ECLI:NL:RBZWB:2024:5934

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
24 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/424889 / FA RK 24/3382
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 21 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van de psychische toestand van betrokkene, die lijdt aan schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene momenteel ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, wat leidt tot ernstige psychische en financiële schade, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 augustus 2024 waren betrokkene, haar advocaat en een casemanager aanwezig. De advocaat van betrokkene gaf aan dat zijn cliënt de noodzaak van een zorgmachtiging inziet, maar liever een kortere termijn van zes maanden zou willen in plaats van de verzochte twaalf maanden. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van verschillende maatregelen zoals het toedienen van medicatie, beperken van de bewegingsvrijheid en insluiten. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Weerkamp en is op 21 augustus 2024 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/424889 / FA RK 24/3382
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 21 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , [locatie] ,
hierna te noemen: betrokkene,
waarnemend advocaat: mr. P. Doorakkers.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 juli 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 18 juli 2024;
- de medische verklaring van 17 juli 2024;
- een zorgplan van 15 juli 2024;
- een zorgkaart van 16 juli 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 augustus 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam] , casemanager.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat haar toestand sinds de vorige mondelinge behandeling, naar aanleiding waarvan er een zorgmachtiging is verleend, aanmerkelijk is verbeterd. Zij wilde toen niet op het verzoek worden gehoord en verkeerde in een psychotische toestand, waardoor zij kampte met waanbeelden. Daarnaast speelden er tegelijkertijd meerdere zaken die haar bezig hielden, waaronder met name de uithuisplaatsing van haar dochters. Zij is vervolgens vanuit een zekere tunnelvisie een weg ingeslagen waarin zij niet meer was tegen te houden. Als voorbeelden benoemt zij het op ongewenste wijze toegang zoeken tot instanties en het afreizen naar Den Haag om de minister-president en de koning te spreken. Hoewel zij intussen meerdere psychoses heeft gehad bemerkt zij dat zij daarvan met de haar geboden zorg steeds sneller herstelt. Ook is de relatie met haar kinderen intussen sterk verbeterd en bezorgt het haar een fijn gevoel te zien dat het goed met hen gaat. Zij wil voorkomen dat zij opnieuw in een situatie geraakt, waarin anderen, waaronder bijvoorbeeld haar kinderen, bij instanties moeten aankloppen om voor haar hulp in te schakelen. Ook wil zij gelet op haar eerdere ervaringen nooit meer een opname. Zij kan daarom achter een zorgmachtiging staan, nu daarvan ook een preventieve werking uit gaat. Wel heeft zij twijfels ten aanzien van de periode waarvoor de zorgmachtiging is verzocht. Zij zou liever zien dat een zorgmachtiging wordt verleend voor een termijn die voor haar overzienbaar is, te weten zes maanden. Verder wil zij dat er extra aandacht komt voor de medicatie die zij ambulant krijgt toegediend, te weten Haldol, nu zij daarvan ernstige bijwerkingen ervaart.
3.2
De casemanager brengt naar voren dat betrokkene één maal per twee weken door FACT wordt bezocht. Zij krijgt momenteel verplicht medicatie in depotvorm toegediend, te weten lithium in combinatie met Haldol. Betrokkene dient nog verder op deze medicatie te worden ingesteld. Ook zal daarbij nader worden onderzocht of/in hoeverre de toediening van Haldol kan worden afgebouwd, opdat de medicatie wel effectief blijft, maar betrokkene daarvan minder bijwerkingen ervaart. Verder dient over een opname mogelijkheid te worden beschikt voor die situaties, waarin betrokkene de noodzakelijke zorg, waaronder medicatie toediening, alsnog mocht weigeren. Zij kan daarom achter een opvolgende zorgmachtiging staan, als verzocht voor de aldus verzochte duur, zij het dat voor het toedienen van vocht en voeding en voor het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen er op dit moment geen noodzaak wordt gezien. Op de vraag van de advocaat of ‘insluiten’ als verplichte zorgvorm noodzakelijk is, antwoordt zij bevestigend. Zij licht toe dat deze zorgvorm eerder diende te worden toegepast toen betrokkene zich in een toestand bevond, waarin zij met zeer heftige emoties kampte.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt in het voorgesprek heeft aangegeven eigenlijk liever geen zorgmachtiging te willen. Uit haar actuele mondelinge standpunt maakt hij op dat zij alsnog de noodzaak van een zorgmachtiging - bij wijze van extra vangnet - inziet en dat zij bereid is daaraan mee te werken, maar dat zij met name moeite heeft met de duur waarvoor deze is gevraagd. Met deze toelichting stelt hij zich op het standpunt dat het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor de meest noodzakelijke verplichte zorgvormen, zoals besproken, kan worden toegewezen, zij het voor beperktere duur, te weten zes maanden. Bovendien vraagt hij om afwijzing van het opleggen van insluiten als verplichte zorgvorm, nu in zijn opvatting van de noodzaak daarvan niet of onvoldoende is gebleken, alsook van het meer of anders verzochte.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt ook op dit moment nog tot ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarbij neemt de rechtbank meer specifiek in aanmerking dat de behandelaar heeft verklaard dat betrokkene momenteel nog op de juiste medicatie wordt ingesteld, waarbij mogelijk sprake is van de afbouw van Haldol. Daarvoor is nodig dat bij ontregeling snel kan worden ingegrepen, waaronder een eventuele kortdurende klinische opname. Ook is voldoende gemotiveerd dat in zo’n situatie het nodig kan zijn dat betrokkene wordt ingesloten, nu dit bij een eerdere opname ook het geval is geweest. Om die reden is verplichte zorg ook in dit stadium nog nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is tenslotte dat voor andere dan de aldus genoemde zorgvormen geen noodzaak
bestaat, zodat het verzoek voor het overige zal worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Rekening houdend met de aan het ambulante zorg- en behandeltraject, dat onder meer gericht is op het optimaal instellen van betrokkene op medicatie en de daaraan klevende risico’s, ziet de rechtbank geen aanleiding om de zorgmachtiging in duur te beperken. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 augustus 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp, rechter en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 23 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.