Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Met inachtneming van de Algemene termijnenwet (op grond waarvan, onder meer, weekenddagen of een algemeen erkende feestdag deze termijn verlengen) had het college uiterlijk op 2 januari 2024 moeten beslissen. Het college heeft op 19 maart 2024 de beslistermijn met zes weken willen verlengen. Van een rechtsgeldige opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:15 van de Awb kan naar het oordeel van de rechtbank geen sprake zijn, nu de brief dateert van ná het verstrijken van de beslistermijn. De termijn waarbinnen het college moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft het college op 14 mei 2024 in gebreke gesteld en sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt het college op binnen drie weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 187,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiser.