ECLI:NL:RBZWB:2024:585
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van den Boom
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldsom met wettelijke rente en proceskosten
In deze civiele procedure heeft eiser, een B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering betreft een bedrag van € 4.733,43, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Gedaagde heeft na de conclusie van antwoord per e-mail laten weten de vordering te erkennen. Dit volgde na een tussenvonnis van 4 oktober 2023 waarin een mondelinge behandeling was gelast. Gedaagde heeft op 25 november 2023 medegedeeld dat hij zijn verweer intrekt en de vordering zal betalen. Eiser heeft ingestemd met het niet doorgaan van de geplande mondelinge behandeling op 13 maart 2024, waarna de kantonrechter heeft bepaald dat het vonnis op basis van de stukken zou worden gewezen.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, aangezien gedaagde geen verweer meer voerde en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond leek. Daarnaast zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente toegewezen, omdat gedaagde hiertegen geen verweer heeft gevoerd. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 990,84, inclusief kosten van dagvaarding, griffierecht en salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 31 januari 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad.