In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 augustus 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van een WIA-uitkering beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die door het UWV op 8 augustus 2022 was geweigerd. Na een aantal bestreden besluiten, waaronder een toekenning van de uitkering per 22 maart 2022 op 6 december 2023, bleef de mate van arbeidsongeschiktheid ter discussie staan. De rechtbank oordeelt dat het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid op 36,27% heeft vastgesteld, wat door de rechtbank wordt gevolgd. Eiseres had aangevoerd dat er meer beperkingen moesten worden aangenomen, maar de rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de rapporten van de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd zijn. De rechtbank verklaart het beroep tegen de bestreden besluiten 1 en 2 niet-ontvankelijk en het beroep tegen bestreden besluit 3 ongegrond. Eiseres krijgt recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.