In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2024, is de verdachte beschuldigd van het medeplegen van valsheid in geschrift door samen met anderen valse Corona vaccinatiebewijzen aan te maken. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 9 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. S.A.J. Louwers, en de verdediging hun standpunten presenteerden. De verdachte, geboren in 1992, heeft in de periode van 1 december 2021 tot en met 18 januari 2022 valselijk vermeld dat bepaalde personen waren gevaccineerd tegen Covid-19, wat leidde tot de opmaak van valse vaccinatiebewijzen en QR-codes.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachten, die werkzaam waren bij de GGD. De verdachte heeft gegevens van klanten doorgegeven aan medeverdachten, die deze vervolgens valselijk registreerden in het CoronIT-systeem. Ondanks dat de verdachte zelf geen handelingen in het registratiesysteem verrichtte, was zijn bijdrage cruciaal voor het tot stand komen van de valse documenten. De rechtbank achtte de verklaring van de medeverdachte betrouwbaar en concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het in vereniging valselijk opmaken van Corona vaccinatiebewijzen.
De rechtbank legde een taakstraf van 240 uren op, met vervangende hechtenis van 120 dagen, en hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn beperkte strafblad en het feit dat hij al 1,5 jaar in schorsingstoezicht had gezeten. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, gezien de impact op de samenleving en het vertrouwen in vaccinatieregistraties.