4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 6 april 2024 te Vlissingen,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een
centraalvuur vuurwapen (pistool) van het merk Walther, type model PP, kaliber 7,65
mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 8 centraalvuur
kogelpatronen van het merk Geco en GFL, kaliber 7,65 mm en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 17 centraalvuur
kogelpatronen van het merk Geco en GFL, kaliber 7,65 mm en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 8 randvuur
kogelpatronen van het merk CCI, F, ICI, kaliber .22 LR en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een
centraalvuur hagelpatroon van het merk Sellier en Bellot, kaliber 12,
voorhanden heeft gehad;
2.
op 6 april 2024 te Vlissingen, opzettelijk heeft vervoerd 1.021 gram amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
op 6 april 2024 te Vlissingen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 21,7 gram amfetamine en 8,6 gram MDMA, zijnde amfetamine en MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
op 6 april 2024 te Vlissingen, wapens van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten twee boksbeugels, voorhanden heeft gehad;
5.
op 6 april 2024 te Vlissingen, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en dat zodanig op een wapen geleek dat
deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een op een vuurwapen gelijkend balletjespistool in de vorm van een pistool, heeft voorhanden gehad;
6.
op 6 april 2024 te Vlissingen, wapens van categorie I, onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een valmes en stilleto, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.