ECLI:NL:RBZWB:2024:5624
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) inzake de WIA-uitkering. Eiseres stelt dat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om herbeoordeling. De rechtbank heeft besloten het beroep versneld te behandelen op basis van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de rechtbank zonder zitting uitspraak doet, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Awb.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat eiseres het griffierecht van € 371,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiseres per aangetekende brief op 26 maart 2024 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Eiseres heeft echter geen tijdige betaling gedaan en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan leiden tot ontvankelijkheid als er een goede reden is voor het verzuim, wat in dit geval niet is aangetoond.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, en openbaar gemaakt op 19 augustus 2024.