In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat op 27 januari 2023 is genomen. Dit besluit betreft de verlening van subsidie op basis van de woonhuisregeling voor instandhoudingskosten van een rijksmonument met woonfunctie. De eisers hebben een subsidieaanvraag ingediend voor werkzaamheden aan hun rijksmonument, maar de Staatssecretaris heeft bepaalde kosten niet subsidiabel geacht, waaronder de vervanging van stalen kozijnen door geïsoleerde kozijnen. De rechtbank heeft op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eisers ongegrond is verklaard. De rechtbank oordeelde dat de door eisers aangevoerde kosten niet voldoen aan de voorwaarden voor subsidiabiliteit volgens de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten. De rechtbank erkende dat de huidige subsidieregeling niet goed aansluit bij de eisen van duurzaam bouwen, maar benadrukte dat de regeling niet is bedoeld voor ingrijpende verduurzaming. De rechtbank concludeerde dat het niet-subsidiëren van de isolatiemaatregelen van eisers niet onevenredig is en dat de Staatssecretaris niet verplicht was om de kosten van de vervanging van de stalen kozijnen te subsidiëren. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.