Op 16 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal bij Action. De verdachte, geboren in 1982 en gedetineerd in een penitentiaire inrichting, werd bijgestaan door raadsman mr. A.M.J. Joris. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 2 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. R.M.A. in ‘t Veld, de aanklacht presenteerde. De verdachte bekende de diefstal van een microfoon en een bluetooth box op 25 april 2024 in Goes. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank achtte de diefstal wettig en overtuigend bewezen op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van Action.
De rechtbank legde een gevangenisstraf van twee maanden op, met aftrek van voorarrest, en gelastte de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel. De rechtbank weegt mee dat de verdachte een hoge recidivekans heeft en eerder niet meewerkte aan hulpverleningstrajecten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een lagere straf, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak. De vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen werden afgewezen, omdat de rechtbank de ISD-maatregel als voldoende beschouwde.