Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden 4 kilometer per uur harder dan toegestaan op de N65 Bosscheweg te Berkel-Enschot op 1 oktober 2023. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 30 juli 2024 was betrokkene niet aanwezig, maar werd hij vertegenwoordigd door zijn zittingsvertegenwoordiger, mr. I.M.E. van der Meijden.
Betrokkene voerde aan dat hij niet de bestuurder was van het voertuig, omdat deze was gestolen in september 2023. Hij had aangifte gedaan van de diefstal op 3 februari 2024 en voegde Whatsapp-gesprekken toe als bewijs dat hij niet verantwoordelijk was voor de gedraging. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie betwistte dit en stelde dat betrokkene te laat actie had ondernomen. De kantonrechter oordeelde echter dat, hoewel de gedraging was verricht, de boete ten onrechte was opgelegd aan betrokkene. De rechter concludeerde dat betrokkene voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij niet de bestuurder was en dat het voertuig tegen zijn wil was gebruikt.
De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd de officier van justitie opgedragen het bedrag van € 37,- dat betrokkene als zekerheid had betaald, terug te betalen. Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.