4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 1 november 2023 tot en met 30 november 2023 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van
de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen
plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te
verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het
plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of
zijn mededader(s), wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden
dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- [aangever] in het huis van die [aangever] te verzoeken mee te werken
om pallets te lokaliseren en te verplaatsen naar een dok,
- dagelijks aan de deur van het huis van die [aangever] te komen,
- die [aangever] onder druk te zetten,
- die [aangever] een telefoon en een tracker te gegeven,
- die [aangever] onderdeel te maken van een groepschat,
- die [aangever] barcodes en locaties van de pallets te verstrekken en/of
- die [aangever] de opdracht te gegeven pallets te lokaliseren en de
tracker in een pallet te stoppen;
2
in de periode van 1 november 2023 tot en met 30 november 2023 in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen eenmaal heeft gepoogd om een ander, te weten [aangever] , door een der in artikel 47, eerste lid onder 2e van het Wetboek van Strafrecht, vermelde middelen, te weten door giften, beloften, geweld, bedreiging, misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichten, te bewegen om een misdrijf te begaan, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen van cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
- die [aangever] in het huis van die [aangever] heeft verzocht mee te
werken om pallets te lokaliseren en te verplaatsen naar een dok,
- dagelijks aan de deur van het huis van die [aangever] is gekomen,
- die [aangever] 200.000 euro heeft
geboden om mee te werken,
- die [aangever] onder druk heeft gezet,
- die [aangever] een telefoon en een tracker heeft gegeven,
- die [aangever] onderdeel heeft gemaakt van een groepschat,
- die [aangever] barcodes en locaties van de pallets heeft verstrekt en/of
- die [aangever] de opdracht heeft gegeven pallets te lokaliseren en de
tracker in een pallet te stoppen;
4
op 7 december 2023 te [plaats 3] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 4,2 gram, van een materiaal bevattende MDMA en 22, pillen bevattende 2C-B, zijnde MDMA en 2C-B middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.