ECLI:NL:RBZWB:2024:5977
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning in Hilvarenbeek
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 augustus 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een vrijstaande woning, vastgesteld op € 587.000 per 1 januari 2022. Belanghebbende, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en vond de WOZ-waarde te hoog. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 18 juli 2024, waarbij belanghebbende niet aanwezig was, ondanks een tijdige uitnodiging. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de vastgestelde waarde, onder andere door gebruik te maken van vergelijkingsmethoden met referentiewoningen. De rechtbank oordeelt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en dat de aanslag in de onroerendezaakbelastingen (OZB) gehandhaafd blijft. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en zij krijgt haar griffierecht niet vergoed.