Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 8;
- het verweerschrift tevens houdende voorwaardelijk tegenverzoek, met producties 1 tot en met 13;
- de brief van 30 mei 2024 van mr. Smeekes, met als bijlagen productie 1 (opnieuw), 9 en 10;
- de nagezonden productie 14 van [de tandarts] ;
- de mondelinge behandeling van 3 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van beide advocaten, zoals zij die tijdens de mondelinge behandeling hebben voorgelezen;
- de e-mail van 10 juni 2024 van mr. Smeekes waarin hij aangeeft dat de rechtbank uitspraak kan doen op basis van de reeds gewisselde stukken en dat wat op zitting aan de orde is gekomen.
3.De feiten
4.Het verzoek en het verweer daartegen
5.Het voorwaardelijk tegenverzoek en het verweer daartegen
6.De beoordeling
“(…) Nu geen pijn aan de kiezen, wel aan heupen, 28 wkn zwanger”. Dit is onvoldoende om te gelden als een deugdelijke medische anamnese. Dat [de tandarts] geen deugdelijke anamnese heeft afgenomen, erkent zij ook met zoveel woorden in haar brief van 25 juni 2019 aan [de patiënt] (zie 3.8).
moetenvoorschrijven. Er staat in de beantwoording van vraag 1 dat [de tandarts] een medische anamnese had moeten afnemen, en op basis van de verkregen informatie had kunnen overleggen met de behandelaars van [de patiënt] en antibioticum profylaxe had
kunnenvoorschrijven. Dit laat open dat uit de nader verkregen informatie uit de medische anamnese of van de behandelaars van [de patiënt] zou volgen dat voorschrijven van antibioticum profylaxe niet aan de orde zou zijn. In hetzelfde antwoord bij vraag 1 staat te lezen dat [de tandarts] tandheelkundig gezien heeft gehandeld zoals van de gemiddeld bekwame tandarts onder vergelijkbare omstandigheden zou mogen worden verwacht.