ECLI:NL:RBZWB:2024:5546
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake intrekking Alcoholwetvergunning en vrijstelling exploitatievergunningplicht
Op 8 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een B.V. uit [plaats], had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Roosendaal van 24 juni 2024, waarin de Alcoholwetvergunning en de vrijstelling van de exploitatievergunningplicht werden ingetrokken. De burgemeester had deze intrekking gebaseerd op het argument van schijnbeheer, waarbij werd gesteld dat [partner bestuurder] feitelijk de exploitant van het horecabedrijf was, terwijl verzoekster dit ontkende. Tijdens de zitting op 8 augustus 2024 waren zowel de gemachtigde van verzoekster als de burgemeester vertegenwoordigd door verschillende raadsheren. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van de burgemeester geschorst tot twee weken na de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester onvoldoende bewijs had geleverd voor de intrekking van de vergunningen en dat de controleverslagen niet voldoende aanknopingspunten boden voor de conclusie dat [partner bestuurder] als leidinggevende optrad. Tevens werd bepaald dat het door verzoekster betaalde griffierecht van € 371,- moest worden terugbetaald en dat de burgemeester in de proceskosten van verzoekster moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 1.750,-. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open.