ECLI:NL:RBZWB:2024:6051

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
28 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/407145 / HA ZA 23-121 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en verrekening in het kader van een vaststellingsovereenkomst tussen zorgaanbieder en zorginstelling

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert Stichting GGZ in Balans betaling van Licht In Zicht BV op basis van onverschuldigde betaling en onrechtmatige daad. De zaak betreft een geschil over de afwikkeling van een koopovereenkomst en een vaststellingsovereenkomst (VSO) die tussen partijen is gesloten. Stichting GGZ in Balans, voorheen zorgaanbieder, heeft haar activiteiten overgedragen aan Licht In Zicht BV, maar er zijn geschillen ontstaan over de betaling van schulden en de declaratie van zorgkosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat Stichting GGZ in Balans een vordering heeft op Licht In Zicht BV, maar dat Licht In Zicht BV ook vorderingen heeft op Stichting GGZ in Balans. De rechtbank heeft partijen toegelaten om bewijs te leveren over de afspraken die zijn gemaakt in de VSO en de verplichtingen die daaruit voortvloeien. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en zal op 11 september 2024 opnieuw worden behandeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/407145 / HA ZA 23-121
Vonnis van 14 augustus 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING GGZ IN BALANS,
gevestigd te Breda,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A.M.T. Weersink te Nijmegen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LICHT IN ZICHT BV,
gevestigd te Breda,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. C.J. de Boer te Zwolle.
Partijen zullen hierna Stichting GGZ in Balans en Licht In Zicht BV genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 12 juli 2023,
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte vermeerdering van eis in conventie van de zijde van Stichting GGZ in Balans,
  • de antwoordakte van de zijde van Licht In Zicht BV,
  • de akte wijziging van eis in reconventie van de zijde van Licht In Zicht BV,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 november 2023, met spreekaantekeningen van beide partijen,
  • de conclusie na mondelinge behandeling in conventie en reconventie van de zijde van Stichting GGZ in Balans, met producties 20 tot en met 28,
  • de conclusie na mondelinge behandeling in conventie en in reconventie na mondelinge behandeling van de zijde van Licht In Zicht BV, tevens houdende eiswijziging in reconventie, met producties 20 tot en met 22,
  • de antwoordakte in reactie op de eiswijziging reconventie van de zijde van Stichting GGZ in Balans.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De navolgende feiten staan in rechte vast:
2.1.1.
Stichting GGZ in Balans was tot 1 september 2019 zorgaanbieder in de geestelijke gezondheidszorg. Zij heeft op grond van een koopovereenkomst van 21 augustus 2019 haar bedrijfsactiviteiten overgedragen aan Licht In Zicht BV. Behandeltrajecten die Stichting GGZ in Balans was opgestart voorafgaand aan deze overdracht konden niet door Licht In Zicht BV met haar eigen AGB-code worden gedeclareerd bij zorgverzekeraars. Partijen hebben afgesproken dat Licht In Zicht BV deze behandeltrajecten kon declareren onder de AGB-code van Stichting GGZ in Balans, waarna Stichting GGZ in Balans de ontvangen bedragen zou doorbetalen aan Licht In Zicht BV. Mede in dit kader zijn tussen partijen afspraken gemaakt over onder meer de kosten van instandhouding van Stichting GGZ in Balans en de betaling van schulden van Stichting GGZ in Balans door Licht In Zicht BV en de wijze waarop de hierdoor noodzakelijke administratie zou worden gevoerd en gecontroleerd. Tussen partijen zijn vervolgens diverse geschillen gerezen over de afwikkeling van de koopovereenkomst en de nadere afspraken.
2.1.2.
Tussen partijen is op 22 februari 2021 een vaststellingsovereenkomst gesloten. In het zesde liggende streepje is verwoord dat “
tussen partijen een geschil is ontstaan nadat de Stichting op basis van de jaarcijfers 2019 stelde een vordering van € 200.000,- te hebben op LIZ en op grond daarvan de aan LIZ toekomende gelden niet betaalde, onder andere over de vergoeding van de bestuurder en de raad van toezicht van de Stichting, de schulden die nog moeten worden voldaan door de Stichting, het delen van de Stichting in (een gedeelte van) de opbrengst uit de verkoop van aandelen van LIZ aan derden en de nog door LIZ op de AGB-code van de Stichting te declareren DBC’s en dan met name omtrent de vraag of LIZ gehouden is tot betaling van de schulden van de Stichting, de vergoeding van de bestuurder en de raad van toezicht, alsmede het delen van (een gedeelte van) de opbrengst uit de verkoop van aandelen aan derden”.
2.1.3.
In de vaststellingsovereenkomst worden in artikel 1 lid 1 tussen partijen afspraken gemaakt over een betaling van € 50.000,- van Licht In Zicht BV aan Stichting GGZ in Balans in het kader van schulden van Stichting GGZ in Balans Dit onder bepaling dat daarmee alle huidige en toekomstige schuldeisers van Stichting GGZ in Balans dienen te worden voldaan, ongeacht of deze bekend zijn en indien dat niet mogelijk is komt dit voor rekening en risico van de Stichting GGZ in Balans. Ook betaalt Licht In Zicht BV een bedrag aan Stichting GGZ in Balans in verband met de afkoop meeropbrengst LIZ.
In artikel 1 lid 4 wordt vastgesteld dat Stichting GGZ in Balans op 10 februari 2012 een aan Licht In Zicht BV toekomend banksaldo had van € 116.000,-.
Verder maken partijen in artikel 2 afspraken over het declareren van Licht In Zicht BV onder de AGB-code van Stichting GGZ in Balans tot 1 juni 2021 en de verdeling van de kosten die daaruit voortvloeien. Overeengekomen is dat kosten van de boekhouding voor rekening van Stichting GGZ in Balans blijven evenals de vergoeding voor de bestuurder en de commissaris. De kosten ter zake de bankrekening, Snelstart en hosting komen voor rekening van Licht In Zicht BV.
In artikel 7 verlenen partijen elkaar finale kwijting ter zake van alle vorderingen die zij op elkaar hebben, uit welke hoofde dan ook.
Artikel 9 lid 2 bepaalt dat de VSO de volledige overeenkomst tussen partijen met betrekking tot de hierin opgenomen aangelegenheden bevat en dat alle eerdere afspraken komen te vervallen.
2.1.4.
Voorafgaand aan VSO, vanaf 30 juni 2020, heeft Licht In Zicht BV zogenaamde continuïteitsaanvragen gedaan in het kader van de CB-regeling waarmee zorgverzekeraars zorgaanbieders financieel ondersteunden tijdens de coronacrisis. Licht In Zicht BV heeft met gebruikmaking van gegevens van Stichting GGZ in Balans en met behulp van de AGB-code van Stichting GGZ in Balans CB-bijdragen aangevraagd bij onder andere CZ en Zilveren Kruis. In de periode vanaf juli 2020 hebben zorgverzekeraars voorschotten overgemaakt naar de bankrekening van Stichting GGZ in Balans welke voorschotten gedeeltelijk zijn doorbetaald aan Licht In Zicht BV. CB-bijdragen die Stichting GGZ in Balans ontving na 1 augustus 2021 heeft Stichting GGZ in Balans op haar bankrekening geparkeerd.
2.1.5.
De zorgverzekeraar CZ heeft ondanks een bezwaar van Stichting GGZ in Balans een bedrag van € 53.378,28 van Stichting GGZ in Balans teruggevorderd omdat Stichting GGZ in Balans tot dat bedrag niet in aanmerking komt voor een bijdrage onder de CB-regeling. Zilveren Kruis heeft Stichting GGZ in Balans bericht dat zij een bedrag van € 55.393,00 terugvordert. Na onderhandeling is tussen Stichting GGZ in Balans en Zilveren Kruis een schikking bereikt inhoudende dat bij betaling voor 1 december 2022, slechts de helft van dit bedrag terugbetaald diende te worden. Stichting GGZ in Balans verlangde terugbetaling van Licht In Zicht BV aan haar van dit bedrag, welke betaling uitbleef. De schikking met Zilveren Kruis is door tijdsverloop komen te vervallen.
2.1.6.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen een procesafspraak gemaakt samenvattend inhoudende dat Stichting GGZ in Balans een staat van rekening en verantwoording zal maken over de periode 2019 t/m heden waaruit in ieder geval blijken de ontvangen bedragen van ziektekostenverzekeraars ter zake van dbc’s en afzonderlijk van continuïteitsbijdragen alsmede de aan Licht In Zicht BV betaalde bedragen, de betaalde bedragen in verband met schulden en de betaalde bedragen in verband met de VSO. Vervolgens zal Licht In Zicht BV hierop reageren en kan zij mededelen dat zij wenst dat een accountant wordt benoemd ter beoordeling van de juistheid van de door Stichting GGZ in Balans gemaakte rekening en verantwoording. Deze procesafspraak heeft geleid tot de benoeming van dhr. [deskundige] RA (hierna de deskundige) die een onderzoek heeft uitgevoerd naar de juistheid van de financiële overzichten van Stichting GGZ in Balans en hierover aan partijen heeft gerapporteerd bij brief van 29 maart 2024 (hierna het rapport).

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Stichting GGZ in Balans vordert – samengevat – na wijziging van eis veroordeling van Licht In Zicht BV tot betaling van
I. € 100.375,28, vermeerderd met wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 26 juli 2021,
II. € 37.500,- plus PM vermeerderd met wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding,
III. € 1.778,75 aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding,
IV. Proceskosten, beslagkosten van € 3.606,58 kosten van de accountant van € 5.082 en nakosten, vermeerderd met wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
3.2.
Licht In Zicht BV voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
Licht In Zicht BV vordert – samengevat – na wijzigingen van eis veroordeling van Stichting GGZ in Balans tot betaling van
I € 261.043,32, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis,
II € 5.082,- aan accountantskosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het vonnis,
3.5.
Stichting GGZ in Balans voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
In verband met de samenhang tussen de vorderingen van partijen zal de rechtbank de vorderingen van partijen gezamenlijk behandelen.
4.2.
Stichting GGZ in Balans baseert haar vordering onder I op onverschuldigde betaling, waartoe zij stelt dat de grondslag van haar doorbetalingen aan Licht In Zicht BV van de CB-bijdragen door de terugvordering van deze bijdragen door de zorgverzekeraars is komen te ontvallen. Stichting GGZ in Balans baseert haar vordering onder II op een onrechtmatige daad van Licht In Zicht BV. Deze bestaat eruit dat Licht In Zicht BV onrechtmatige CB-aanvragen heeft gedaan en Stichting GGZ in Balans schade lijdt. |deze schade bestaat uit extra kosten als gevolg van de latere opheffing van Stichting GGZ in Balans dan voorzien.
4.3.
Licht In Zicht BV heeft haar vordering naar aanleiding van het rapport gewijzigd. Zij vordert een bedrag van € 261.043,32 als restantvordering na verrekening met vordering I van Stichting GGZ in Balans. Zij vordert een bedrag van € 132.600,50 met als grondslag dat Stichting GGZ in Balans tot dat bedrag inkomsten die aan Licht In Zicht BV toekwamen heeft aangewend om schulden van Stichting GGZ in Balans te voldoen. Deze bedragen is Stichting GGZ in Balans verschuldigd gebleven aan Licht In Zicht BV, die deze bedragen volgens Licht In Zicht BV als lening beschikbaar heeft gesteld. Het betreffen bedragen voor de instandhouding van Stichting GGZ in Balans, vergoedingen voor de werkmaatschappijen van de bestuurder en toezichthouder van Stichting GGZ in Balans en overige schulden van Stichting GGZ in Balans en kosten van 2 werknemers van Stichting GGZ in Balans.
Licht In Zicht BV vordert daarnaast een bedrag van € 44.927,98 aan schulden die zij in 2019 en 2020 zelf rechtstreeks ten behoeve van Stichting GGZ in Balans heeft voldaan.
Tenslotte vordert Licht In Zicht BV een bedrag ter zake van openstaande CB- bijdragen van € 249.483,84 (blijkens 8.1.3 van haar conclusie). Licht In Zicht BV licht toe dat blijkens het rapport in totaal € 350.017,35 door Stichting GGZ in Balans aan CB-bijdragen is ontvangen en dat tot een bedrag van € 165.969 is terugbetaald. De rechtbank concludeert dan met de deskundige dat een bedrag resteert van € 184.048,35. Rekening houdende met het bedrag dat Stichting GGZ in Balans aan CZ en Zilveren Kruis dient te betalen van € 100.533,51 (waarvan de rechtbank met partijen zal blijven uitgaan) resteert een bedrag van € 83.513,35. Dit bedrag vermeerderd met de overige vorderingen van Licht In Zicht BV resulteert in het in reconventie gevorderde bedrag. De rechtbank begrijpt derhalve dat Licht In Zicht BV ter zake niet doorbetaalde CB-bijdragen een bedrag van € 83.513,35 vordert na verrekening met het gevorderde in conventie ter zake de terugbetalingsverplichting aan CZ en Zilveren Kruis. Licht In Zicht BV vordert dit bedrag omdat Stichting GGZ in Balans heeft nagelaten te onderbouwen dat tot dit bedrag terugbetalingsverplichtingen bestaan.
vaststellingsovereenkomst
4.4.
Beide partijen hebben als verweer tegen vorderingen van de andere partij een beroep gedaan op het bepaalde in de vaststellingsovereenkomst en het daarin bepaalde, meer in het bijzonder op het beding tot finale kwijting. Licht In Zicht BV heeft dit aanvankelijk gedaan ten aanzien van de vordering in conventie onder I ter zake de terugvordering van de doorbetaling van de CB-bijdragen van CZ en Zilveren Kruis. Een beslissing van de rechtbank op dit punt kan achterwege blijven nu uit de conclusie na mondelinge behandeling tevens houdende eiswijziging van Licht In Zicht BV volgt dat Licht In Zicht BV de vordering van Stichting GGZ in Balans wenst te verrekenen met haar vordering in reconventie (randnummer 8.2). Verrekenen is een vorm van betalen. Uit deze proceshouding, zonder daarbij haar verweer ontleent aan de vaststellingsovereenkomst te herhalen, begrijpt de rechtbank dat Licht In Zicht BV dit verweer niet langer handhaaft. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat dit verweer niet zou zijn geslaagd. Gezien de in overweging 2.1.2. weergegeven tekst van de vaststellingsovereenkomst is duidelijk dat het geschil tussen partijen niet ging over de CB-bijdragen, waarvan ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst – wat er ook zij van de wetenschap of onwetendheid van Stichting GGZ in Balans dat deze met de AGB-code van haar waren aangevraagd – evenmin vast stond dat deze ooit terugbetaald dienden te worden. Ook de berekeningen zoals deze in artikel 1 worden beschreven en het overige in de vaststellingsovereenkomst bepaalde, leveren geen enkele aanwijzing op dat een mogelijk terugbetaling van CB-bijdragen is verdisconteerd in de bereikte overeenkomst of dat daar rekening mee is gehouden terwijl de bedragen die daarmee gemoeid blijken te zijn aanmerkelijk groter zijn dan de bedragen waarover in de vaststellingsovereenkomst een akkoord is gesloten. Niet gesproken kan worden van een geringe kwestie die mede gezien de inhoud van het beding tot finale kwijting voor risico van een van de partijen komt.
dbc’s en betaalde schulden
4.5.
Stichting GGZ in Balans heeft een beroep op de vaststellingsovereenkomst gedaan ter afwering van de eerste twee onderdelen van de vordering van Licht In Zicht BV. Stichting GGZ in Balans voert daarvoor aan dat uit de vaststellingsovereenkomst volgt dat partijen juist niet hebben afgesproken dat Stichting GGZ in Balans de met de dbc’s verrekende schulden zou moeten terugbetalen aan Licht In Zicht BV. Uit artikel 1 van de VSO blijkt de bereidheid van Licht In Zicht BV om ook het restant van de schulden van Stichting GGZ in Balans te betalen alsmede een vergoeding van het bestuur van Stichting GGZ in Balans voor het meewerken aan het declaratieproces en een vergoeding voor de kosten van de boekhouding. Voorts is afgesproken dat Licht In Zicht BV nog een laatste betaling zou doen van € 50.000,- in het kader van de afwikkeling van de schulden van Stichting GGZ in Balans en is in artikel 7 van de VSO afgesproken dat na uitvoering Stichting GGZ in Balans en Licht In Zicht BV elkaar finale kwijting geven ter zake van alle vorderingen die zij op elkaar hebben, uit welke hoofde ook. Met betrekking het tweede onderdeel van de vordering van Licht In Zicht BV in verband met in 2019 en 2020 verrichte betalingen ten behoeve van Stichting GGZ in Balans wijst Stichting GGZ in Balans erop dat Licht In Zicht BV deze betalingen verricht in 2019 en 2020 niet heeft besproken tijdens de onderhandelingen die hebben geleid tot de VSO.
toelaatbaarheid vermeerdering van eis Licht In Zicht BV
4.6.
Stichting GGZ in Balans brengt eveneens naar voren dat Licht In Zicht BV haar vordering ter zake van door Licht In Zicht BV betaalde schulden veel eerder had kunnen instellen en dan was deze onderdeel van de mondelinge behandeling geweest. Stichting GGZ in Balans verzoekt de rechtbank de vordering buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde.
Gelet op het bepaalde in artikel 130 Rv zijn partijen zolang geen eindvonnis is gewezen bevoegd de eis of de gronden daarvan te vermeerderen of te veranderen. Op bezwaar van de andere partij of ambtshalve kan de rechter de vermeerdering of verandering buiten beschouwing laten indien deze in strijd is met de goede procesorde. Dat de gewijzigde vordering volgens Stichting GGZ in Balans veel eerder ingesteld had kunnen worden en dan onderdeel van de mondelinge behandeling was geweest, brengt nog niet met zich mede dat sprake is van strijd met de goede procesorde. Voorts geldt dat Stichting GGZ in Balans in haar akte heeft kunnen reageren op de eisvermeerdering en dat ook heeft gedaan. Naar het oordeel van de rechtbank is met betrekking tot de eisvermeerdering dan ook geen sprake van strijd met de goede procesorde, zodat deze zal worden toegelaten.
4.7.
Licht In Zicht BV heeft in haar eerste processtuk benoemd dat er een onverwachte verdubbeling van de koopsom heeft plaatsgevonden. Zij heeft toegelicht dat Stichting GGZ in Balans, wetende dat Licht In Zicht BV met de rug tegen de muur stond, bovenop de al betaalde koopprijs aanvullende betalingen heeft afgedwongen en dat Stichting GGZ in Balans als voorwaarde voor gebruik van haar AGB-code heeft gesteld dat Licht In Zicht BV haar schulden moest betalen. Gesteld voor de keuze heeft Licht In Zicht BV de keuze gemaakt de eisen van Stichting GGZ in Balans in te willigen, aldus Licht In Zicht BV. Volgens Licht In Zicht BV heeft zij uiteindelijk meer dan € 300.000,- aan schulden van Stichting GGZ in Balans voldaan en is op enig moment vervolgens weer discussie ontstaan over bedragen die partijen van elkaar tegoed hadden omdat Stichting GGZ in Balans nog eens betaling van € 2000.000,- verlangde in plaats van de ontvangen gelden van de dbc’s integraal door te betalen (2.6, 2.9 conclusie van antwoord Licht In Zicht BV). Volgens Licht In Zicht BV had zij een vordering uit hoofde van schulden die zij voor Stichting GGZ in Balans heeft voorgeschoten maar om een streep onder alle (financiële) discussie te zetten hebben partijen de VSO gesloten waarin finale kwijting is verleend voor alle vorderingen over en weer. In juli 2021 is er volgens Licht In Zicht BV nog uitvoerige discussie over de afhandeling van de VSO en de vraag of Stichting GGZ in Balans wel alle ontvangen bedragen doorbetaald maar uiteindelijk bereiken partijen nog wel een akkoord, aldus Licht In Zicht BV. De inhoud van dit laatste door haar gestelde akkoord licht zij niet nader toe.
4.8.
Licht In Zicht BV onderbouwt haar eerste vordering door het totaal van sinds 1 november 2019 aan dbc’s ontvangen bedragen te verminderen met de aan haar doorbetaalde bedragen en vordert het bedrag dat niet aan haar is doorbetaald. Of deze benadering juist is, is de vraag in het licht van de VSO en haar hiervoor weergegeven stelling dat zij - daartoe gedwongen door Stichting GGZ in Balans - aanmerkelijk meer heeft betaald dan de koopsom als gevolg van toegestane verrekeningen. De rechtbank licht dit verder toe. Vast staat dat Licht In Zicht BV in beginsel recht heeft op doorbetaling van door zorgverzekeraars aan Stichting GGZ in Balans betaalde bedragen aan dbc’s die door Licht In Zicht BV zijn afgerond. Volledige doorbetaling over de gehele periode wordt echter in ieder geval doorkruist door de inhoud van de VSO. Immers in de VSO is in artikel 1 lid 2 bepaald dat: “
het in aftrek te brengen bedrag ad € 27.439,48 wordt als reeds aan de stichting voldaan geacht door verrekening met het aan LIZ toekomende saldo op de bankrekening van de Stichting”.
Daarnaast wordt volledige doorbetaling mogelijk doorkruist door het bepaalde in artikel 1 lid 4 van de VSO. Daarin wordt immers vastgesteld
“dat de Stichting op 10 februari jl. een aan LIZ toekomend banksaldo had van € 116.000,-“.Overeengekomen wordt dat dit saldo wordt overgemaakt aan Licht In Zicht BV en partijen verlenen elkaar in artikel 7 finale kwijting, met dien verstande dat in artikel 5 een afspraak wordt gemaakt over toekomstige doorbetalingen. Voor zover het banksaldo van € 116.000,- tot stand is gekomen na andere verrekeningen dan het in artikel 1 lid 2 genoemde bedrag, doorkruist ook dit de door Licht In Zicht BV gekozen onderbouwing van haar eerste vordering.
Mogelijk doorkruisen ook afspraken na de VSO volledige doorbetaling van dbc’s maar partijen [bedrijf 2] in hun processtukken geen duidelijke stellingen hierover ingenomen.
4.9.
Naast dit probleem stelt zich voor de rechtbank het volgende probleem. De redenering van de saldovergelijking wordt verfijnd door Licht In Zicht BV door het benoemen van de verrekeningen waartegen zij zich keert, namelijk kosten instandhouding van € 7.252,84, vergoedingen werkmaatschappijen [bedrijf 1] en [bedrijf 2] van € 20.588,20, schulden Stichting GGZ in Balans van € 62.442.13 en kosten twee medewerkers van € 40.584,04. Stichting GGZ in Balans benoemt dezelfde posten in productie 21, financieel overzicht periode 1-11-2019 tot 1-8-2021. In deze periode is op 22 februari 2021 de VSO gesloten. Voor de rechtbank is onduidelijk of deze met name genoemde verrekeningen (hierna ook de betwiste verrekeningen) gedeeltelijk de verrekeningen betreffen als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de VSO en\of de betwiste verrekeningen al hadden plaatsgevonden op 10 februari 2021 en daarmee bij de vaststelling van het banksaldo van € 116.000,- al een rol hebben gespeeld. Zo niet dan is sprake van nieuwe verrekeningen die behoudens een ten opzichte van de VSO latere overeenkomst niet toegelaten zijn gelet op het bepaalde in artikel 7 van de VSO. Partijen hebben zich er echter helaas niet over uitgelaten hoe inhoudelijk de betwiste verrekeningen zich verhouden tot de verrekeningen zoals die volgen uit de VSO.
4.10.
Weliswaar leiden in deze procedure de betwiste verrekeningen door Stichting GGZ in Balans tot een vordering van Licht In Zicht BV, maar dat betekent nog niet dat Licht In Zicht BV de bewijslast draagt van de vordering en dat Stichting GGZ in Balans zich ten verwere zonder meer kan beroepen op artikel 7 van de VSO. Vast staat immers dat Stichting GGZ in Balans van zorgverzekeraars ontvangen gelden in verband met afgesloten dbc’s dient door te betalen aan Licht In Zicht BV. Dat heeft Stichting GGZ in Balans tot het gevorderde bedrag van € 132.600,50 niet gedaan, stellende dat zij deze gelden mocht verrekenen met vorderingen van haar op Licht In Zicht BV. Stichting GGZ in Balans zal haar vorderingen en mogelijkheid tot verrekenen (of bevrijdend verweer tegen de vordering van Licht In Zicht BV) voldoende moeten onderbouwen en bij betwisting dienen te bewijzen. Anders dan Stichting GGZ in Balans kennelijk meent, komt haar voorts niet zonder meer een beroep toe op artikel 7 van de VSO. Stichting GGZ in Balans zal dienen aan te tonen dat de verrekening van de vorderingen is overeengekomen, bijvoorbeeld doordat dit onderdeel is van hetgeen in de VSO is overeengekomen of daaruit volgt, bijvoorbeeld door het bepaalde in artikel 1 lid 4 van de VSO. Indien de mogelijkheid tot verrekening van de betwiste verrekeningen niet volgt uit de VSO zal Stichting GGZ in Balans eveneens feiten of omstandigheden moeten aantonen waarom het bepaalde in de VSO niet in de weg staat aan verrekening.
4.11.
Gelet op de onderbouwing van de verrekeningen waarop Stichting GGZ in Balans zich beroept lijkt het er op dat het vooral gaat om schulden van Stichting GGZ in Balans ontstaan voorafgaand aan de totstandkoming van de VSO, maar helemaal duidelijk is dit niet. Evenmin wordt door de raadslieden van partijen een analyse gemaakt hoe de verrekeningen moeten worden gezien in relatie tot de inhoud van de VSO en de opstelling van de deskundige. Daardoor is niet duidelijk voor de rechtbank of sprake is van “nieuwe” verrekeningen om het saldo passend te krijgen of dat sprake is van verrekeningen die al hadden plaatsgevonden voorafgaand aan de VSO en die in de VSO hun bevestiging hebben gekregen. Daarnaast is voor de rechtbank niet inzichtelijk in hoeverre de deskundige de VSO en de gevolgen daarvan in zijn opstelling heeft betrokken. Aldus wordt de rechtbank niet goed geïnformeerd en is sprake van weinig efficiënt procederen. Gelet op de inhoud van de VSO gaat de rechtbank ervan uit dat geen ruimte is voor andere verrekeningen dan die volgen uit de VSO tenzij sprake is van een nadere overeenkomst. Dat nadere verrekeningen zijn overeengekomen wordt door Licht In Zicht BV betwist.
4.12.
De rechtbank zal Stichting GGZ in Balans opdragen feiten of omstandigheden te bewijzen waaruit volgt dat tussen partijen is overeengekomen dat zij de posten als genoemd in rechtsoverweging 4.9 mocht verrekenen met aan Licht In Zicht BV toekomende gelden van zorgverzekeraars, zonder dat dit resulteert in een vordering van Licht In Zicht BV op Stichting GGZ in Balans.
vordering van Licht In Zicht BV ter zake van betaalde schulden
4.13.
De grondslag van de vordering van Licht In Zicht BV van € 44.927,98 in verband met schulden van Stichting GGZ in Balans die Licht In Zicht BV in 2019 en 2020 ten behoeve van Stichting GGZ in Balans rechtstreeks aan schuldeisers heeft voldaan is onduidelijk. Licht In Zicht BV stelt dat het vooral betalingen betreft in verband met werknemers die Stichting GGZ in Balans op grond van artikel 4 van de koopovereenkomst verplicht was te doen. Stichting GGZ in Balans verweert zich door naar voren te brengen dat Licht In Zicht BV geen grondslag heeft genoemd voor haar vordering en dat Licht In Zicht BV deze vordering in de onderhandelingen voorafgaand aan het sluiten van de VSO had moeten betrekken en door dit niet te doen haar rechten heeft verspeeld op grond van de inhoud van de VSO.
4.14.
De vragen van de rechtbank zoals die naar voren zijn gebracht in rechtsoverweging 4.11. spelen geen rol bij de beoordeling van deze vordering met name omdat geen sprake is ven een verrekening. Indien Licht In Zicht BV schulden heeft betaald van Stichting GGZ in Balans brengt dat nog niet met zich mee dat zij daardoor een vordering verkrijgt op Stichting GGZ in Balans. Of uit afspraken tussen partijen in de loop van 2019 of 2020 wel volgt dat Licht In Zicht BV ter zake een vordering heeft verkregen, kan in het midden blijven. Stichting GGZ in Balans wijst er terecht op dat Licht In Zicht BV de vordering naar voren had kunnen brengen in de onderhandelingen die hebben geleid tot de VSO. De gestelde vordering bestond immers al ten tijde van het overeenkomen van de VSO en staat in nauwe betrekking tot het geschil waaraan de VSO een eind beoogde te maken. Dit volgt uit hetgeen is overwogen in het zesde liggende streepje van de VSO en hetgeen vervolgens in de VSO is overeengekomen. Het bepaalde in artikel 7 van de VSO waarin partijen elkaar over en weer finale kwijting hebben gegeven ter zake van alle vorderingen die zij op elkaar hebben, uit welke hoofde dan ook, staat vervolgens in de weg aan het toewijzen van de thans door Licht In Zicht BV ingestelde vordering ter zake van door haar betaalde schulden van Stichting GGZ in Balans.
4.15.
Deze vordering van Licht In Zicht BV zal dan ook worden afgewezen.
CB-bijdragen
4.16.
Stichting GGZ in Balans verweert zich tegen de door Licht In Zicht BV ingestelde vordering ter zake van niet aan Licht In Zicht BV doorbetaalde CB-bijdragen door aan te voeren dat Licht In Zicht BV verzuimt aan te voeren op grond waarvan zij recht heeft op doorbetaling. Uit de berekeningen van de zorgverzekeraars volgt volgens Stichting GGZ in Balans dat er niet of nauwelijks sprake was van verminderde omzet zodat de reeds door zorgverzekeraars betaalde bedragen integraal moeten worden terugbetaald. Stichting GGZ in Balans heeft voorts nog naar voren gebracht dat de CB-bijdragen zonder overleg met haar door Licht In Zicht BV zijn aangevraagd en dat zij de doorbetalingen heeft verricht in de veronderstelling dat sprake was van betaling van dbc’s.
4.17.
Licht In Zicht BV heeft gewezen op het mailbericht van de zoon van [bedrijf 1], werkzaam bij Licht In Zicht BV, van 30 juni 2020 aan mevrouw [naam 1] en [bedrijf 1] senior, bestuurder van Stichting GGZ in Balans, waarin [naam 2] bericht dat hij vandaag de aanvraag voor de continuïteitsbijdrage heeft ingediend vanuit de stichting met de mededeling dat het e-mailadres van [bedrijf 1] wordt gebruikt voor communicatie vanuit Vecozo, met het verzoek hem te laten weten als [bedrijf 1] senior iets ontvangt. [bedrijf 1] reageert met “
doene we”. Uit deze mail kan niet anders dan worden geconcludeerd dat Stichting GGZ in Balans op de hoogte was van althans deze aanvraag door Licht In Zicht BV van de CB-bijdrage via Stichting GGZ in Balans en daarmee instemde. Licht In Zicht BV voert ook onweersproken aan dat dit logisch was omdat de CB-bijdrage werd bepaald aan de hand van de omzet over 2019, welke omzet op de AGB-code van Stichting GGZ in Balans stond. Dit geldt voor alle aanvragen. Indien Stichting GGZ in Balans niet wenste dat voor deze aanvragen haar AGB-code werd gebruikt of onvoldoende op de hoogte was van de regeling, namelijk dat gewerkt werd met voorschotten die wellicht op een later moment terugbetaald dienen te worden, had van haar veerwacht kunnen worden dat zij anders reageerde op de mail van Licht In Zicht BV. De rechtbank concludeert dat Licht In Zicht BV er van mocht uitgaan dat het aanvragen door haar van CB-bijdragen met gebruikmaking van de AGB-code van Stichting GGZ in Balans de instemming van Stichting GGZ in Balans had en dat op dezelfde wijze zou worden gehandeld als bij het indienen van facturen voor dbc’s, namelijk dat de door Stichting GGZ in Balans te ontvangen bedragen aan Licht In Zicht BV werden doorbetaald, zoals ook gedeeltelijk is gedaan. Deze overeengekomen werkwijze brengt met zich mee dat Stichting GGZ in Balans gehouden is door haar ontvangen voorschotten van zorgverleners te betalen aan Licht In Zicht BV. Dit uiteraard onder gehoudenheid van Licht In Zicht BV om indien de verplichting blijkt te bestaan om betaalde voorschotten terug te betalen, zulks te doen, al of niet door middel van verrekening.
4.18.
De rechtbank begrijpt dat de contactgegevens van Stichting GGZ in Balans zijn gebruikt voor de aanvragen voor de CB-bijdrage en dat Stichting GGZ in Balans ook deze contacten heeft onderhouden, althans heeft gereageerd op verzoeken van terugbetaling van voorschotten van zorgverleners. Partijen laten zich er niet over uit in hoeverre Licht In Zicht BV hierbij is betrokken en hiervan op de hoogte was. De deskundige komt tot de conclusie dat Stichting GGZ in Balans een bedrag van € 249.483,84 ontving aan voorlopige CB-bijdragen dat niet is doorbetaald aan Licht In Zicht BV. In totaal is door Stichting GGZ in Balans € 350.017,35 ontvangen omdat € 100.533,51 is doorbetaald. Aan ziektekostenverzekeraars is terugbetaald een bedrag van € 165.969,-. De deskundige concludeert dat niet duidelijk is of het resterende bedrag van € 184.048,35,- terugbetaald moet worden aan ziektekostenverzekeraars of toekomt aan Licht In Zicht BV. In dit laatste bedrag is begrepen de eventuele terugbetaling van € 100.533,51 Kennelijk heeft de deskundige geen bescheiden ingezien waaruit dit blijkt. Als gedeeltelijk al overwogen in rechtsoverweging 4.3. concludeert de rechtbank uit de hoogte van de in reconventie ingestelde vordering (na verrekening) dat Licht In Zicht BV aanvaardt dat het bedrag van € 100.533,61 terugbetaald dient te worden aan CZ en Zilveren Kruis en dat daarnaast een bedrag van € 165.969,- is terugbetaald en dat als gevolg daarvan na verrekening een vordering resteert in verband met CB-bijdragen van € 83.513,35 (€ 350.017,35 – (€ 100.533,61 + € 165.969,-).
4.19.
Stichting GGZ in Balans verweert zich door te stellen dat zij op grond van mededelingen van de ziektekostenverzekeraars alle ontvangen CB-bijdragen moet gaan terugstorten. Naar het oordeel van de rechtbank zal Stichting GGZ in Balans dit verweer dienen te bewijzen. Er is immers sprake van gehoudenheid tot betaling van de ontvangen voorschotten aan de kant van Stichting GGZ in Balans, tenzij de ziektekostenverzekeraars de betaalde bedragen terugvorderen. Ook de wijze waarop de AGB-code en bankrekening van Stichting GGZ in Balans, zoals de rechtbank heeft geconcludeerd met haar instemming, is gebruikt en de omstandigheid dat Stichting GGZ in Balans het correspondentieadres was voor de ziektekostenverzekeraars brengt met zich dat het op de weg van Stichting GGZ in Balans ligt om de terugbetalingsverplichting aan te tonen. Stichting GGZ in Balans heeft al tot een bedrag van € 165.969,- aan CB-bijdragen terugbetaald en Licht In Zicht BV verzet zich niet tegen dit gegeven en dat zij dit bedrag niet van Stichting GGZ in Balans kan vorderen. Ook legt zij zich kennelijk neer bij de verplichting tot terugbetaling van € 100,533,61 aan CZ en Zilveren Kruis. Stichting GGZ in Balans zal derhalve dienen te bewijzen dat zij door zorgverzekeraars wordt verplicht daarnaast nog tot een bedrag van € 83.513,35 aan CB-bijdragen dient terug te betalen. De rechtbank overweegt hierbij nog dat niet door Stichting GGZ in Balans aangetoond behoeft te worden dat de terugvordering van de betreffende ziektekostenverzekeraar ook terecht is. Dit bij gebreke van stellingen van Licht In Zicht BV over afspraken tussen partijen over een samenwerking op dit vlak (de feitelijke werkwijze) en ten aanzien van een daadwekelijke verminderde omzet per ziektekostenverzekeraar (de inhoud). Dit resulteert in de hierna onder 5.2 geformuleerde bewijsopdracht.
kosten deskundige
4.20.
Partijen hebben tenslotte nog een geschil over de kosten van de deskundige. Tussen partijen is ter zitting overeengekomen dat de kosten van de accountant uiteindelijk gedragen zullen worden door Stichting GGZ in Balans als de rekening en verantwoording ondeugdelijk blijkt te zijn en door Licht In Zicht BV indien de rekening en verantwoording deugdelijk blijkt te zijn. De deskundige rapporteert dat in de door Stichting GGZ in Balans opgemaakte staat van rekening en verantwoording geen onjuistheden zijn geconstateerd. Hij komt tot die conclusie omdat uit niets is gebleken dat de door Stichting GGZ in Balans opgestelde mutatieoverzichten onjuist zijn. De rechtbank zal de beslissing over dit geschil aanhouden in afwachting van de bewijslevering omdat zij nog niet kan beoordelen of de verantwoording inderdaad juist was.
4.21.
Licht In Zicht BV heeft met betrekking tot de vordering van Stichting GGZ in Balans in conventie uitsluitend nog een beroep op verrekening gedaan met haar vordering in reconventie. Stichting GGZ in Balans heeft zich verweert tegen de reconventionele vorderingen maar zich niet uit afzonderlijk uit gelaten over de verrekening.
4.22.
In afwachting van de bewijsvoering zal in conventie en in reconventie iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
laat Stichting GGZ in Balans toe feiten of omstandigheden te bewijzen waaruit volgt dat tussen partijen is overeengekomen dat zij de posten als genoemd in rechtsoverweging 4.9 mocht verrekenen met aan Licht In Zicht BV toekomende gelden van zorgverzekeraars, zonder dat nog in een vordering resulteert van Licht In Zicht BV op Stichting GGZ in Balans,
5.2.
laat Stichting GGZ in Balans toe te bewijzen dat zij door zorgverzekeraars wordt verplicht - naast het door haar al terugbetaalde bedrag van € 165.969,- aan CB-bijdragen en het terug te betalen bedrag van € 100,533,61 aan CZ en Zilveren Kruis - nog een bedrag van € 83.513,35. terug te betalen in verband ontvangen voorschotten aan CB-bijdrage,
5.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 11 september 2024 voor uitlating Stichting GGZ in Balans of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
5.4.
bepaalt dat Stichting GGZ in Balans geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.5.
bepaalt dat Stichting GGZ in Balans indien zij
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden januari tot en met maart 2025 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.6.
bepaalt dat de getuigenverhoren zullen plaatsvinden op de terechtzitting van mr. R.M.M. van den Heuvel in het gerechtsgebouw te Breda aan Stationslaan 10,
5.7.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024. [1]

Voetnoten

1.type: