ECLI:NL:RBZWB:2024:5414
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan machtiging
Op 25 februari 2023 ontving [belanghebbende] een waardebeschikking en een aanslag onroerendezaakbelasting via een verzamelbiljet. De heffingsambtenaar van de gemeente Goirle deed op 9 maart 2023 uitspraak op bezwaar. Op 23 november 2023 ontving de rechtbank een beroepschrift van [belanghebbende], ondertekend door [gemachtigde] van [b.v.]. De heffingsambtenaar diende een verweerschrift in, maar was niet aanwezig op de zitting op 31 juli 2024, waar de rechtbank het beroep behandelde. De gemachtigde was wel aanwezig en de rechtbank verifieerde dat de heffingsambtenaar correct was geïnformeerd over de zitting.
Tijdens de zitting werd het onderzoek gesloten en werd er onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank legde uit dat iemand die namens een ander beroep instelt, op verzoek van de rechtbank een machtiging moet indienen. Dit was niet gebeurd, waardoor de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kon verklaren. De naam van de persoon die de machtiging had verstrekt, kwam niet overeen met de naam op de uitspraak op bezwaar en de WOZ-beschikking. De gemachtigde erkende het gebrek in de machtiging, wat leidde tot de conclusie dat hij niet bevoegd was om beroep in te stellen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, in aanwezigheid van mr. S. Garb, griffier.