Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- het tussenvonnis van 14 juni 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie met productie 8 tevens houdende akte wijziging van eis in conventie;
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie] met 18 producties;
- de mondelinge behandeling van 12 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van beide advocaten, zoals voorgelezen tijdens de mondelinge behandeling.
3.De feiten
4.De vorderingen van [eiser in conventie] en het verweer daartegen (conventie)
5.De vorderingen van [eiseres in reconventie] en het verweer daartegen (reconventie)
6.De beoordeling
Onder de last van voormelde legaten benoem ik mijn partner, de heer [eiser in conventie] , (…) tot mijn enige erfgenaam.” en: “
Ik benoem mijn partner tevens tot executeur.” Partijen geven dezelfde betekenis aan het begrip ‘partner’. Partijen zijn het alleen niet eens of [eiser in conventie] op het moment van overlijden nog de partner van [erflater] was, en of het wel of niet zijn van partner van [erflater] wel van belang is.
een bedrag gelijk aan de ten tijde van mijn overlijden nog openstaande schuld aan mijn moeder wegens geleende gelden (in hoofdsom groot twintigduizend euro (€ 20.000,00))’ gelegateerd aan [gedaagde in conventie] .
€ 31.616,94 bedroeg. In reconventie vordert [eiseres in reconventie] onder meer het verschuldigde bedrag als bedoeld in het hiervoor aangehaalde legaat vast te stellen op dit bedrag.
€ 31.616,94 zou bedragen nu zij niet inzichtelijk heeft gemaakt in hoeverre op de lening is afgelost (volgens [eiser in conventie] ongeveer € 15.000,00 in contanten) en [gedaagde in conventie] bovendien ook schenkingen aan [erflater] heeft gedaan. In de reactie op de verweren van [eiser in conventie] heeft [gedaagde in conventie] tijdens de zitting aan de hand van rekeningafschriften en WhatsAppberichten een nadere onderbouwing gegeven van de schuld. Deze toelichting op de zitting komt uit op een totale schuld van [erflater] aan zijn moeder van € 33.349,67.
€ 20.000,00, het restant van de lening een schuld van de nalatenschap aan haar betreft. Zij heeft gemotiveerd uiteengezet welke bedragen zij heeft geleend aan [erflater] , en welke bedragen [erflater] tijdens zijn leven heeft terugbetaald.
Mogen wij € 1000 lenen?” Hieruit blijkt dat er ook ten aanzien van dit bedrag wel degelijk sprake was van een lening. Uit de WhatsAppberichten blijkt ook dat [eiser in conventie] de financiën van [erflater] beheerde en bij [gedaagde in conventie] specifieke navraag deed naar wat er nog terugbetaald moest worden. Deze feiten en omstandigheden in samenhang bezien brengt de rechtbank tot het oordeel dat alle bedragen die [gedaagde in conventie] aan [erflater] heeft overgemaakt, zien op een geldlening.
7.De beslissing
[datum 3] februari 2024voor uitlating door [eiser in conventie] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
april tot en met september 2024dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
31 januari 2024.