In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg beoordeeld. De rechtbank behandelt de naheffingsaanslagen die aan belanghebbende zijn opgelegd voor het niet voldoen van parkeerbelasting in de periode van 2 tot en met 24 februari 2022. Belanghebbende had een geldige parkeervergunning, maar betwistte de geldigheid ervan na zijn verhuizing naar een nieuw adres. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende zorgvuldig heeft gehandeld en dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd, met uitzondering van één aanslag die vernietigd wordt. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding van € 1.367,50, en dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 januari 2024.