ECLI:NL:RBZWB:2024:555

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 maart 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
BRE_22-5869
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de WOZ-waarde van een hotel en de bijbehorende belastingaanslagen

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 1 maart 2024, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 30 april 2022 de waarde van de onroerende zaak, een hotel gelegen aan [adres] te [plaats], vastgesteld op € 556.000 per 1 januari 2021. De belanghebbende, eigenaar van het hotel, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling, maar dit bezwaar werd door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 25 januari 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig waren.

Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de waarde van het hotel voor het belastingjaar 2022 werd vastgesteld op € 462.000. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de bij beschikking vastgestelde waarde verlaagd naar dit bedrag. Tevens zijn de aanslagen onroerendezaakbelastingen (OZB) en watersysteemheffing verminderd in overeenstemming met de nieuwe waarde. De heffingsambtenaar is verplicht om het griffierecht van € 50 en een vergoeding van € 2.370 voor proceskosten aan de belanghebbende te betalen.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda/Middelburg
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/5869

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant, de heffingsambtenaar

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 november 2022
1.1.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 30 april 2022 de waarde van de onroerende zaak [adres] te [plaats] (hierna: het object) op 1 januari 2021 (de waardepeildatum) vastgesteld op € 556.000. Tegelijk met deze waardevaststelling is aan belanghebbende ook de aanslag in de onroerendezaakbelastingen eigenaar/gebruiker van de gemeente Bergen op Zoom voor het jaar 2022 opgelegd (de aanslag OZB). Tevens is de aanslag watersysteemheffing gebouwd van het waterschap Brabantse Delta voor het jaar 2022 bekend gemaakt.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft geen verweerschrift ingediend.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 25 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de plaatsvervangend gemachtigde van belanghebbende, [naam 1] samen met [naam 2] . Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen [naam 3] en [taxateur] .

Feiten

2. Belanghebbende is eigenaar van het object. Het is een hotel (bouwjaar 1881) met een oppervlakte van 325 m².

Beoordeling door de rechtbank

3. Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt in die zin dat de waarde van het object voor het belastingjaar 2022, waardepeildatum 1 januari 2021, wordt vastgesteld op € 462.000. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen en het beroep gegrond verklaren.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is gegrond. De bij beschikking vastgestelde waarde wordt verlaagd naar € 462.000 en de met de beschikking samenhangende aanslagen OZB en watersysteemheffing gebouwd worden dienovereenkomstig verminderd.
4.1.
Omdat het beroep gegrond is moet de heffingsambtenaar het griffierecht aan belanghebbende vergoeden. Deze vergoeding moet rechtstreeks aan belanghebbende zelf worden betaald. [1]
4.2.
Belanghebbende krijgt ook een vergoeding van zijn proceskosten. De heffingsambtenaar moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt belanghebbende een vast bedrag per proceshandeling. Belanghebbende heeft recht op 1 punt voor het bezwaarschrift en 1 punt voor het bijwonen van de hoorzitting, met een waarde per punt van € 310,-, 1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het bijwonen van de zitting, met een waarde per punt van € 875,-, met een wegingsfactor 1.
Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 2.370,-. Deze vergoeding moet rechtstreeks aan belanghebbende zelf worden betaald. [2]

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vermindert de WOZ-waarde van het object tot een bedrag van € 462.000;
  • vermindert de aanslagen OZB en watersysteemheffing gebouwd dienovereenkomstig;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 moet vergoeden waarbij uitbetaling rechtstreeks aan belanghebbende zelf dient plaats te vinden;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar tot rechtstreekse betaling aan belanghebbende zelf van € 2.370 aan proceskosten.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. M.M. de Werd, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 1 maart 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Artikel 30a, vierde en vijfde lid van de Wet WOZ.
2.Artikel 30a, vierde en vijfde lid van de Wet WOZ.