ECLI:NL:RBZWB:2024:529

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
AWB- 23_2919
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheidseisen

In deze tussenuitspraak van 23 januari 2024 beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de toekenning van een WIA-uitkering door het UWV. Eiseres, die als uitzendkracht werkzaam was als orderpicker, heeft een WIA-uitkering aangevraagd na uitval door schouder- en armklachten, alsook psychische klachten. Het UWV heeft haar een uitkering toegekend met een mate van arbeidsongeschiktheid van 61,08%, welke later is verhoogd naar 65,20% na bezwaar. Eiseres betwist de medische beoordeling en stelt dat er te weinig beperkingen zijn aangenomen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig is uitgevoerd en dat de vastgestelde beperkingen voldoende recht doen aan de problematiek van eiseres. Echter, de rechtbank constateert een motiveringsgebrek in het bestreden besluit met betrekking tot de geschiktheid van de geduide functies en de opleidingseisen. De rechtbank geeft het UWV de gelegenheid om dit gebrek te herstellen binnen zes weken. De verdere beslissing wordt aangehouden tot de einduitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2919 WIA T

tussenuitspraak van 23 januari 2024 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. E. Türk,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV), verweerder,
gemachtigde: mr. M.B.A. van Grinsven.

Procesverloop

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de
toekenning van een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).
1.1.
Het UWV heeft met het besluit van 24 augustus 2022 (primair besluit) aan eiseres met ingang van 22 maart 2022 een WIA-uitkering toegekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 61,08%.
Met het bestreden besluit van 5 mei 2023 is het bezwaar van eiseres deels gegrond verklaard en haar mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 65,20%.
1.2.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, tolk [naam 1] en de gemachtigde van het UWV.

Overwegingen

2.1.
Eiseres is als uitzendkracht werkzaam geweest als orderpicker. Voor dat werk is zij op 24 maart 2020 uitgevallen vanwege klachten aan de schouder en arm en met psychische klachten.
2.2.
Met het bestreden besluit van 5 mei 2023 heeft het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres met ingang van 22 maart 2022 vastgesteld op 65,20%.
2.3.
Het bestreden besluit, voor zover dit ziet op de medische beoordeling, is gebaseerd op rapporten van een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts b&b) van het UWV.
Zijn de beperkingen juist vastgesteld?
2.3.1.
De verzekeringsarts heeft eiseres gezien, haar lichamelijk en psychisch onderzocht en dossieronderzoek verricht. De verzekeringsarts heeft medische informatie van verpleegkundige [naam 2] van 26 juli 2022 in zijn onderzoek betrokken. De verzekeringsarts rapporteert dat er geen aanwijzing is voor een ernstige fysieke aandoening maar wel voor een depressie met angstcomponent bij onderliggend chronische overbelasting en traumatische ervaringen bij een redelijk gereguleerde schildklierfunctie. Alle gegevens overziend stelt de verzekeringsarts dat sprake is van complexe psychische problematiek die een gevolg lijkt te zijn van chronische disbalans tussen draaglast en draagkracht en impact van life-events. De stressbestendigheid en het mentale energieniveau zijn evident verminderd. De functie van de rechterschouder lijkt licht verminderd te zijn wat beperkingen ten aanzien van langdurige statische en zware belasting aannemelijk maken. Verder is aannemelijk dat eiseres beperkt is voor prestatiedruk, emotionele belasting en conflicthantering. Volgens de verzekeringsarts is er gelet op de anamnese, het dagverhaal en eigen onderzoek geen sprake van geen duurzaam benutbare mogelijkheden. Er is geen sprake van persoonlijk en sociaal disfunctioneren, opname, ADL-afhankelijkheid of een infauste prognose. Op basis van de dossiergegevens, onderzoeksbevindingen en ontvangen informatie vindt de verzekeringsarts eiseres vanwege verminderde frustratietolerantie, energiegebrek en een langere hersteltijd op de moment niet voltijds belastbaar. Uit preventief oogpunt wordt eiseres tot 20 uur per week belastbaar geacht met relatief licht werk zonder grote werkdruk en mentaal-emotionele belasting, met een uitloop tot 22 uur per week. De verzekeringsarts heeft de beperkingen en de belastbaarheid van eiseres neergelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 13 augustus 2022.
2.3.2.
De verzekeringsarts b&b heeft dossieronderzoek verricht en de van eiseres verkregen medische informatie van de psycholoog van 13 juni 2022 en een behandelplan van 27 december 2021 in zijn onderzoek betrokken. De verzekeringsarts b&b rapporteert dat ook hij vindt dat er geen sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid op medische gronden. Eiseres heeft moeite met de relatieproblematiek, de echtscheiding en met name met het niet zien van haar kinderen. Dit heeft geleid tot stemmingsklachten, paniekgevoelens en vermijding, door de psychiater geduid als een gespecificeerde trauma- of stressorgerelateerde stoornis met ouder-kindproblemen. Van een ernstig psychiatrisch ziektebeeld is niet gebleken. Zowel de frequentie van de gesprekken, als de wandelgroep en de medicatie duiden daar niet op. In bezwaar heeft eiseres geen andere medische gegevens aangedragen waaruit zou kunnen blijken dat de verzekeringsarts tot een kennelijk onjuist oordeel is gekomen en de beperkingen ernstiger zijn dan in de FML is aangegeven. Daarnaast heeft eiseres klachten van de rechterschouder. Op het spreekuur zijn bewegingsbeperkingen geconstateerd waarvoor beperkingen zijn aangenomen in de specifieke belasting van de rechterschouder. In bezwaar komen geen andere medische gegevens naar voren waaruit zou moeten blijken dat de bevindingen onjuist zijn geweest. Volgens de verzekeringsarts b&b kan de urenbeperking die de primaire verzekeringsarts gesteld strikt getoetst aan de Standaard duurbelastbaarheid niet geheel onderbouwd worden, anders dan dat eiseres door het slechte slapen en ’s nachts piekeren overdag vermoeider zou kunnen zijn. In de FML is dan ook met de klachten ruim voldoende rekening gehouden. De verzekeringsarts b&b ziet geen medische argumenten om af te wijken van het oordeel van de primaire verzekeringsarts.
2.4.
Eiseres heeft tegen het medisch oordeel van het UWV aangevoerd dat het onderzoek door de verzekeringsartsen onzorgvuldig is geweest en er te weinig beperkingen zijn aangenomen. Vanwege de psychische problematiek is eiseres zwaarder en meer beperkt op persoonlijk en sociaal functioneren maar ook in de andere rubrieken zijn te weinig beperkingen aangenomen. Het gaat om: vasthouden en verdelen van de aandacht, handelingstempo, doelmatig en zelfstandig handelen, uiten van gevoelens, omgaan met conflicten, klantcontacten, kou, repeterende hand/vingerbewegingen en knijp/grijpkracht. Eiseres stelt dat zij in het geheel niet kan werken vanwege de energetische beperkingen door slaapproblemen, paniekaanvallen en piekeren. Zij wordt hierin gesteund door de psycholoog.
Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres medische informatie overgelegd van [sociaal pedagogisch hulpverlener] van 20 december 2022, een behandelplan van GGZuidland van 20 december 2022, een intake van GGZuidland van
5 januari 2021 en informatie van de gemeente Bergen op Zoom over huishoudelijke ondersteuning en begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
2.5.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het medisch onderzoek op een voldoende zorgvuldige wijze plaatsgevonden. Uit de rapporten van de verzekeringsartsen blijkt dat zij op de hoogte waren van de door eiseres gestelde klachten, waaronder haar psychische klachten en klachten aan de schouder. De verzekeringsartsen hebben naar die klachten onderzoek gedaan. De verzekeringsarts heeft eiseres lichamelijk en psychisch onderzocht, dossieronderzoek verricht en medische informatie van verpleegkundige [naam 2] van
26 juli 2022 in zijn onderzoek betrokken. De verzekeringsarts b&b heeft dossieronderzoek verricht en de van eiseres verkregen medische informatie van [psycholoog] van 14 juni 2022 en een behandelplan van GGZuidland van 27 december 2021 in zijn onderzoek betrokken. Daarmee is het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig verricht.
Eiseres noemt ook klachten aan hand, pols en arm. De rechtbank leidt uit de rapportage van de primaire verzekeringsarts af dat hij ook daarnaar gericht lichamelijk onderzoek heeft verricht. Hij vermeldt namelijk: ‘Nek/bovenste extremiteiten: elevatie rechtszijdig moeizaam mogelijk. Grijpfuncties en fijne motoriek handen intact bij rechtse dominantie.’
Voor zover eiseres stelt dat zij volledig arbeidsongeschikt is op medische gronden: Op grond van artikel 2, vijfde lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten worden alleen geen benutbare mogelijkheden aangenomen als betrokkene is opgenomen in een ziekenhuis of instelling, bedlegerig is, lichamelijk niet zelfredzaam is of als gevolg van een ernstige psychische stoornis psychisch niet zelfredzaam is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de primaire verzekeringsarts afdoende gemotiveerd dat eiseres niet aan die criteria voldoet. Dat eiseres een ernstige depressie heeft waardoor zij niet zelfredzaam is, is uit de beschikbare medische informatie niet gebleken.
Eiseres heeft verder gesteld dat haar belastbaarheid niet juist is vastgesteld onder verwijzing naar medische informatie van [sociaal pedagogisch hulpverlener] van 20 december 2022, een behandelplan van GGZuidland van 20 december 2022, een intake van GGZuidland van
5 januari 2021 en informatie van de gemeente Bergen op Zoom over huishoudelijke ondersteuning en begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
De verzekeringsarts b&b heeft in reactie hierop gesteld dat die informatie – voor deze medische gegevens bevat – reeds bekend is of van ruim na datum in geding is. Hij ziet daarin geen aanleiding voor wijziging van het standpunt.
De rechtbank acht deze toelichting afdoende.
De rechtbank stelt vast dat de primaire verzekeringsarts rekening heeft gehouden met de complexe psychische problematiek van eiseres en onder meer een urenbeperking heeft gesteld. De rechtbank acht aannemelijk dat daarmee voldoende recht is gedaan aan de problematiek van eiseres. Voor de door eiseres genoemde beperkingen op de door haar geduide items (vasthouden en verdelen van de aandacht, handelingstempo, doelmatig en zelfstandig handelen, uiten van gevoelens, omgaan met conflicten, klantcontacten, kou, repeterende hand/vingerbewegingen en knijp/grijpkracht) ziet de rechtbank geen medische onderbouwing.
Nu de rechtbank niet is gebleken dat in de FML van 13 augustus 2022 de beperkingen van eiseres zijn onderschat, gaat zij voor de verdere beoordeling uit van de belastbaarheid die is neergelegd in die FML.
Zijn de aan de schatting ten grondslag gelegde functies geschikt?
2.6.1.
Een arbeidsdeskundige van het UWV heeft, rekening houdend met de vastgestelde FML, de volgende functies ten grondslag gelegd aan de berekening van de mate van arbeidsongeschiktheid: productiemedewerker industrie (Sbc-code 111180), productiemedewerker textiel (Sbc-code 272043) en huishoudelijk medewerker gebouwen (Sbc-code 111334). De arbeidsdeskundige heeft de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres vastgesteld op 61,08%.
2.6.2.
Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige b&b) heeft de door de primaire arbeidsdeskundige geduide functies beoordeeld op geschiktheid. De arbeidsdeskundige b&b heeft de functie productiemedewerker industrie (Sbc-code 111180) laten vervallen vanwege de vereiste taalvaardigheid in het Engels en het persoonlijk risico bij het werken met gereedschap met verwondingsrisico. De arbeidsdeskundige b&b heeft de volgende functies geselecteerd: productiemedewerker textiel (Sbc-code 272043), huishoudelijk medewerker gebouwen (Sbc-code 111334) en medewerker tuinbouw (Sbc-code 111010). De arbeidsdeskundige b&b stelt de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres vast op 65,20%.
2.7.
Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet geschikt is voor deze functies vanwege het opleidingsniveau, het lezen en schrijven in het Nederlands, de drukke werkomgeving en het langdurig hoge werktempo. Daarnaast is het maatmanloon volgens eiseres niet juist vastgesteld.
2.8.
In beroep heeft de arbeidsdeskundige b&b gereageerd op deze gronden. De arbeidsdeskundige b&b stelt dat eiseres op de vragenlijst van 14 september 2020 heeft verklaard dat zij in Turkije het lyceum heeft afgerond en certificaten heeft behaald voor de heftruck en luchtvracht. Verder heeft zij verklaard dat zij het lezen, luisteren, spreken en schrijven in het Nederlands matig beheerst. Eiseres heeft niet verklaard dat zij geen Nederlands kan lezen of schrijven. Met de matige beheersing van de Nederlandse taal is eiseres in staat geweest in Nederland een opleiding voor het heftruckcertificaat met succes te volgen.
De geduide functies betreffen functies op maximaal opleidingsniveau 2. Het betreft eenvoudige en routinematige werkzaamheden met repetitieve handelingen, waarin geen of slechts minimale persoonlijke invulling wordt gevraagd. Met opleidingsniveau 3 voldoet eiseres in ruime mate aan de gestelde opleidingseisen.
Na indiensttreding dient betrokkene in één van de functies in Sbc-code 272043 (productiemedewerker textiel) een eenvoudige interne bedrijfstraining te volgen. Het gaat dan om voordoen door een ervaren collega en onder toezicht zelf doen. In de functie in Sbc-code 111334 (huishoudelijk medewerker gebouwen) dient betrokkene een eenvoudige functiegerichte instructie van de coördinator te volgen, 3 à 4 dagen mee te lopen met een ervaren kracht en in staat te zijn tot het volgen van SVS-cursussen gericht op schoonmaken. In de functies in Sbc-code 111010 (medewerker tuinbouw) dient betrokkene een eenvoudige functiegerichte ‘training on the job’ op basis van één op één door een ervaren collega te volgen.
Met haar opleiding, werkervaring en vaardigheden, waaronder enigermate Nederlands kunnen lezen, luisteren, spreken en schrijven, is eiseres volgens de arbeidsdeskundige b&b in staat om de eenvoudige, functiegerichte training, instructie en cursussen te kunnen volgen. De verzekeringsarts b&b heeft ook niet zodanig cognitieve beperkingen vastgesteld dat eiseres dat niet zou kunnen.
Tot slot stelt de arbeidsdeskundige b&b dat er geen aanleiding is er van uit te gaan dat het maatmanloon niet juist is vastgesteld. Eiseres heeft deze stelling ook niet toegelicht of onderbouwd.
2.9.
De rechtbank is van oordeel dat de arbeidsdeskundige b&b afdoende heeft onderbouwd dat eiseres beschikt over het vereiste opleidingsniveau voor de geduide functies en dat het maatmanloon juist is vastgesteld.
De rechtbank ziet evenmin reden voor de conclusie dat de geduide functies voor eiseres niet geschikt zijn vanwege de drukke werkomgeving of het langdurig hoge werktempo. In de FML is vermeld dat eiseres in eenvoudige taken – zoals in de geduide functies – een hoog handelingstempo aankan. Eiseres is in de FML niet beperkt op werken in een drukke werkomgeving. Zoals reeds overwogen acht de rechtbank de FML juist.
De rechtbank vindt echter de motivering dat eiseres voldoet aan de opleidingseisen niet voldoende. De rechtbank acht onvoldoende toegelicht dat eiseres, gelet op haar matige beheersing van de Nederlandse taal, in staat is om in de geduide functies voorkomende schriftelijke instructies te lezen en gevraagde SVS-cursussen te volgen. De rechtbank vindt hierbij van belang dat eiseres ter zitting heeft verklaard dat zij het examen voor heftruckchauffeur en het theorie-examen voor haar rijbewijs B in het Turks heeft afgelegd.
3. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat het bestreden besluit lijdt aan een motiveringsgebrek. Het beroep is om die reden gegrond en het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking.
4. Op grond van artikel 8:51a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen, de zogeheten 'bestuurlijke lus'. De rechtbank ziet aanleiding om van deze mogelijkheid gebruik te maken en zal het UWV in de gelegenheid stellen om alsnog een arbeidsdeskundige b&b te laten motiveren waarom eiseres voldoet aan de opleidingseisen in de geduide functies. De rechtbank zal daarna beoordelen of de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand kunnen blijven.
5. De rechtbank zal de termijn waarbinnen het UWV het gebrek kan herstellen bepalen op zes weken. Als het UWV hiervan geen gebruik wil maken, dan dient het UWV dit binnen twee weken aan de rechtbank mee te delen. Als het UWV wel gebruik maakt van die gelegenheid, zal de rechtbank eiseres in de gelegenheid stellen binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van het UWV. Daarna zal de rechtbank in beginsel zonder tweede zitting einduitspraak doen.
6. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak. Dat laatste betekent ook dat zij over de vergoeding van het griffierecht en de proceskosten nu nog geen beslissing neemt.

Beslissing

De rechtbank:
- stelt het UWV in de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen in deze tussenuitspraak is overwogen;
- draagt het UWV op om, als geen gebruik wordt gemaakt van de gelegenheid het gebrek te herstellen, dat binnen twee weken na verzending van deze tussenuitspraak aan de rechtbank mee te delen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van mr. H.D. Sebel, griffier, op 23 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open. Dat kan worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de einduitspraak in deze zaak.