ECLI:NL:RBZWB:2024:5355
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- Borm
- Rechtspraak.nl
Herstelbeschikking inzake onjuiste partijnaam in proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 juni 2024 een herstelbeschikking gegeven in het kader van een civiele procedure. De zaak betreft een verzoekster, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Breet van de Algemene Onderwijsbond, en de verwerende partij, de Lowys Porquin Stichting (LPS), vertegenwoordigd door mr. A.M. van Geel. De rechtbank constateerde dat in een eerdere beschikking van 28 mei 2024 een onjuiste partijnaam was opgenomen in de proceskostenveroordeling. De kantonrechter heeft ambtshalve deze kennelijke verschrijving geconstateerd en partijen op de hoogte gebracht van het voornemen om deze te herstellen op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Beide partijen stemden in met het voorgenomen herstel.
De rechtbank heeft vervolgens de beschikking van 28 mei 2024 gewijzigd, waarbij de onjuiste naam is gecorrigeerd naar de juiste naam van de verzoekster. De proceskostenveroordeling is gehandhaafd, waarbij LPS werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de verzoekster. De totale kosten zijn vastgesteld op € 1.033,00, inclusief griffierecht, salaris van de gemachtigde en nakosten. De herstelbeschikking is in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter en zal aan de minuut van de eerdere beschikking worden gehecht, zodat beide beschikkingen als één geheel worden behandeld.