ECLI:NL:RBZWB:2024:5908

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
02-172773-19
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs met één jaar en omzetting van de tbs met voorwaarden naar tbs met verpleging van overheidswege

Op 23 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van betrokkene, die in 2020 was veroordeeld tot terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden. De officier van justitie had vorderingen ingediend tot verlenging van de tbs met voorwaarden en omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege. Betrokkene, geboren in 1994 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Grave, had zich herhaaldelijk niet aan de voorwaarden gehouden, wat leidde tot een hoog recidivegevaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen in het geding is en dat de tbs-maatregel moet worden verlengd. De reclassering en een externe psychiater adviseerden tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar, maar de rechtbank heeft besloten de tbs met één jaar te verlengen, rekening houdend met de onduidelijkheid over de duur van de maatregel en de lange wachttijden voor plaatsing in een tbs-instelling. De rechtbank heeft ook bevolen dat betrokkene van overheidswege zal worden verpleegd, gezien het niet naleven van de voorwaarden en het risico op recidive. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-172773-19
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 23 augustus 2024
op de vorderingen van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden en omzetting in terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Grave.
[betrokkene] zal hierna worden aangeduid als betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 21 juni 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 11 juli 2024, die strekt tot de voorlopige verpleging van overheidswege van betrokkene;
- het bevel van de rechter-commissaris van 11 juli 2024 tot voorlopige verpleging van overheidswege van betrokkene;
- de vordering van de officier van justitie van 11 juli 2024, die strekt tot omzetting van de
tbs met voorwaarden in tbs met verpleging van overheidswege;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene in de
vorm van voortgangsverslagen van de reclassering, waarvan het laatste is van 21 maart 2024;
- het rapport van de reclassering van 11 juni 2024 met het advies de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen;
- het rapport van de reclassering van 10 juli 2024 met het advies de tbs met voorwaarden om te zetten naar een tbs met verpleging van overheidswege;
- het psychiatrisch rapport van dr. [psychiater] van 15 mei 2024.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 4 augustus 2020 is betrokkene voor bedreiging en belaging veroordeeld tot tbs met voorwaarden, met als voorwaarden:
- verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
- verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder
andere in:
  • verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
  • verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen;
  • verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
  • verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
  • verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
  • verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
  • verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de
reclassering;
 verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene als dat van belang is voor het toezicht;
- verdachte werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum
(fpc) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt
maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal
7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
- verdachte gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen zonder
toestemming van het Openbaar Ministerie;
- verdachte laat zich opnemen in de [kliniek] of een soortgelijke
zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor
plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt
zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de
behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of
maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatie-
stelling en plaatsing;
- verdachte laat zich behandelen door een nader te bepalen instelling/behandelaar of
een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start
aansluitend op de klinische opname. De behandeling duurt zolang de reclassering
dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de
zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel
zijn van de behandeling;
- verdachte verblijft in een nog nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of
maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start
aansluitend op de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat
nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de
instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De
controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte
wordt gecontroleerd;
- verdachte gebruikt geen alcohol en werkt mee aan controle op dit alcoholverbod.
De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt
gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek
(blaastest);
- verdachte werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het
middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en adem-
onderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak
verdachte wordt gecontroleerd;
- verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met
de slachtoffers in onderhavige zaak, te weten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en
[slachtoffer 4] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet
toe op handhaving van dit contactverbod.
Hierbij heeft de rechtbank bevolen dat de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
De tbs met voorwaarden is op 4 augustus 2020 aangevangen en laatstelijk met twee jaar op 11 augustus 2022 verlengd waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de tbs in zijn totaliteit maximaal vier jaar mag duren.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 8 december 2022 de verlengingsbeslissing van de rechtbank bevestigd met verbetering van gronden inhoudende dat de beperking van de duur van de tbs tot vier jaar in het opleggingsvonnis niet anders kan betekenen dan dat een tbs met verpleging na (eventuele) omzetting van de tbs met voorwaarden beperkt is tot vier jaar en dat er geen sprake is van bij betrokkene opgewekt vertrouwen dat de tbs met voorwaarden zou zijn beperkt tot vier jaar.
Op 11 juli 2024 heeft de officier van justitie een vordering strekkende tot het (voorlopig) alsnog van overheidswege verplegen van betrokkene ingediend. De rechter-commissaris van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 11 juli 2024 de vordering tot voorlopige verpleging van betrokkene toegewezen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 9 augustus 2024 is officier van justitie mr. L.A. Pronk gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Haarlem. Voorts is als deskundige [reclasseringswerker] , gehoord.

3.Het advies van de reclassering

Het verlengingsadvies
De reclassering heeft in haar rapport van 11 juni 2024 geadviseerd tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar. Uit dit advies is gebleken dat betrokkene is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis, een licht verstandelijke beperking en een verslavingsproblematiek die in remissie leek te zijn maar waarvan betrokkene heeft aangegeven weer teruggevallen te zijn in middelengebruik. De reclassering schat het risico op recidive momenteel hoog in vanwege de ontwikkelingen van de afgelopen maanden. Daarbij is sprake geweest van een afbouw van medicatie die gepaard is gegaan met toename van (verbale) agressie tegen beroepsbeoefenaars, belaging en middelengebruik. Sinds oktober 2022 is betrokkene overgeplaatst naar [forensische woonvoorziening] . Betrokkene heeft op 22 maart 2024 een officiële waarschuwing gekregen. Op 28 maart 2024 heeft [forensische woonvoorziening] een time-out aangevraagd. Betrokkene stelde zich niet begeleidbaar op en hield zich niet aan de huisregels door verbaal grensoverschrijdend gedrag te vertonen. Er konden geen afspraken met hem worden gemaakt en er kon niet worden uitgesloten dat hij fysiek geweld zou gaan gebruiken tegen de hulpverlening. Dit risicogedrag heeft geleid tot een crisismaatregel binnen fpc [tbs-kliniek] . Bij het wegvallen van de tbs-maatregel schat de reclassering het risico op algemene recidive hoog in omdat het probleembesef en zelfinzicht bij betrokkene ontbreekt: daardoor is hij er van overtuigd dat hij een leven kan leiden zonder hulpverlening of medicatie. Daarnaast erkent betrokkene niet dat er sprake is van verslavingsproblematiek en zegt hij middelen te blijven gebruiken na het einde van zijn tbs-maatregel.
De reclassering concludeert dat een verlenging van de tbs-maatregel met ten minste twee jaar nodig zal zijn om verder te werken aan stabilisatie en het instellen op medicatie. Daarnaast zal er nog de nodige aandacht moeten uitgaan naar het middelengebruik en meer algemeen ook het probleembesef en -inzicht. De inschatting is dat betrokkene in de toekomst aangewezen zal blijven op een bepaalde mate van ondersteuning en begeleiding. Nadat de problematiek voldoende is bewerkt en het recidiverisico is teruggedrongen, zal gekeken moeten worden of het verkrijgen van een Wlz-indicatie in combinatie met een zorgmachtiging voor de continuïteit van de medicatie mogelijk is.
Het omzettingsadvies
De reclassering heeft in het rapport van 10 juli 2024 geadviseerd de tbs met voorwaarden om te zetten naar een tbs met verpleging van overheidswege. Uit dit advies volgt dat betrokkene een nieuwe kans op [forensische woonvoorziening] heeft gekregen na het eindigen van zijn crisismaatregel op 3 juli 2024. Binnen enkele dagen na zijn terugkeer is betrokkene teruggevallen in zijn oude patroon van risicovol gedrag. Betrokkene heeft zich een aantal keer aan de voorwaarden - met name die over het begeleid wonen - onttrokken. Betrokkene volgde de aanwijzingen van het personeel weer niet op, hield zich niet aan de huisregels en afspraken en gedroeg zich dreigend en belagend tegenover het personeel. De reclassering schatte in dat het gedrag van betrokkene verder in ernst en frequentie zou gaan toenemen waardoor de veiligheid van de begeleiding en andere betrokkenen verder in het gedrang zou komen. De reclassering schat ook in dit advies het risico op recidive hoog in. Betrokkene liet zowel voor als na de crisismaatregel gedrag zien dat overeenkomt met zijn gedrag ten tijde van het indexdelict. Er is dus geen sprake van gedragsverandering en betrokkene zegt zelf ook zijn gedrag niet zo ernstig te vinden. Hierdoor wordt de kans zeer groot geacht dat dit gedrag zal continueren of verergeren. De reclassering ziet binnen het kader van de tbs met voorwaarden daarom geen mogelijkheden meer voor gedragsverandering en risicobeperking.
Ter zitting heeft de deskundige Vanrijt daaraan nog toegevoegd dat er in beginsel is geadviseerd tot een verlenging van de tbs met voorwaarden omdat betrokkene na het eindigen van zijn crisismaatregel teruggeplaatst kon worden bij [forensische woonvoorziening] . Na het uitbrengen van het verlengingsadvies is het helaas bij de terugplaatsing snel misgelopen. Daarom is er besloten om alsnog tot een omzetting te adviseren. De behandelaren hebben aangegeven dat een ambulant traject met vrijheden te hoog gegrepen is. Er is een gedwongen traject met een hoog beveiligingsniveau nodig dat gericht is op het instellen op medicatie en behandeling.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van [psychiater] van 15 mei 2024 volgt dat er bij betrokkene sprake is van een autismespectrumstoornis, een lichte verstandelijke beperking en een matig ernstige stoornis in middelengebruik. Deze is gedeeltelijk in remissie in gedwongen omstandigheden. De kans op herhaling van (dreigen met) gewelddadig gedrag wordt als matig tot hoog ingeschat binnen de tbs-maatregel en, afhankelijk van de setting waarin hij komt, als hoog als er geen tbs-maatregel meer is. De psychiater adviseert de tbs met voorwaarden te verlengen met twee jaar. Betrokkene zal deze termijn alleen al nodig hebben om te stabiliseren.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij de vorderingen om de maatregel tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen en deze maatregel om te zetten in een tbs met verpleging van overheidswege. Aan de wettelijke vereisten daarvoor is voldaan. Zo is er nog steeds sprake van een stoornis en een hoog recidiverisico wanneer de tbs-maatregel zou worden beëindigd. Daarnaast blijkt uit de adviezen van de reclassering dat betrokkene zich de afgelopen periode aan de voorwaarden heeft onttrokken. De reclassering ziet geen andere optie meer dan de omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege. Er is geen reden om af te wijken van de adviezen die strekken tot een verlenging met twee jaar en een omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij veel frustratie en onrust ervaart door het verloop en de (onduidelijkheid over de) duur van zijn tbs-maatregel. Betrokkene heeft verklaard dat de voorbereiding op de verlengingszitting spanning bij hem opleverde wat geresulteerd heeft in ongepast gedrag. Afbouw van medicatie had hier niets mee te maken, aldus betrokkene. Betrokkene heeft verklaard dat hij wil dat zijn tbs-maatregel wordt omgezet, zodat hij zekerheid heeft over de exact resterende duur van de tbs-maatregel. Het onrustige verloop van de tbs-maatregel heeft een nadelige invloed gehad op zijn motivatie. Hij heeft verzocht de tbs-maatregel slechts te verlengen met één jaar om zijn motivatie te verbeteren.
De verdediging heeft zich niet verzet tegen de omzetting van de tbs met voorwaarden in een tbs met verpleging van overheidswege. De verdediging heeft bepleit dat de tbs-maatregel moet worden verlengd met één jaar. De adviezen van de deskundigen zijn opgesteld in het kader van een tbs met voorwaarden. De deskundigen hebben niet omschreven dat een verlenging van twee jaar noodzakelijk zou zijn bij een tbs met verpleging van overheidswege. Daarnaast is de wachttijd voor plaatsing in een tbs-instelling erg lang. Het zou goed kunnen dat betrokkene over één jaar nog niet in een tbs-instelling is geplaatst en dus dat jaar in de penitentiaire inrichting zal hebben doorgebracht. De kans is aanwezig dat hij na dat jaar is gestabiliseerd en goed is ingesteld op medicatie. De verdediging verzoekt om de tbs-maatregel te verlengen met één jaar om een vinger aan de pols te houden en om na één jaar detentie eventueel te kunnen toetsen of een voorwaardelijke beëindiging met een klinische opname tot de mogelijkheden behoort.

7.Het oordeel van de rechtbank

De vordering tot verlenging van de tbs-maatregel
De tbs-maatregel kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs-maatregel eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de reclassering en de psychiater wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. De rechtbank verlengt daarom de tbs-maatregel.
De vordering tot verpleging van overheidswege
Op grond van de voormelde stukken en de behandeling ter zitting stelt de rechtbank vast dat betrokkene zich meermalen niet aan de opgelegde voorwaarden heeft gehouden. Uit de adviezen van de reclassering concludeert de rechtbank dat betrokkene zich met name aan de voorwaarde over begeleid wonen heeft onttrokken. Hij heeft de aanwijzingen van het personeel niet opgevolgd, hij heeft zich niet aan de huisregels gehouden en hij heeft zich dreigend en belagend gedragen tegenover het personeel. De reclassering acht het verblijf van betrokkene bij [forensische woonvoorziening] niet meer verantwoord gelet op het lage beveiligingsniveau van deze woonvoorziening. De reclassering acht verpleging van overheidswege noodzakelijk om betrokkene de behandeling te kunnen bieden die nodig is om tot structurele gedragsverandering en recidivebeperking te komen. Bovendien is betrokkene het eens met de omzetting van de tbs-maatregel.
Gelet op wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de omzetting noodzakelijk en ook proportioneel is. Nu de gestelde voorwaarden niet zijn nageleefd en het belang van de veiligheid van anderen dit eist, zal de rechtbank bevelen dat betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
De duur van de verlenging
De vraag die vervolgens voorligt, is of de tbs-maatregel met één of twee jaar moet worden verlengd. Uitgangspunt is dat wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met één jaar, de tbs verlengd dient te worden met twee jaar, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank ziet in deze zaak bijzondere omstandigheden om van dit uitgangspunt af te wijken. De rechtbank begrijpt dat de onduidelijkheid over de duur van de aan hem opgelegde tbs-maatregel bij betrokkene voor onrust heeft gezorgd. Ook de rechtbank acht het van belang dat betrokkene zo spoedig mogelijk op een juiste behandelplek wordt geplaatst. Vanwege de gemaximeerde duur van de tbs-maatregel resteert er immers maar een relatief korte tijd om betrokkene te behandelen. In combinatie met de actuele lange wachttijden voor plaatsing in een tbs-instelling maakt dit dat de rechtbank het van belang acht om zicht te houden op de voortgang van dit proces en de ontwikkeling van betrokkene.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de tbs-maatregel van betrokkene moet worden verlengd met één jaar. De rechtbank benadrukt daarbij dat betrokkene aan die beslissing niet de verwachting kan ontlenen dat de tbs-maatregel volgend jaar zal worden beëindigd.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene met één jaar.
De rechtbank beveelt dat betrokkene alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is genomen door mr. M. van de Wetering, voorzitter, mr. J.C.A.M. Los en mr. P.B. van Onzenoort, rechters, in tegenwoordigheid van de griffiers mr. A. van Krevel en mr. N.H.P. van der Linde en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 augustus 2024.
Griffier mr. Van Krevel is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.