dagvaarding.
7.Productie 6 van de dagvaarding.
8.Eigenaar van [bedrijf] .
9.Productie 10 van de dagvaarding.
10.Productie 14 van de dagvaarding.
11.Zie productie 16 van de dagvaarding.
12.Productie 18 van de dagvaarding.
13.Productie 26 van de dagvaarding.
14.Productie 27 van de dagvaarding.
15.Productie 28 van de dagvaarding.
16.Zie artikel 7:17 BW.
17.Zie artikel 7:18a lid 2 BW.
18.Zie artikel 7:18a lid 2 BW.
19.Zaaknummer VOE07-0290.
20.Zie artikel 7:18a lid 2 BW.
21.Zaaknummer 192882/198598.
22.Zie artikel 7:18a lid 2 BW.
23.Zie artikel 6:106 BW.