ECLI:NL:RBZWB:2024:5818

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 augustus 2024
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
02/216731-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het samen met anderen aanmaken van meerdere valse Corona vaccinatiebewijzen en (eenvoudig) witwassen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2024 uitspraak gedaan tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij het valselijk aanmaken van meerdere Corona vaccinatiebewijzen. De verdachte werd beschuldigd van het valselijk registreren van vaccinaties in het CoronIT-systeem van de GGD, wat leidde tot de creatie van valse vaccinatiebewijzen en QR-codes. De tenlastelegging omvatte ook computervredebreuk en het witwassen van geld. Tijdens de zitting op 9 augustus 2024 heeft de officier van justitie, mr. S.A.J. Louwers, de feiten gepresenteerd, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank voor de bewezen feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de feiten 1, 2, 3 en 6, maar sprak haar vrij van de feiten 4 en 5, omdat er onvoldoende bewijs was voor haar betrokkenheid bij de aanwezigheid van hard- en softdrugs. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 180 dagen op, waarvan 78 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de impact op de samenleving tijdens de coronapandemie, en het misbruik van het vertrouwen dat de verdachte had als medewerker van de GGD. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en haar positieve ontwikkeling na de aanhouding.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02/216731-22
vonnis van de meervoudige kamer van 23 augustus 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsman mr. S.J.F. van Merm, advocaat te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. S.A.J. Louwers, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering en als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
feit 1: in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 samen met anderen valselijk in het CoronIT-systeem van de GGD heeft vermeld dat een bepaald persoon was gevaccineerd tegen Covid-19, waardoor een vals vaccinatiebewijs en/of QR vaccinatie-code in de coronacheck-app kon worden opgemaakt;
feit 2:in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 samen met anderen in een computersysteem en/of de servers van de GGD is binnengedrongen en vervolgens een registratiekaart coronavaccinatie en/of QR vaccinatie-code heeft overgenomen en/of uitgeprint;
feit 3:in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 samen met anderen gegevens in het CoronIT-systeem heeft veranderd en andere gegevens daaraan heeft toegevoegd;
feit 4:op 18 oktober 2022 samen met een ander 56 gram cocaïne, 894 gram MDMA en 566 pillen met MDMA aanwezig heeft gehad;
feit 5:op 18 oktober 2022 samen met een ander 1770 gram hennep aanwezig heeft gehad;|
feit 6:in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 geld heeft witgewassen.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan. Hij baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier. Nu de partner van verdachte verantwoordelijkheid heeft genomen voor de aanwezigheid van hard- en softdrugs en heeft verklaard dat verdachte van niets afwist, dient voor die feiten vrijspraak te volgen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van feiten 1, 2, 3 en 6 aan het oordeel van de rechtbank, nu verdachte die feiten heeft bekend.
De verdediging bepleit vrijspraak voor feiten 4 en 5. Verdachte had geen wetenschap van de aanwezigheid van hard- en softdrugs. De drugs waren van iemand anders en lagen uit het zicht, in gesloten witte tonnen en een afgesloten kluis, in de kelder van de woning.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feiten 1, 2, 3 en 6
De rechtbank acht deze feiten wettig en overtuigend bewezen gelet op de bekennende verklaring van verdachte en de overige bewijsmiddelen in het dossier.
Feiten 4 en 5
De rechtbank is, gelet op de over deze feiten door verdachte en haar partner afgelegde verklaringen, van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte betrokkenheid heeft gehad bij deze feiten. Zij zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
meermalen in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 te Terneuzen en/of Hulst, tezamen en in vereniging met anderen, geschriften, die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten bewijzen van vaccinatie (tegen Covid-19) valselijk heeft opgemaakt, door telkens valselijk te registreren/vermelden, in een daartoe bestemd geautomatiseerd werk (het CoronIT-systeem van de GGD), dat meerdere personen een of
meerdere malen zijn gevaccineerd (tegen Covid-19) waardoor toegangsbewijzen konden worden aangemaakt met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door
anderen te doen gebruiken;
2
meermalen in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 te Terneuzen en/of Hulst, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een computersysteem en servers van de GGD (het programma CoronIT), een systeem waarin de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen worden geregistreerd, is binnengedrongen, (telkens)
- met behulp van een valse sleutel en
- door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten door het inloggen met een haar en een aan haar collega ter beschikking gestelde gebruikersnaam en wachtwoord en authenticatie code met een ander doel dan waarvoor haar dat account en wachtwoord en authenticatie code ter beschikking stonden en waarvoor haar die toegang was toegestaan
en zij en haar mededader vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk, waarin zij, verdachte, en haar mededader zich wederrechtelijk bevonden, voor zichzelf en een
ander hebben overgenomen, immers hebben zij, verdachte, en haar mededader een
registratiekaart coronavaccinatie/QR code overgenomen en uitgeprint;
3
meermalen in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 te Terneuzen en/of Hulst, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk, zijnde
eencomputersysteem en
deserver(s) van de GGD (het zogenaamde CoronIT-systeem), heeft veranderd en andere gegevens daaraan heeft toegevoegd, immers hebben zij, verdachte en haar mededader gegevens in het CoronIT-systeem, te weten de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen veranderd en gegevens daaraan toegevoegd met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen;
6
meermalen in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 te Terneuzen
hoeveelheden geld heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl zij, verdachte, wist dat dat geld onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt bij een bewezenverklaring rekening te houden met de persoon van verdachte, haar rol in het geheel, haar proceshouding, haar beperkte strafblad, het positieve hulpverleningstraject, het goed verlopen schorsingstoezicht en het tijdsverloop en te volstaan met een gevangenisstraf, waarvan het onvoorwaardelijke deel hoogstens gelijk is aan de duur van het voorarrest, al dan niet gecombineerd met een taakstraf.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft samen met anderen meerdere valse Corona vaccinatiebewijzen aangemaakt en om dit te kunnen doen zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk en het manipuleren van computergegevens. Zij heeft hier geld mee verdiend. Verdachte heeft valselijk geregistreerd dat een persoon gevaccineerd is in het daartoe bestemd geautomatiseerd systeem van de GGD. Zij heeft hiertoe niet alleen informatie over de te ‘vaccineren’ personen ontvangen van de mededaders, maar zelf ook actief mensen benaderd.
De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat zij misbruik heeft gemaakt van haar functie als medewerker bij de GGD en het vertrouwen van haar toenmalige werkgever ernstig heeft beschaamd. Daarnaast heeft verdachte het vertrouwen van de burger ernstig beschaamd. De samenleving moet kunnen vertrouwen op de echtheid van dergelijke registraties en op de echtheid van de documenten die mensen die als gevaccineerd geregistreerd zijn vervolgens kunnen gebruiken.
De vaccinatiestatus kreeg een belangrijke rol bij de bestrijding van het Coronavirus waar de samenleving destijds ernstig onder gebukt ging. De besmettingen namen flink toe en de ziekenhuizen lagen overvol. Tot op de dag van vandaag hebben mensen nog last van het virus. Ook hebben veel mensen dierbaren verloren aan dit virus. Door juist in die periode ervoor te kiezen vaccinatiebewijzen te vervalsen, heeft verdachte het risico genomen dat het virus zich verder zou kunnen verspreiden en mogelijk meer slachtoffers zou kunnen maken. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat zij zich niet om deze gevolgen heeft bekommerd maar enkel oog heeft gehad voor haar eigen financiële gewin.
Het strafblad van verdachte
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf acht geslagen op het strafblad van verdachte. Hieruit blijkt dat zij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het rapport van de reclassering over verdachte van 25 juli 2024. Hieruit volgt dat bij verdachte sprake is van stabiliteit op vrijwel alle leefgebieden. Verdachte is door de aanhouding veel kwijtgeraakt maar heeft dit grotendeels zelf weer weten op te lossen door ander werk te vinden en schulden af te lossen. Zij komt over als een zelfstandige, sterke en praktisch gerichte vrouw en weet zich met name op praktisch gebied goed te redden en problemen op te lossen. Zij neigt echter wel haar gevoelens te ontkennen of weg te stoppen, waardoor zaken niet worden uitgesproken en spanning kan oplopen dan wel onbesproken blijft. Zij gaat door en staat bij weinig dingen echt stil. Zij is hier uiteindelijk ook op stuk gelopen. Het risico op recidive wordt ingeschat als laag, nu verdachte veel last heeft ervaren van de gevolgen van haar aanhouding en zij ook stappen heeft gezet om inzicht te krijgen in haar gedrag en de keuzes die zij destijds heeft gemaakt. Omdat er sprake is van een goedlopend hulpverleningstraject en verdachte motivatie toont om te werken aan haar psychische problemen, wordt geadviseerd een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting en een contactverbod met de twee mededaders in deze zaak. De rechtbank zal bij de bepaling van de strafmaat met dit positieve rapport rekening houden.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, zoals hiervoor uiteengezet, is de rechtbank van oordeel dat niet met een andere straf dan een gevangenisstraf kan worden volstaan. Wat betreft de hoogte van deze op te leggen gevangenisstraf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij straffen die in andere vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Verder houdt de rechtbank rekening met de eendaadse samenloop tussen de feiten 1, 2, en 3.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 180 dagen met aftrek van het voorarrest (te weten 102 dagen), waarvan 78 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, passend en geboden. Hiermee zal verdachte een flinke stok achter de deur hebben om te voorkomen dat zij (nogmaals) een strafbaar feit pleegt. De rechtbank vindt een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan de tijd dat verdachte in voorarrest heeft gezeten, zoals door de officier van justitie is geëist, niet passend, gelet op het feit dat verdachte al 1,5 jaar in een schorsingstoezicht loopt hetgeen positief verloopt en er sprake is van een goedlopend hulpverleningstraject. Ook speelt mee dat de bewezenverklaarde feiten alweer enige tijd geleden hebben plaatsgevonden en niet is gebleken dat verdachte in de tussentijd opnieuw met politie of justitie in aanraking is gekomen.
Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf van 240 uren opleggen, te vervangen door 120 dagen hechtenis indien deze niet of niet naar behoren wordt verricht, om de ernst van de feiten te benadrukken.

7.Het beslag

7.1
De verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen computer vatbaar is voor verbeurdverklaring. Gebleken is dat dit voorwerp aan verdachte toebehoort en de feiten zijn begaan met behulp van dit voorwerp.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 55, 57, 138ab, 225, 350a en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
feit 2:medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 3:medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een
geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, veranderen en andere gegevens daaraan
toevoegen, meermalen gepleegd;
feit 6:eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 78 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte zich laat behandelen door Forensisch Zorg Zeeland (FZZ) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart en kan worden gecontinueerd. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoekt met de twee medeverdachten uit de fraudezaak (te weten: [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
Beslag
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten;
* Computer (grijs, merk: HP)
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. G.H. Nomes en mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.D.M. Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 augustus 2024.
Mr. Mullers en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
1
zij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1
augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 te Terneuzen en/of Hulst,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of meer
anderen, althans alleen, geschriften,
die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
bewijzen van vaccinatie (tegen Covid-19)
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door telkens valselijk te
registreren/vermelden, in een daartoe bestemd geautomatiseerd werk
(het CoronIT-systeem van de GGD) dat meerdere personen een of
meerdere malen zijn gevaccineerd (tegen Covid-19) waardoor
toegangsbewijzen en/of certificaten, althans QR-codes konden worden
aangemaakt
met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door
anderen te doen gebruiken;
( art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
zij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1
augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 te Terneuzen en/of Hulst,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten een
computersysteem en servers van de GGD (het programma CoronIT), een
systeem waarin de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19
vaccinaties van personen worden geregistreerd,
is binnengedrongen, (telkens)
- met behulp van valse signalen of een valse sleutel, en/of
- door het aannemen van een valse hoedanigheid,
te weten door het inloggen met een haar en/of een aan haar collega ter
beschikking gestelde gebruikersnaam en/of wachtwoord en/of
authenticatie code met een ander doel dan waarvoor haar dat account
en/of wachtwoord en/of authenticatie code ter beschikking stonden en
waarvoor haar die toegang was toegestaan
en zij en/of haar mededader(s) vervolgens de gegevens die zijn
opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van
voornoemd geautomatiseerd werk(en), waarin zij, verdachte, en/of haar
mededader(s) zich wederrechtelijk bevond(en), voor zichzelf en/of een
ander heeft/hebben overgenomen, afgetapt en/of opgenomen immers
heeft/hebben zij, verdachte, en/of haar mededader(s) een
registratiekaart coronavaccinatie/ QR code overgenomen en/of
uitgeprint;
( art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
zij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1
augustus 2021 tot en met 18 januari 2022 te Terneuzen en/of Hulst,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door
middel van (een) geautomatiseerd(e) werk(en), zijnde
computersyste(e)m(en) en/of server(s) van de GGD (het zogenaamde
CoronIT-systeem), althans een systeem waarin de
vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen
worden geregistreerd zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen,
heeft veranderd, gewist, onbruikbaar of ontoegankelijk heeft gemaakt,
dan wel andere gegevens daaraan heeft toegevoegd,
immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) gegevens
in het CoronIT-systeem, te weten de vaccinatiestatus/gegevens omtrent
Covid-19 vaccinaties van personen veranderd
en/of (vervolgens) gegevens daaraan toegevoegd met het oogmerk om
zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen;
( art 350a lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
zij op of omstreeks 18 oktober 2022 te Terneuzen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 56 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne en/of ongeveer 894 gram en/of 566 pillen, in elk
geval een hoeveelheid van
een materiaal bevattende MDMA,
zijnde cocaïne en/of MDMA
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht )
5
zij op of omstreeks 18 oktober 2022 te Terneuzen tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
aanwezig heeft gehad een hoeveelheid
van (in totaal) ongeveer 1770 gram hennep, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende
hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet )
6
zij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1
augustus 2021 tot en met 18 januari 2022, te Terneuzen, in elk geval in
Nederland,
hoeveelheden geld heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad
terwijl zij, verdachte, wist dat dat geld onmiddellijk afkomstig was/waren
uit enig eigen misdrijf;
( art 420bis.1 Wetboek van Strafrecht )