ECLI:NL:RBZWB:2024:6060

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
10842351 CV EXPL 23-4264 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over serviceovereenkomsten en levering van nieuwe apparatuur tussen Kassamarkt en gedaagde

In deze civiele zaak tussen Kassamarkt en [gedaagde] gaat het om de vraag of er een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen voor de levering van nieuwe (kassa)apparatuur. Sinds 2012 hebben beide partijen meerdere serviceovereenkomsten gesloten. In juli 2023 heeft [gedaagde] contact opgenomen met Kassamarkt vanwege functioneringsproblemen van de bestaande apparatuur. Kassamarkt heeft vervolgens nieuwe apparatuur geleverd, maar [gedaagde] betwist dat er een nieuwe overeenkomst is gesloten. De kantonrechter oordeelt dat er geen nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen, waardoor de vordering van Kassamarkt tot betaling van de factuur van 18 juli 2023 wordt afgewezen. Tevens wordt de (tegen)vordering van [gedaagde] tot terugbetaling van het servicebedrag voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2024 afgewezen, omdat de rechtsgrond voor betaling niet is komen te vervallen. Beide partijen worden in hun vorderingen in het ongelijk gesteld, en de proceskosten worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10842351 \ CV EXPL 23-4264
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van
KASSA COMPUTER COMPANY B.V., H.O.D.N. KASSAMARKT,
te 's-Gravenhage,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Kassamarkt,
gemachtigde: mr. P. de Haan,
tegen
[B.V.] , H.O.D.N. [gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. C.L. Verhoef.

1.De processtukken

1.1.
Deze procedure bevat de volgende stukken:
- het tussenvonnis van 28 februari 2024, met de stukken die daarin genoemd zijn;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 27 mei 2024.
1.2.
Hierna is bepaald dat er een uitspraak komt.

2.Samenvatting

Tussen partijen is sinds 2012 een aantal serviceovereenkomsten gesloten. [gedaagde] heeft in juli 2023 contact opgenomen met Kassamarkt in verband met functioneringsproblemen van de (kassa)apparatuur. Kassamarkt heeft vervolgens nieuwe apparatuur geleverd aan [gedaagde] . Partijen verschillen in dit geval van mening over de vraag of er door [gedaagde] akkoord is gegeven voor het leveren van deze nieuwe apparatuur en of er hiermee een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter oordeelt in dit geval dat dit niet zo is, waardoor de vordering van Kassamarkt wordt afgewezen. De (tegen)vordering van [gedaagde] tot terugbetaling van het servicebedrag voor de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2024 wordt ook afgewezen. De rechtsgrond om dit servicebedrag te betalen is namelijk niet komen te vervallen. Dit betekent dat beide partijen voor wat betreft hun eigen vordering in het ongelijk worden gesteld.
De kantonrechter zal hieronder een toelichting geven op deze beslissing. De kantonrechter zal hierbij bespreken: de feiten, wat partijen willen, de beoordeling en de beslissing in deze zaak.

3.De feiten

3.1.
Kassamarkt is een groothandel in computers, randapparatuur en software. [gedaagde] is een restaurant en café.
3.2.
Tussen partijen is in 2012 voor het eerst een serviceovereenkomst gesloten. Vanaf de ingangsdatum in augustus 2012 is er een jaarlijks servicebedrag afgesproken van € 790,-.
3.3.
Naast deze serviceovereenkomst is er in februari 2012 door Kassamarkt een factuur gestuurd voor de systemen en de apparatuur die aan [gedaagde] zijn geleverd, inclusief de installatie daarvan. [gedaagde] heeft deze factuur betaald.
3.4.
In augustus 2016 is een tweede serviceovereenkomst gesloten tussen partijen, waarbij een servicebedrag van € 890,- per jaar is afgesproken.
3.5.
In de algemene voorwaarden (Fenit) staat onder artikel 35.2 dat de duur steeds voor de oorspronkelijke periode wordt verlengd, tenzij een partij de overeenkomst schriftelijk beëindigt, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden voor het einde van de betreffende periode.
3.6.
[gedaagde] heeft de facturen op grond van de serviceovereenkomst(en) tot en met de factuur van 1 juli 2023, voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2024, aan Kassamarkt betaald.
3.7.
[gedaagde] heeft in juli 2023 contact gezocht met Kassamarkt in verband met functioneringsproblemen van de (kassa)apparatuur.
3.8.
Kassamarkt heeft op 12 juli 2023 nieuwe apparatuur geleverd aan [gedaagde] .
3.9.
Kassamarkt heeft op of rond 18 juli 2023 een factuur ter hoogte van € 4.622,20 (inclusief btw) naar [gedaagde] gestuurd [1] . Deze factuur bestaat uit € 2.970,- voor de geleverde nieuwe apparatuur, € 850,- voor kosten van het programmeren en installeren van systeem software en Netwerk en € 802,20 aan btw over de hiervoor genoemde bedragen.
3.10.
[gedaagde] heeft deze factuur van 18 juli 2023 niet betaald.
3.11.
[gedaagde] heeft op 22 augustus 2023 telefonisch contact opgenomen met Kassamarkt. In dit gesprek is door [gedaagde] gezegd dat zij de samenwerking wenst te beëindigen en heeft zij Kassamarkt verzocht om de geleverde nieuwe apparatuur te komen ophalen.
3.12.
Kassamarkt heeft de aan [gedaagde] geleverde nieuwe apparatuur inmiddels (onder protest) opgehaald bij [gedaagde] .

4.Wat partijen (samengevat) willen

De vordering van Kassamarkt
4.1.
Kassamarkt vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de factuur van 18 juli 2023 ter hoogte van € 4.622,20 aan haar te betalen, te vermeerderen met de rente en kosten. Kassamarkt heeft daarbij gevorderd om het vonnis meteen te mogen (laten) uitvoeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld door [gedaagde] [2] .
4.2.
[gedaagde] vraagt om Kassamarkt niet ontvankelijk te verklaren in haar vordering, dan wel om de vordering van Kassamarkt af te wijzen. Ook vraagt zij om, uitvoerbaar bij voorraad, Kassamarkt te veroordelen in de kosten van deze procedure.
De (tegen)vordering van [gedaagde]
4.3.
[gedaagde] vordert dat Kassamarkt, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om het servicebedrag dat zij heeft betaald, over de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2024 ter hoogte van € 890,-, aan haar terug te betalen, te vermeerderen met de rente en kosten.
4.4.
Kassamarkt vraagt om [gedaagde] niet ontvankelijk te verklaren in haar vordering, dan wel om de vordering van Kassamarkt af te wijzen. Ook vraagt zij om, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.

5.De beoordeling

Ten aanzien van de vordering van Kassamarkt
5.1.
De factuur van 18 juli 2023, waar Kassamarkt in deze zaak betaling van vordert, bestaat uit twee kostenposten. Het bestaat ten eerste uit de door Kassamarkt geleverde nieuwe apparatuur en ten tweede uit de kosten die (kort gezegd) zijn gemaakt door derden die Kassamarkt heeft ingeschakeld. De kantonrechter zal deze onderwerpen hieronder verder bespreken.
5.2.
Over de geleverde nieuwe apparatuur
5.2.1.
Tussen partijen staat vast dat er tussen partijen in 2016 een (tweede) serviceovereenkomst is gesloten. Ook staat vast dat deze serviceovereenkomst niet het leveren en plaatsen van de nieuwe apparatuur inhoudt. De vraag op dit punt is dan ook of er een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen.
Standpunt Kassamarkt
5.2.2.
Kassamarkt voert aan dat er sprake is van een nieuwe overeenkomst die tot stand is gekomen en geeft hierbij de volgende uitleg. [gedaagde] had op 7 juli 2023 een melding gemaakt van functioneringsproblemen met de (kassa)apparatuur. Kassamarkt is gaan kijken en om de problemen te verhelpen was het nodig om de oude machine te vervangen door een nieuwe. [gedaagde] had daarbij zeer duidelijk aangegeven dat het probleem zo snel als mogelijk moest worden opgelost. Indien er sprake is van levering van nieuwe apparatuur moet er ook een nieuwe overeenkomst worden gesloten. Door de druk die [gedaagde] hierbij legde op Kassamarkt is er vooraf geen offerte of koopcontract gemaakt. Kassamarkt ziet de opdracht voor het oplossen van het probleem dan ook als akkoord voor het plaatsen van nieuwe apparatuur, aangezien dat nodig was voor het oplossen van het probleem. [gedaagde] heeft op geen ander moment gezegd dat Kassamarkt moest stoppen of dat zij geen nieuwe apparatuur wilde. Kassamarkt heeft de apparatuur inmiddels onder protest opgehaald, maar daarmee haar rechten tot betaling van de factuur niet prijsgegeven.
Standpunt [gedaagde]
5.2.3.
[gedaagde] betwist dat er sprake is van een nieuwe overeenkomst en geeft de volgende uitleg. [gedaagde] heeft op 7 juli 2023 aan Kassamarkt gevraagd om de problemen met de (kassa)apparatuur op te lossen. Dit verzoek is ook conform de serviceovereenkomst die tussen partijen is gesloten. Het is daarbij logisch dat zij vroeg om dit zo snel als mogelijk te doen, omdat zij bij het exploiteren van haar restaurant afhankelijk is van het kassasysteem. Kassamarkt heeft geheel op eigen initiatief en zonder overleg over de apparatuur of de kosten hiervan, besloten om een nieuw apparaat te plaatsen. Partijen hebben dan ook geen overeenstemming bereikt over de aanschaf van nieuwe apparatuur, waardoor er geen sprake is van een (nieuwe) overeenkomst voor de geleverde nieuwe apparatuur.
Oordeel kantonrechter
5.2.4.
De kantonrechter komt in deze zaak tot de conclusie dat er geen nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen voor wat betreft de geleverde nieuwe apparatuur. Volgens de wet komt een overeenkomst namelijk tot stand door middel van een aanbod van de ene partij, dat is aanvaard door de andere partij [3] . Er is in deze zaak in ieder geval geen sprake van aanvaarding door [gedaagde] . Er blijkt namelijk nergens uit dat zij akkoord is gegaan met het plaatsen van de nieuwe apparatuur, voor de prijzen die bij haar in rekening zijn gebracht. [gedaagde] was ook in de veronderstelling dat het vervangen van apparatuur onder de serviceovereenkomst viel. De kantonrechter volgt daarbij de stelling van Kassamarkt niet dat de aanvaarding van [gedaagde] blijkt uit haar opdracht tot het oplossen van het probleem. Van [gedaagde] kan immers niet worden verlangd dat zij door deze opdracht met iedere prijs die (achteraf) in rekening wordt gebracht akkoord gaat.
5.2.5.
Bovendien is het in deze zaak ook nog maar de vraag of er sprake is van een (rechts)geldig aanbod door Kassamarkt. Een aanbod moet namelijk in beginsel ook voldoende specifiek zijn, zodat de andere partij weet waarmee hij akkoord gaat. In deze zaak is niet gezegd of gebleken dat Kassamarkt vóór de levering van de apparatuur een prijs of enige schatting van de prijs bekend heeft gemaakt aan [gedaagde] .
5.2.6.
De stellingen over de tijdsdruk die [gedaagde] op Kassamarkt heeft gelegd, maken daarbij niet dat er in dat geval wel sprake is van een overeenkomst. Kassamarkt had ook in dit geval vóór het leveren van de apparatuur moeten afstemmen met [gedaagde] of zij akkoord is met het plaatsen van nieuwe apparatuur en de prijs hiervan.
5.3.
Over de kosten voor derden
5.3.1.
De factuur van 18 juli 2023 bestaat daarnaast voor een bedrag van € 850,- (exclusief btw) uit kosten die volgens de factuur zijn gemaakt voor een derde die is ingeschakeld door Kassamarkt voor het programmeren en installeren van systeem software en netwerk. Kassamarkt voert aan dat deze kosten een-op-een zijn doorberekend. [gedaagde] is het niet eens met deze kosten.
5.3.2.
De kantonrechter is van oordeel dat ook deze kosten niet toewijsbaar zijn. De werkzaamheden van deze kosten vallen óf onder de serviceovereenkomst zoals deze tussen partijen in 2016 is afgesloten en die steeds jaarlijks verlengd is óf er zou sprake moeten zijn van een nieuwe overeenkomst. Als de werkzaamheden van deze kosten vallen onder de serviceovereenkomst, is niet of onvoldoende door Kassamarkt uitgelegd waarom de kosten voor deze werkzaamheden (door derden) toch in rekening zouden mogen worden gebracht bij [gedaagde] . Kassamarkt heeft ook niet of onvoldoende aangevoerd dat [gedaagde] op dit punt akkoord is gegaan met een nieuwe overeenkomst.
5.4.
Conclusie vordering betaling factuur
Dit betekent dat de vordering tot betaling van de factuur van 18 juli 2023 wordt afgewezen. De overige verweren van [gedaagde] (zoals het beroep van [gedaagde] op verrekening) hoeven hierdoor niet verder besproken te worden.
5.5.
Gevolgen voor de overige vorderingen
Dit betekent dat ook de vorderingen tot betaling van rente en buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. Deze zijn namelijk afhankelijk van de hoofdvordering die wordt afgewezen. Ook de overige verweren van [gedaagde] op deze vorderingen hoeven hierdoor niet verder besproken te worden.
5.6.
Proceskosten
Kassamarkt is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
813,00
5.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Ten aanzien van de vordering van [gedaagde]
5.8.
[gedaagde] vordert betaling van het door haar betaalde servicebedrag voor de periode van 1 augustus tot en met 31 juli 2023. De vraag die de kantonrechter dan ook moet beantwoorden is of er op dit moment een verplichting voor Kassamarkt bestaat om dit bedrag terug te betalen.
Standpunt [gedaagde]
5.8.1.
heeft dit bedrag betaald, terwijl zij vanaf juli 2023 al geen gebruik meer kon maken van het systeem. Op de zitting heeft [gedaagde] aangevuld dat er wel een nieuw systeem was geplaatst, maar dat zij er niet tevreden over was. Zij voert aan dat dit bedrag dan ook onverschuldigd is betaald. Ten tweede beroept [gedaagde] zich op ontbinding van de serviceovereenkomst met Kassamarkt, omdat Kassamarkt tekortschiet in haar verplichtingen vanuit die overeenkomst. De apparatuur doet het niet doordat de software het systeem niet langer ondersteunt en het is aan Kassamarkt te wijten dat zij niet op tijd hiervoor heeft gewaarschuwd of maatregelen heeft genomen. Door de ontbinding ontstaat een verplichting tot ongedaan making en moet Kassamarkt het bedrag dan ook terugbetalen. Ten derde beroept [gedaagde] zich op de beëindiging van de serviceovereenkomst in de e-mails die zijn uitgewisseld rond augustus en september 2023. [gedaagde] voert daarbij aan dat Kassamarkt geen beroep kan doen op de algemene voorwaarden omdat deze niet op een juiste manier en op tijd aan haar zijn gegeven. Hierdoor kan Kassamarkt geen aanspraak meer maken op het servicebedrag over de periode 1 augustus 2023 tot en met juli 2024.
Standpunt Kassamarkt
5.8.2.
Kassamarkt heeft er in de periode tussen de melding op 7 juli 2023 en 12 juli 2023 alles aan gedaan om de machines geleverd en werkend te krijgen en de software te installeren, met als gevolg dat het systeem op 12 juli 2023 ook weer draaide. Deze werkzaamheden waren gedekt door de serviceovereenkomst. Als Kassamarkt het servicebedrag zou moeten terugbetalen, zouden al deze uitgevoerde werkzaamheden ook niet meer gedekt zijn door de serviceovereenkomst en alsnog in rekening moeten worden gebracht bij [gedaagde] . Het systeem heeft vanaf 12 juli 2023 goed en compleet gefunctioneerd tot in ieder geval 23 augustus 2023. Op dat moment heeft [gedaagde] zelf de stekker eruit getrokken en gekozen voor een ander systeem. Kassamarkt had daarbij eerder al meerdere malen gewaarschuwd dat de machines verouderd waren. Kassamarkt heeft dan ook aan haar verplichtingen voldaan. Ook is de serviceovereenkomst niet of niet tijdig opgezegd door [gedaagde] . De algemene voorwaarden zijn wel op tijd en op een juiste manier aan [gedaagde] gegeven. Deze staan namelijk altijd op de achterzijde van alle documenten van Kassamarkt, waaronder dus ook op de overeenkomst. De overeenkomst die als productie in het dossier zit [4] , is enkelzijdig geprint, waardoor je dit nu niet kan zien. Dit betekent dat de overeenkomst dus nog doorloopt en dit maakt dat het servicebedrag niet hoeft te worden terugbetaald.
Beslissing kantonrechter
5.8.3.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de rechtsgrond om het servicebedrag te betalen niet is komen te vervallen, waardoor het bedrag niet onverschuldigd is betaald. [gedaagde] heeft op de zitting toegelicht dat er wel sprake was van een geplaatst systeem. [gedaagde] was er mogelijk niet tevreden over, maar er staat in deze zaak voldoende vast dát er een systeem was waarmee kon worden gewerkt.
5.8.4.
Daarbij is het hiervoor steeds gegaan over de plaatsing van een systeem, maar de betaalde € 890,- gaat over het onderhoud aan het systeem. Voor een ontbinding is in dit geval dan ook nodig dat er sprake is van een gebrek voor wat betreft het onderhoud. [gedaagde] heeft niets gezegd over een ingebrekestelling, waarin zij een gebrek vermeldt voor wat betreft het onderhoud, met een gelegenheid tot herstel. Hierdoor is ook niet gebleken dat Kassamarkt in verzuim is geraakt. Het beroep op ontbinding van de overeenkomst slaagt om die reden dan ook niet.
5.8.5.
Ook het beroep van [gedaagde] op beëindiging van de overeenkomst slaagt niet. Er is namelijk met de e-mails van [gedaagde] , die in augustus en september 2023 naar Kassamarkt zijn gestuurd, geen sprake van een tijdige opzegging. Volgens de algemene voorwaarden tussen partijen moet dit namelijk binnen drie maanden voor het einde van de periode die afloopt gebeuren. Dit is niet gebeurd. Tussen partijen is daarbij geen discussie over de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. Partijen hebben enkel discussie over de vraag of deze voorwaarden op tijd en op een juiste manier aan [gedaagde] zijn gegeven. De kantonrechter is op dit punt van oordeel dat er voldoende reden is om aan te nemen dat deze voorwaarden tijdig en op een juiste manier aan [gedaagde] zijn gegeven. Weliswaar zijn deze voorwaarden nu niet zichtbaar op de overeenkomst die is geprint in het dossier, maar er staat wel in duidelijke tekst op de overeenkomst vermeld dat de voorwaarden op de achterkant staan. Daarbij heeft Kassamarkt op de zitting laten zien dat de voorwaarden steeds op de achterkant van documenten van Kassamarkt staat.
5.9.
Conclusie vordering terugbetaling servicebedrag
Dit betekent dat ook de (tegen)vordering van [gedaagde] wordt afgewezen. De overige stellingen van partijen hoeven hierdoor niet verder worden besproken.
5.10.
Gevolgen voor de vordering tot betaling van rente
Ook betekent dit dat ook de vordering tot betaling van rente wordt afgewezen. Deze is namelijk afhankelijk van de hoofdvordering die wordt afgewezen.
5.11.
Proceskosten
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Kassamarkt worden begroot op:
- salaris gemachtigde
270,00
(2,00 punten × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
337,50

6.De beslissing

De kantonrechter
ten aanzien van de vordering van Kassamarkt
6.1.
wijst de vorderingen van Kassamarkt af,
6.2.
veroordeelt Kassamarkt in de proceskosten van € 813,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Kassamarkt niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt Kassamarkt tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
verklaart dit vonnis wat betreft deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
ten aanzien van de vordering van [gedaagde]
6.5.
wijst de vorderingen van [gedaagde] af,
6.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 337,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.7.
verklaart dit vonnis wat betreft deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.

Voetnoten

1.Zie productie 2d bij de dagvaarding.
2.Dit wordt ook wel uitvoerbaar bij voorraad genoemd.
3.Zie artikel 6:217 BW.
4.Zie productie 9 bij de conclusie van antwoord in reconventie.