ECLI:NL:RBZWB:2024:5690

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
16 augustus 2024
Zaaknummer
10785765 _ MB VERZ 23-420
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren zonder vergunning, gegrond verklaard

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan betrokkene voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder geldige vergunning. De boete was opgelegd voor een gedraging die plaatsvond op 25 februari 2022 te Veere. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 2 juli 2024 heeft de gemachtigde van betrokkene aangevoerd dat de parkeervergunning "vrij van kenteken" duidelijk zichtbaar in het voertuig lag en dat deze vergunning geldig was op het moment van de gedraging. De gemachtigde heeft dit onderbouwd met diverse stukken, waaronder een artikel uit de PZC en een eerdere uitspraak van de rechtbank Middelburg. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren, stellende dat het niet aannemelijk was dat de vergunning in 2022 ongeldig was.

De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. Gezien de uitspraak van de bestuursrechter op 6 september 2022 over de geldigheid van de parkeervergunning in 2022, concludeerde de kantonrechter dat betrokkene terecht gebruik heeft gemaakt van de vergunning. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd vernietigd en bepaald dat het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheid had betaald, door de officier van justitie moest worden terugbetaald. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10785765 \ MB VERZ 23-420
CJIB-nummer : 4062 5422 4789 6009
uitspraakdatum : 2 juli 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 juli 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op parkeerplaats voor vergunninghouders (bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig op de Kaai te Veere op 25 februari 2022 om 10.48 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de parkeervergunning “vrij van kenteken” duidelijk zichtbaar in het voertuig lag. Gemachtigde onderbouwt dit met diverse stukken. De parkeervergunning “vrij van kenteken” is verleend op basis van de parkeerverordening 2015 en onder het overgangsrecht van de parkeerverordening 2021 gevallen en daarmee een parkeervergunning is geworden die geacht te zijn verleend tot het moment dat deze ingetrokken wordt of vervangen wordt door een ander parkeerproduct. In het proces-verbaal staan onjuistheden vermeld. Gemachtigde verwijst naar een artikel in de PZC over de parkeervergunning “vrij van kenteken” en een uitspraak van de rechtbank Middelburg.
Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd drie kennissen op bezoek te hebben gehad en daarom zowel de vergunning als de parkeerapp te hebben gebruikt.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het is niet aannemelijk dat in 2022 de vergunning niet geldig was.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang, mede gelet op de uitspraak van de bestuursrechter op 6 september 2022 over de geldigheid van een parkeervergunning “vrij van kenteken” in 2022 in de gemeente Veere op basis van de verkeerverordening 2015, dat wettelijk gezien de vergunning nog wel geldig was in 2022. Betrokkene heeft daarom terecht gebruik gemaakt van deze vergunning van gemachtigde.
Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: