Uitspraak
1.[gedaagde 1] , H.O.D.N.[bedrijf van gedaagde 1] ,
procederend in persoon,
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
- de huurachterstand van € 22.532,28, berekend tot en met februari 2024,
- de huurpenningen vanaf maart 2024 tot de datum van de ontbinding,
- een gebruiksvergoeding vanaf de datum van ontbinding tot de datum van ontruiming,
- een schadevergoeding vanaf de datum van ontruiming tot 31 januari 2029,
- de contractuele boete van € 300,00 per maand, althans de wettelijke (handels)rente, over de (toekomstige) huurpenningen en de gebruiksvergoeding, indien de schade-/ gebruiksvergoeding niet prompt op de vervaldatum wordt voldaan;
- buitengerechtelijke incassokosten van € 1.000,32,
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
4.De beoordeling
- € 300,00 per maand aan contractuele boete voor de periode vanaf maart 2024 tot aan de datum van de ontbinding van de huurovereenkomst; en
- de wettelijke rente vanaf de datum van ontbinding van de huurovereenkomst tot aan de ontruiming van het gehuurde. Na de ontbinding van de huurovereenkomst kan InBev immers geen aanspraak meer maken op de contractuele boete.