ECLI:NL:RBZWB:2024:5990
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Oordeel over verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van Woo-verzoeken
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 augustus 2024 wordt het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 14 mei 2024 behandeld. In die eerdere uitspraak verklaarde de rechtbank de beroepen van de opposant tegen het niet tijdig beslissen op Woo-verzoeken van 5 en 15 mei 2023 kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelt dat het beroep van de opposant tegen het besluit van 27 juni 2023 niet onder het verzet valt, omdat dit beroep als bezwaar is behandeld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom.
De rechtbank heeft in deze uitspraak geen zitting gehouden, omdat de opposant niet om een zitting heeft verzocht en de rechtbank geen aanleiding zag om dit te doen. De beoordeling van het verzet richt zich op de vraag of de eerdere uitspraak van 14 mei 2024 terecht was. De rechtbank concludeert dat het verzet ongegrond is, omdat de opposant geen gronden heeft aangevoerd die de eerdere beslissing zouden kunnen weerleggen. De rechtbank bevestigt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn verklaard, omdat het Woo-verzoek van 5 mei 2023 niet als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden beschouwd.
De rechtbank besluit dat het beroep ongegrond is en dat de opposant geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.