ECLI:NL:RBZWB:2024:6061

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
10967226 CV EXPL 24-782 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en resterende termijnen uit overeenkomst internetdiensten

In deze bodemzaak heeft Proximedia Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van openstaande facturen en resterende termijnen uit een overeenkomst voor internetdiensten. De overeenkomst, die op 8 juni 2021 werd gesloten, had een looptijd van 24 maanden en betrof de ontwikkeling van een webshop voor [gedaagde]. Proximedia vorderde in totaal € 4.554,81 exclusief BTW, bestaande uit openstaande facturen en resterende termijnen, en voerde aan dat [gedaagde] zijn betalingsverplichtingen niet was nagekomen. [gedaagde] betwistte de vordering en stelde dat Proximedia tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst, waardoor hij zijn betalingsverplichtingen had opgeschort.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst inmiddels was geëindigd, maar dat [gedaagde] niet met succes kon aanvoeren dat Proximedia tekort was geschoten. De rechter oordeelde dat de beloften over vindbaarheid op Google en de werking van de kortingscode niet waren gegarandeerd en dat Proximedia haar verplichtingen naar behoren was nagekomen. De kantonrechter concludeerde dat [gedaagde] de openstaande bedragen aan Proximedia verschuldigd was en heeft de vordering van Proximedia in zijn geheel toegewezen, inclusief wettelijke rente, incassokosten en proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 28 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
Zaaknummer: 10967226 \ CV EXPL 24-782
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van
PROXIMEDIA NEDERLAND B.V., h.o.d.n. BeUp en MKB Clickservice,
Statutair gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: Nouta Westland Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] h.o.d.n. [bedrijf van gedaagde],
Wonende te [woonadres] , zaakdoende te [zaakadres] ,
gedaagde:
gemachtigde: mr. P.F.M. Gulickx, advocaat te Breda.
Partijen zullen hierna Proximedia en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 april 2024,
- de nagekomen producties 18 tot en met 30 zijdens Proximedia,
- de mondelinge behandeling van 9 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Proximedia is een bedrijf dat op internet gebaseerde producten en diensten aanbiedt.
2.2.
[gedaagde] exploiteert onder de naam [bedrijf van gedaagde] een eenmanszaak waarmee hij onder andere verkoop, onderhoud en reparaties van telefoons en toebehoren aanbiedt.
2.3.
Op 8 juni 2021 hebben partijen een overeenkomst gesloten op grond waarvan Proximedia, kort gezegd, tegen betaling van € 229,00 exclusief BTW per maand een webshop voor [gedaagde] ontwikkelt. De overeenkomst had een looptijd van 24 maanden.
2.4.
Op 3 augustus 2021 is de webshop online gegaan en door [gedaagde] in gebruik genomen.
2.5.
Op 9 augustus 2021 geeft [gedaagde] aan de website niet op Google te kunnen vinden waarop Proximedia uitlegt dat dit even duurt en hij geduld moet hebben. Op 12 augustus 2021 laat [gedaagde] weten dat klanten niet via de webshop kunnen betalen. Op 13 augustus 2021 laat Proximedia weten dat de betalingsmethode op de webshop geactiveerd is en dat klanten via mollie (iDeal en creditcard) kunnen betalen.
2.6.
In september 2021 geeft [gedaagde] aan niet tevreden te zijn met de behaalde resultaten waarop Proximedia aangeeft dat de Google Ads-campagne is gepauzeerd omdat [gedaagde] daar nog geen advertentiebudget voor had ingesteld. Partijen krijgen discussie over de vraag of een advertentiebudget in het maandbedrag was inbegrepen of niet. In de overeenkomst staat vermeld dat het “SEA budget” later besproken wordt en op 0 staat. Uiteindelijk heeft Proximedia in oktober 2021 met [gedaagde] afgesproken dat in het maandbedrag een adverteerbudget van € 30,00 zal zijn inbegrepen. Op 8 oktober 2021 bericht Proximedia welke advertenties zij voor [gedaagde] online heeft gezet.
2.7.
In november 2021 vraagt [gedaagde] waarom hij geen rendement uit de webshop haalt. Proximedia geeft daarop aan dat er pas 2 weken geadverteerd wordt, dat het wat langer duurt om de resultaten daarvan te zien en dat de voortgang in december besproken zal worden.
2.8.
Op 2 december 2021 laat [gedaagde] weten niet tevreden te zijn met de webshop omdat hij er niets uit haalt en niet meer te kunnen betalen. Proximedia geeft daarop aan dat de overeenkomst niet tussentijds beëindigd kan worden.
2.9.
Op 16 december 2021 geeft [gedaagde] aan dat hij een andere indeling van de menubalk wil. Proximedia zoekt dit uit en geeft dan aan dat wat [gedaagde] wil niet mogelijk is binnen de webshop. [gedaagde] geeft daarop op 23 december 2021 aan dat hij de kosten vanwege de corona lockdown niet meer kan betalen en dat hij wil afzien van de overeenkomst. Proximedia geeft wederom aan dat dat niet kan en biedt aan om de overeenkomst tijdelijk op te schorten. Daarmee is [gedaagde] niet akkoord gegaan en vanaf januari 2022 heeft hij de maandelijkse termijnen niet meer betaald.
2.10.
Proximedia heeft [gedaagde] enkele betalingsherinneringen gestuurd en op 10 mei 2022 laten weten dat zij haar dienstverlening wegens de betalingsachterstand opschort. Proximedia heeft toen ook de website offline gehaald. Vervolgens heeft Proximedia de vordering uit handen gegeven aan haar gemachtigde.
2.11.
De gemachtigde van Proximedia heeft [gedaagde] in oktober, november en december 2022 en in juni 2023 gesommeerd om de openstaande facturen en de resterende termijnen vermeerderd met rente en incassokosten te betalen. [gedaagde] geeft in reactie daarop aan dat hem een stijging van de omzet middels de website en vindbaarheid op de eerste pagina van Google beloofd was en dat die beloftes ondanks telefonische klachten daarover niet zijn waargemaakt. [gedaagde] schrijft dat hij eerder gevraagd heeft om een verbeterplan waarin staat hoe Proximedia haar beloftes waar kan maken en dat hij wegens de financiële druk tijdens de coronaperiode niet meer in staat is geweest de facturen te voldoen.
2.12.
De gemachtigde van Proximedia laat daarop weten dat de overeenkomst is aangegaan voor een duur van 24 maanden, dat er geen reden is voor een kosteloze tussentijdse opzegging, dat sprake is van een inspanningsverplichting en dat de vindbaarheid op Google nooit gegarandeerd is.
2.13.
[gedaagde] schrijft vervolgens dat hij klachten kreeg van klanten over een niet functionerend betalingssysteem en een niet werkende kortingscode, dat hij dit herhaaldelijk bij Proximedia heeft gemeld maar er steeds gezegd werd dat alles prima werkte terwijl dat niet zo was. Technische problemen zijn steeds telefonisch gemeld bij Proximedia en omdat zij de problemen weigerden op te lossen is de overeenkomst opgezegd en de betaling stop gezet. [gedaagde] schrijft dat hij de omzet van zijn oude website verloren heeft terwijl hij met de website van Proximedia geen producten kon verkopen.
2.14.
In reactie daarop laat de gemachtigde van Proximedia weten dat de kortingscode wel gewerkt heeft, maar enkel in de daarvoor afgesproken periode en dat Proximedia heeft uitgezocht dat het Mollie account van [gedaagde] geblokkeerd is.
2.15.
[gedaagde] schrijft dat de kortingscode niet werkte in de periode waarvoor die geldig moest zijn en dat samen met Proximedia een account bij Mollie is aangemaakt die volgens Proximedia geactiveerd zou zijn. Toen er daarna klachten kwamen van klanten is keer op keer contact opgenomen met Proximedia maar die ondernam geen actie, zo schrijft [gedaagde] .
2.16.
Het is partijen niet gelukt om onderling tot een oplossing te komen waarna Proximedia deze procedure gestart is.

3.Het geschil

3.1.
Proximedia vordert nakoming van de overeenkomst die zij met [gedaagde] heeft gesloten. Het gaat om de openstaande facturen (€ 2.493,81) en de resterende termijnen (€ 2.061), een bedrag van in totaal € 4.554,81 exclusief BTW. Daarvoor verwijst Proximedia naar artikel 8.3 uit de overeenkomst. In dat artikel staat dat bij een contractbreuk die niet de schuld is van Proximedia alle vorderingen uit hoofde van de overeenkomst en alle toekomstige maandelijkse termijnen direct betaald moeten worden. Ook vordert Proximedia wettelijke handelsrente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Volgens Proximedia is [gedaagde] ten onrechte zijn betalingsverplichtingen uit de overeenkomst niet nagekomen met als gevolg dat Proximedia terecht haar diensten heeft opgeschort en aanspraak kan maken op betaling conform artikel 8.3.
3.2.
[gedaagde] betwist dat hij nog iets aan Proximedia moet betalen. Het verweer van [gedaagde] wordt door de kantonrechter aldus begrepen, dat kennelijk is bedoeld te stellen dat sprake is van een aan Proximedia toerekenbare tekortkoming, op grond waarvan [gedaagde] zijn betalingsverplichtingen uit de overeenkomst heeft opgeschort. [gedaagde] stelt dat niet Proximedia maar juist hij een beroep kan doen op opschorting omdat Proximedia de werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. [gedaagde] heeft zijn ontevredenheid over de webshop meermaals geuit en aangegeven de samenwerking te willen beëindigen. Het is volstrekt ten onrechte dat Proximeida op 10 mei 2022 besloot om de dienstverlening op te schorten aangezien zij zelf niet presteerde. Door de website vervolgens offline te halen is het Proximedia die de overeenkomst niet nakomt.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het er over eens dat de overeenkomst inmiddels, door het verstrijken van de overeengekomen duur, geëindigd is. De vraag is of [gedaagde] nog iets aan Proximedia verschuldigd is. Daarvoor is allereerst van belang te beoordelen of [gedaagde] zich met succes kan beroepen op opschorting zoals hij stelt. Dat kan alleen indien sprake is van een tekortkoming door Proximedia die opschorting van de betalingsverplichtingen uit de overeenkomst rechtvaardigt. [1]
Vindbaarheid op Google
4.2.
In de eerste plaats is volgens [gedaagde] sprake van een tekortkoming omdat de vindbaarheid van zijn webshop op Google niet verbeterde. De webshop was volstrekt niet zichtbaar en werd door Google niet goed gevonden. Dit terwijl tijdens het intakegesprek door Proximedia werd beloofd dat de webshop op de eerste zoekresultatenpagina van Google zou komen te staan. Bij dat intakegesprek zijn volgens [gedaagde] ook screenshots door Proximedia overgelegd waaruit bleek dat de oude website niet door Google gevonden werd (productie 1 bij conclusie). Aan de hand daarvan stelt [gedaagde] dat hij mocht verwachten dat Proximedia de vindbaarheid op Google zou verbeteren. Proximedia heeft dat gemotiveerd betwist. Proximedia betwist dat de door [gedaagde] overgelegde screenshots door haar tijdens het intakegesprek aan [gedaagde] overhandigd zijn en dat toen een plaats op de eerste zoekresultatenpagina van Google beloofd zou zijn. Het garanderen van een plaats op de eerste pagina van Google is helemaal niet mogelijk. Die vindbaarheid is wisselend en afhankelijk van SEO-werkzaamheden die Proximedia überhaupt niet aanbiedt. Proximedia biedt uitsluitend SEA-diensten (het beheren en navolgen van een advertentiecampagne bij Google AdWords) aan. Met [gedaagde] zijn ook alleen SEA-diensten overeengekomen die gericht zijn op de vindbaarheid in het betaalde gedeelte van de zoekresultaten van Google en geen SEO-werkzaamheden die gericht zijn op het verkrijgen van een hogere positie in de onbetaalde zoekresultaten, aldus Proximedia.
4.3.
De kantonrechter stelt vast dat de term SEO niet in de overeenkomst voorkomt. Wel is overeengekomen dat Proximedia 5 SEA geoptimaliseerde landingspagina’s ontwikkelt. Verder is in de overeenkomst opgenomen dat de abonnee (in dit geval [gedaagde] ) zich er van bewust is en aanvaardt dat Proximedia de positie in de zoekmachines, de conversiegraad of een verhoogde vindbaarheid niet kan garanderen. Nu SEO-activiteiten niet in de overeenkomst staan opgenomen en Proximedia betwist dat tijdens het intakegesprek beloftes zijn gemaakt over de positie in de onbetaalde zoekresultaten van google en dat ter overtuiging daarvan screenshots aan [gedaagde] overhandigd zouden zijn, is onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] een hoge(re) positie in de onbetaalde zoekresultaten van Google mocht verwachten. Gezien de betwisting door Proximedia heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd gesteld dat Proximedia de door hem genoemde beloftes heeft gedaan. Dat Proximedia vanaf oktober 2021 ten behoeve van [gedaagde] een SEA-campagne heeft aangemaakt bij Google AdWords tegen een advertentiebudget van € 30,00 is niet betwist. Voor zover de resultaten daarvan voor [gedaagde] tegenvielen, heeft te geleden dat daarvoor in de overeenkomst ook geen garantie geboden is. Er was geen sprake van een resultaatgebonden verplichting van Proximedia gericht op de door [gedaagde] kennelijk beoogde omzetverhoging. Proximedia diende te leveren wat was overeengekomen en dat was een dienst in de vorm van het aanmaken, beheren en navolgen van een advertentiecampagne bij Google AdWords. Uit hetgeen partijen hebben gesteld kan worden afgeleid dat Proximedia deze dienst geleverd heeft.
4.4.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat een voor [gedaagde] tegenvallende positie in zowel de onbetaalde als de betaalde zoekresultaten van Google geen tekortkoming aan de zijde van Proximedia oplevert. Enerzijds omdat niet is komen vast te staan dat een verbetering van de positie binnen de onbetaalde zoekresultaten (het SEO-gedeelte) tot de overeenkomst behoorde en anderzijds omdat voor de positie binnen de betaalde zoekresultaten (het SEA-gedeelte) geen garantie is gegeven.
Kortingscode
4.5.
Volgens [gedaagde] is ook sprake van een tekortkoming omdat de kortingscode, bedoeld voor de periode 22 oktober 2021 tot 31 december 2021, niet in die periode gewerkt heeft. [gedaagde] stelt dat hij hier meerdere keren telefonisch contact over heeft opgenomen met Proximedia, maar dat zij het niet oploste. Volgens Proximedia heeft de kortingscode in betreffende periode wel gewerkt wat zij onderbouwt met een screenshot uit haar systeem. Proximedia betwist dat [gedaagde] klachten heeft geuit over het niet werken van de kortingscode.
4.6.
Uit de in deze procedure ingebrachte stukken blijkt niet dat [gedaagde] in 2021 over een niet werkende kortingscode geklaagd heeft. Pas in de brief van 7 juni 2023 (productie 5 bij conclusie) ziet de kantonrechter voor het eerst terug komen dat de korting niet zou hebben gewerkt. Nu geen stukken zijn overgelegd waaruit blijkt dat [gedaagde] eerder over een niet werkende kortingscode heeft geklaagd, is onvoldoende onderbouwd dat de kortingscode niet werkte. Nu niet is komen vast te staan dat de kortingscode in de betreffende periode niet gewerkt heeft, kan op dit punt geen tekortkoming van Proximedia worden aangenomen.
Indeling van de website
4.7.
[gedaagde] heeft op zitting aangegeven dat hij in december 2021 een andere indeling (producten gesorteerd op merk) van de website wenste en dat hij, omdat dit niet mogelijk bleek, de website niet meer wilde. Voor zover [gedaagde] heeft willen stellen dat het niet aanpassen van de website naar zijn wensen een tekortkoming van Proximedia oplevert, volgt de kantonrechter hem daarin niet. De kantonrechter vindt het namelijk onvoldoende onderbouwd dat de indeling van de website zoals [gedaagde] die wenste overeengekomen was. In de overeenkomst staat niets over de indeling en ook bij oplevering van de website in augustus 2021 heeft [gedaagde] niet over de indeling geklaagd. Er is dus niet komen vast te staan dat [gedaagde] een andere indeling van Proximedia mocht verlangen. Van een tekortkoming kan daarom geen sprake zijn.
Betalingssysteem
4.8.
Tot slot stelt [gedaagde] dat sprake is van een tekortkoming omdat het betaalsysteem op de website niet werkte waardoor klanten niets konden bestellen.
4.9.
Uit de stukken blijkt dat [gedaagde] op 12 augustus 2021 telefonisch gemeld heeft dat klanten niet konden betalen via de webshop (productie 21 van Proximedia). Proximedia laat de volgende dag in reactie daarop per e-mail weten dat de bepalingsmethode op de webshop geactiveerd is en dat klanten via mollie kunnen betalen. De kantonrechter is niet gebleken dat het betalingssysteem na 13 augustus 2021 niet zou hebben gewerkt en dat daarover door [gedaagde] geklaagd is. De kantonrechter acht dat ook niet aannemelijk aangezien [gedaagde] in december 2021 aan Proximedia vraagt om de indeling van de website aan te passen terwijl hij er dan geen melding van maakt dat hij al maanden zonder een werkend betalingssysteem zou zitten. Nu niet is komen vast te staan dat het betalingssysteem na 13 augustus 2021 niet werkte, kan ook op dit punt geen tekortkoming van Proximedia worden aangenomen.
Conclusie
4.10.
Uit hetgeen [gedaagde] heeft gesteld kan, naar het oordeel van de kantonrechter, niet worden afgeleid dat Proximedia tekort is geschoten in de nakoming van haar uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen. Nu van enig tekortschieten zijdens Proximedia niet is gebleken, kwam [gedaagde] niet het recht toe om op die grond zijn betalingen aan Proximedia op te schorten. Dat betekent ook dat [gedaagde] de overeenkomst niet rechtsgeldig had kunnen beëindigen. Dat is ook niet gebeurd. Uit de overeenkomst blijkt dat deze niet tussentijds opgezegd kan worden en niet gebleken is dat [gedaagde] de overeenkomst op enig moment ontbonden heeft. Dat betekent dat de betalingsverplichting van [gedaagde] in stand is gebleven. Dat Proximedia de website vanaf 10 mei 2022 offline heeft gehaald, doet daar niet aan af. [gedaagde] stelt dat Proximedia na 10 mei 2022 geen diensten meer heeft verricht en dus ook geen kosten meer heeft gemaakt. De kantonrechter begrijpt dit verweer van [gedaagde] zo, dat hij een beroep doet op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Op grond van artikel 6:248 lid 2 BW kan een tussen partijen geldende regel (in dit geval artikel 8.3 van de overeenkomst) buiten toepassing worden gelaten. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan deze rechtsregel toepassing te geven. Er was namelijk sprake van een abonnementsdienst met doorlopende dienstverlening waarbij [gedaagde] vanaf het begin een website kreeg opgeleverd waarvoor nog steeds kosten werden gemaakt door Proximedia die verspreid werden over 24 maanden. Dat de website vanaf 10 mei 2022 offline was, betekent dus niet dat [gedaagde] de resterende termijnen niet meer hoeft te voldoen. De beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid leidt er niet toe dat [gedaagde] de gevorderde resterende termijnen niet verschuldigd is.
4.11.
Een en ander leidt tot de slotsom dat zowel de onbetaald gelaten facturen als de resterende termijnen waarvan Proximedia betaling vordert (in totaal € 4.554,81 exclusief btw) toewijsbaar zijn.
Rente, incassokosten en proceskosten
4.12.
Proximedia vordert (primair) betaling van een bedrag van € 301,76 aan wettelijke handelsrente berekend tot 2 februari 2024 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 2 februari 2024 over de hoofdsom van € 4.554,81. Nu niet is toegelicht hoe Proximedia tot het door haar gevorderde rentebedrag van € 301,76 komt, zal de kantonrechter de wettelijke handelsrente (zoals subsidiair gevorderd) toewijzen vanaf de dag van de dagvaarding.
4.13.
Proximedia vordert een bedrag van € 683,22 aan buitengerechtelijke incassokosten, zijnde 15% van de openstaande hoofdsom. Zij baseert (de hoogte van) dit onderdeel van haar vordering primair op de overeenkomst (artikel 7) en subsidiair op grond van de wet (het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Voor de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten zal worden aangesloten bij het wettelijke tarief, nu niet is gesteld of gebleken dat Proximedia meer kosten heeft gemaakt dan het wettelijke tarief. Over de toegewezen hoofdsom van € 4.554,81 zal, overeenkomstig het Besluit, een bedrag van € 580,48 aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
4.14.
[bedrijf van gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Proximedia worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
124,07
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.461,07

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Proximedia te betalen een bedrag van € 4.554,81 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 5 februari 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Proximedia te betalen een bedrag van € 580,48 aan incassokosten.
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.461,07, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is bij vervroeging gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.

Voetnoten

1.Artikel 6:262 BW.