Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[B.V. 1] ,
2.
[B.V. 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
[project 1]in [plaats 2] en
[project 2]in [plaats 1] , vier facturen gestuurd (met factuurnummers [factuurnummer 1] , [factuurnummer 2] , [factuurnummer 3] en [factuurnummer 4] ). Alleen de factuur met factuurnummer [factuurnummer 1] is door [B.V. 3] voldaan. Daaruit kan worden afgeleid dat [B.V. 3] wist dat niet [B.V. 1] , maar [B.V. 2] in deze werkzaamheden als opdrachtnemer heeft te gelden. De overige facturen ( [factuurnummer 2] , [factuurnummer 3] en [factuurnummer 4] ) zijn evenwel door [B.V. 3] onbetaald gelaten.
50% investering deel opdracht 1e deel” en “
50% investering deel opdracht 2e deel”. Bovendien heeft [B.V. 3] er zelf voor gekozen dit bedrag te betalen, terwijl nergens uit blijkt dat zij dat bedrag ook daadwerkelijk aan [bedrijf] verschuldigd was. Daarmee is sprake van eigen schuld. Dat [B.V. 3] achter is gebleven met vier onbebouwde kavels is daarnaast niet aan [B.V. 1 & B.V. 2] te wijten.
4.De beoordeling
[project 1]). Volgens [B.V. 1 & B.V. 2] ziet dit op de projectbegeleidingswerkzaamheden, hetgeen [naam 1] per e-mail van 7 juni 2023 heeft bevestigd aan zijn ouders (althans zijn vader). Aangezien het totaal van de facturen van [B.V. 2] (min of meer) in overeenstemming is met het bedrag dat kennelijk is afgesproken, acht de rechtbank het aannemelijk dat de hoogte van de facturen overeenstemt met hetgeen tussen partijen is overeengekomen.
[project 3]. Ook blijkt niet dat het aan het handelen van [B.V. 1 & B.V. 2] te wijten zou zijn dat dit project deels geannuleerd moest worden. Daarvoor worden tegenvallende verkopen geciteerd. Niet gesteld of gebleken is waarom dit aan [B.V. 1 & B.V. 2] te wijten zou zijn. Ten aanzien van [project 4] is – mede gelet op de betwisting door [B.V. 1 & B.V. 2] – niet komen vast te staan dat [B.V. 1 & B.V. 2] de bouwgrond heeft gepresenteerd inclusief bouwvergunning, noch is vast komen te staan dat het tot de taak van [B.V. 1 & B.V. 2] behoorde om zorg te dragen voor deze bouwvergunning. Onduidelijk is dan ook gebleven waarom [B.V. 1 & B.V. 2] in deze onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Voor wat betreft het [project 2] geldt dat onduidelijk is gebleven waar [B.V. 1 & B.V. 2] een fout heeft gemaakt in de calculatie, welke schade dat (concreet) tot gevolg heeft gehad en waarom deze schade te wijten is aan die fout.