ECLI:NL:RBZWB:2024:520

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
AWB- 22_74
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een Wajong-uitkering door het UWV

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 januari 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiseres, geboren op 5 juni 2001, had op 28 oktober 2020 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 28 januari 2021 werd afgewezen. Het UWV stelde dat eiseres arbeidsvermogen had, wat zij betwistte. Eiseres heeft diverse medische klachten, waaronder chronische vermoeidheid en psychische problemen, en heeft verschillende behandelingen ondergaan zonder het gewenste resultaat.

De rechtbank heeft de argumenten van eiseres en de medische rapportages van het UWV zorgvuldig overwogen. De verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) hebben vastgesteld dat eiseres in staat is om gedurende 1 uur aaneengeschakeld te werken en 4 uur per dag belastbaar is, rekening houdend met haar beperkingen. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geweigerd een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat eiseres arbeidsvermogen heeft. De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen aanleiding is om een deskundige te raadplegen, zoals door eiseres verzocht. De uitspraak van de rechtbank is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats: Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/74 WAJONG

uitspraak van 23 januari 2024 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaats] , eiseres,

gemachtigde: mr. V.M.C. Verhaegen,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Breda), verweerder,
gemachtigde: mr. M.B.A. van Grinsven.

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheids-voorziening jonggehandicapten (Wajong).
1.2.
Het UWV heeft deze aanvraag met het besluit van 28 januari 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 3 december 2021 op het bezwaar van eiseres is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met verweerschriften.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, de moeder van eiseres en de gemachtigde van het UWV.

Totstandkoming van het bestreden besluit

2.1.
Eiseres, geboren op 5 juni 2001, heeft op 28 oktober 2020 een aanvraag gedaan voor een Wajonguitkering.
2.2.
Met het besluit van 28 januari 2021 heeft het UWV geweigerd om een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat eiseres arbeidsvermogen heeft.
2.3.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
2.4.
Met het bestreden besluit van 3 december 2021 heeft het UWV dit bezwaar ongegrond verklaard.

Beroep

3.1.
Eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat zij duurzaam geen arbeidsvermogen heeft.
3.2.
Zij is vanaf haar jeugd chronisch vermoeid en kampt met psychische problemen. Hiervoor staat zij onder behandeling. Verder heeft eiseres klachten aan de nek, schouders, handen, knieën en buik als gevolg van een prikkelbare darm.
3.3.
Eiseres probeert al jarenlang door behandeling haar klachten te reduceren. Zij heeft ergotherapie, gedragstherapie, fysiotherapie en oefentherapie ondergaan en bezocht een osteopaat, zonder resultaat.
3.4.
Door met name de vermoeidheidsklachten is eiseres niet in staat om 1 uur achtereen te werken en 4 uur per dag belastbaar te zijn.
3.5.
Door de beperkte belastbaarheid en onvoldoende aanwezigheid heeft eiseres haar Mbo-opleiding niet kunnen afronden. Haar werkzaamheden bij een winkel voor 12 uur per week heeft zij vanwege de chronische vermoeidheidsklachten eveneens moeten staken.
3.6.
De verzekeringsartsen nemen een urenbeperking van 20 uur per week aan. Daarbij is aangegeven dat deze uren kunnen toenemen na een revalidatietraject. De reumatoloog stelde in 2020 de diagnose fibromyalgie en verwees eiseres door naar Revant voor een revalidatietraject. Dit traject werd echter niet gestart. Het revalidatiecentrum gaf aan dat de pijnklachten ondergeschikt zijn aan de vermoeidheidsklachten en dat uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat medisch specialistische revalidatie bij chronische vermoeidheid onvoldoende effectief is.
3.7.
Volgens eiseres is de conclusie van de verzekeringsarts b&b een algemene mening en niet toegesneden op haar persoon. Zij werd overigens noch door de primaire verzekeringsarts noch door de verzekeringsarts b&b in persoon gezien.
3.8.
Eiseres verzoekt de rechtbank om een deskundige te raadplegen. Eiseres heeft niet de middelen zelf een deskundige in te schakelen.
3.9.
Ter onderbouwing van haar standpunt heeft eiseres medische informatie van haar huisarts van 5 juni 2001 en 1 juni 2023, van [medisch adviseur] van 31 juli 2023 en van [psycholoog] (Emergis) van 4 juli 2023 overgelegd.

Beoordeling door de rechtbank

4.1.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of het UWV op goede gronden geweigerd heeft een Wajonguitkering aan eiseres toe te kennen.
4.2.
Het UWV heeft dat geweigerd omdat eiseres arbeidsvermogen heeft.
Juridisch kader
4.3.1.
Recht op een Wajonguitkering ontstaat pas indien de betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie (arbeidsvermogen) heeft.
4.3.2.
Het UWV moet daarom eerst beoordelen of eiseres voldoet aan tenminste een van de volgende voorwaarden:
- eiseres kan niet een uur aangesloten werken
- eiseres is niet tenminste vier uur per dag belastbaar (dan wel twee uur per dag belastbaar en in staat het minimumloon te verdienen)
- eiseres kan geen taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie
- eiseres beschikt niet over basale werknemersvaardigheden.
4.3.3.
Wordt aan tenminste een van de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan dan ontbreekt arbeidsvermogen. Vervolgens moet het UWV beoordelen of deze situatie duurzaam is.
4.3.4.
Bij de beoordeling maakt het UWV gebruik van de Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen (SMBA)-systematiek. Bij deze beoordeling staat de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ centraal. Voor het toepassen van de SMBA-systematiek heeft het UWV het ‘Compendium Participatiewet’ vastgesteld.
4.3.5.
De voor de beoordeling van het beroep verder belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Medisch onderzoek
4.4.1.
Aan het bestreden besluit ligt een onderzoek door een arts – getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts – en een verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) ten grondslag.
4.4.2.
De arts heeft eiseres telefonisch gesproken. Daarnaast heeft hij in zijn onderzoek medische informatie van de orthopedagoog van 15 december 2016 en maart 2017 en het document Medische Tijdlijn in zijn onderzoek betrokken. De arts heeft gerapporteerd dat eiseres een autisme spectrumstoornis (ASS), een gegeneraliseerde angststoornis, fibromyalgie, chronisch vermoeidheidsyndroom (CVS), prikkelbaar darmsyndroom en depressieve klachten heeft. Eiseres heeft 1 keer in de week een afspraak bij de psycholoog en 1 keer per maand bij de psychiater. Zij wordt begeleid door een maatschappelijk werkster van Emergis. Eiseres staat nog maar aan het begin van het traject; er wordt gezocht naar een passende woonvorm. Eiseres heeft nog geen revalidatietraject gevolgd. Gezien de diagnoses en de medische informatie vindt de verzekeringsarts het plausibel dat de problematiek van eiseres en de daaruit voortvloeiende beperkingen op het 18e levensjaar aanwezig zijn. Eiseres is ADL-zelfstandig, kan huishoudelijke taken doen zoals de vaatwasser uitruimen, is zelfstandig in het verkeer, fietst op een elektrische fiets en kan wandelen, tekenen en schrijven. Ze heeft haar rijbewijs kunnen halen. Het spreekuur duurde ongeveer 45 minuten en eiseres leek haar aandacht erbij te kunnen houden. Gezien het dagverhaal is sprake van een laag activiteitenniveau. De arts vindt eiseres gelet op voormelde informatie ten minste
4 uur per dag belastbaar en in staat om ten minste 1 uur aaneengesloten te werken als rekening wordt gehouden met haar beperkingen. De arts heeft aangegeven dat eiseres is aangewezen op overwegend licht belastend werk. Zij is beperkt in het hanteren van stressvolle situaties, veel eisen en kritiek op de werkvloer. Eiseres dient geen werk te verrichten met een hoge verantwoordelijkheid, zoals een leidinggevende functie, en is gebaad bij een rustige werkomgeving zonder lawaai en drukte en met begripvolle collega’s. De arts neemt uit preventief oogpunt een urenbeperking van 20 uur in de week aan, afhankelijk van de zwaarte van het werk en de mate van begeleiding die eiseres kan krijgen. Eiseres dient begeleiding te krijgen bij het verdelen van de taken ten aanzien van het leveren van haar niveau van inspanning. De beperkingen van eiseres kunnen verbeteren en de urenbeperking kan verminderen door het volgen van behandelingen.
4.4.3.
De verzekeringsarts b&b ( [naam 1] ) heeft eiseres gesproken tijdens een digitale hoorzitting en heeft medische informatie van de huisarts in zijn onderzoek betrokken. De verzekeringsarts b&b rapporteert dat uit die informatie blijkt dat op de datum in geding bij eiseres sprake is van fibromyalgie en somatisch onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK). Op psychisch gebied blijkt uit onderzoeken van Emergis dat sprake is van een gegeneraliseerde angststoornis, van een ontwijkende en dwangmatige persoonlijkheids-stoornis en trekken van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Het al dan niet bestaan van een ASS wordt geherevalueerd door de psycholoog. Een CVS is volgens de verzekeringsarts b&b niet aan de orde. Deze diagnose wordt door de huisarts niet aangegeven en is ook niet plausibel omdat er sprake is van andere vermoeidheid veroorzakende ziektebeelden: fibromyalgie en psychische klachten. De primaire arts heeft de beperkingen van eiseres volgens de verzekeringsarts b&b voldoende passend omschreven. Daarmee wordt voorzien in fysiek, psychische en energetisch zeer laag belastende werkzaamheden. De verzekeringsarts b&b acht eiseres in staat om deze werkzaamheden gedurende 1 uur aaneengesloten, en gedurende 4 uur per dag niet noodzakelijk aaneengesloten, te doen. Vanuit de aard en ernst van pathologie bestaan hier ook geen argumenten tegen. Op psychisch gebied is sprake van een lage belasting in de uit te voeren taak. Op fysiek gebied ook, waarbij van belang is dat sprake is van somatische klachten waarvoor geen onderliggend anatomisch substraat is te objectiveren. De ervaren energetische en fysieke belemmeringen staan niet in verhouding met de geobjectiveerde pathologie en zijn geen uiting van ziekte of gebrek. Bij klachten van deze aard wordt juist geadviseerd om zoveel mogelijk actief te blijven, waarbij zowel overbelasting als onderbelasting voorkomen dient te worden, en geen bedrust te nemen. Rust, liggen of slapen overdag zijn medisch niet noodzakelijk. Het is aannemelijk dat eiseres in de loop der tijd in een negatieve spiraal van klachten, minder bewegen, deconditionering en (sociale) inactivatie terecht is gekomen. Bij 1 uur aaneengesloten werken gedurende 4 uur per dag onder de gestelde voorwaarden en beperkingen wordt er volgens de verzekeringsarts b&b in voorzien dat eiseres actief blijft.
4.4.4.
In beroep heeft de verzekeringsarts b&b ( [naam 1] en [naam 2] ) aanvullend gerapporteerd. De verzekeringsarts b&b geeft aan dat een fysiek contact in het geval van eiseres om een aantal redenen niet geïndiceerd is geweest. Voor het uitvragen van ervaren klachten en belemmeringen, de mate van functioneren, lopende behandelingen en andere onderwerpen van belang voor de verzekeringsgeneeskundige beoordeling voldoet volgens de verzekeringsarts b&b in principe iedere vorm van contact, mits kan worden gesproken met de cliënt. Beeldbellen voldoet daarbij om een onderzoek naar de psyche uit te voeren. Betrokkene is namelijk volledig in beeld en alle aspecten van een dergelijk onderzoek kunnen via beeldbellen worden beoordeeld. Omdat de datum in geding 28 oktober 2020 (datum aanvraag) een jaar voor de beoordeling in bezwaar ligt, ligt de nadruk voor de beoordeling ook in mindere mate op de bevindingen bij onderzoek en meer op de mate van klachten en belemmeringen die ten aanzien van de datum in geding worden aangegeven, het functioneren en medische informatie van de curatieve sector. Deze gegevens tezamen maken dat in het geval van eiseres een adequate inschatting van de mate van arbeidsvermogen mogelijk is geweest. Fysiek contact om lichamelijk onderzoek te kunnen verrichten heeft in het geval van eiseres geen meerwaarde. De fysieke klachten van eiseres worden immers toegeschreven aan de fibromyalgie en SOLK. Dit zijn benamingen voor chronische pijnklachten aan houdings- en bewegingsapparaat, waarbij bij aanvullend onderzoek geen verklarende afwijkingen worden vastgesteld. Dit zijn ziektebeelden die gepaard gaan met fysieke klachten, meestal spier- en gewrichtspijnen, zonder dat onderliggende afwijkingen bestaan. Bij lichamelijk onderzoek worden bij fibromyalgie en SOLK op functioneel gebied ook geen afwijkingen gevonden. Eventueel te stellen beperkingen richten zich met name op het voorkomen van over- en ook onderbelasting van het houdings- en bewegingsapparaat, waarbij een lichamelijk onderzoek over het algemeen geen meerwaarde heeft. De verzekeringsarts b&b vermeldt tot slot over het online contact dat hij heeft begrepen dat eiseres heeft aangegeven dat vanwege de reisafstand een niet-fysiek contact de voorkeur verdiende. Vanwege deze wens en vanwege coronaperikelen is besloten om een gepland fysiek contact moment om te zetten naar een digitaal contact. Over de door eiseres in beroep overgelegde stukken stelt de verzekeringsarts b&b dat die reeds bekend waren en al zijn meegewogen. Zo maakt de huisarts melding van doorverwijzing naar de reumatoloog. Dit was al bekend, evenals de diagnostiek door [praktijk] en de informatie van Emergis uit 2020. Blijkbaar vond Zeeuwse Gronden in 2022 de psychiatrische aandoening van eiseres niet erg genoeg voor een indicatie voor begeleiding. De informatie van Emergis van 4 juli 2023 bevat geen andere informatie dan die uit 2021, hooguit blijkt hieruit van een recidiverende depressie op dat moment. Dit speelt echter 4 jaar na de datum in geding. Eiseres blijkt inmiddels zelfstandig te wonen en haar eigen huishouden te moeten runnen. Dit zal zeker lukken zodra eiseres accepteert dat haar lichamelijke aandoeningen meer activiteit overdag niet in de weg staan en zij bereid is de normale dagelijkse activiteiten te blijven ondernemen en geen bedrust te nemen. Met betrekking tot de rapportage van [medisch adviseur] stelt de verzekeringsarts b&b dat [medisch adviseur] alleen op basis van de hoeveelheid diagnoses tot de conclusie komt dat eiseres niet in staat is arbeid te verrichten. Er mist een deugdelijke onderbouwing middels een anamnese, lichamelijk onderzoek en argumentatie. Daarnaast is niet duidelijk waarom eiseres over 6 maanden wel begeleid kan worden naar werk. In de rapportage van [medisch adviseur] ziet de verzekeringsarts b&b dan ook geen aanleiding zijn standpunt te wijzigen. Bovendien ziet de beoordeling van [medisch adviseur] niet op de datum in geding.
Arbeidskundig onderzoek
4.5.
Ook een arbeidsdeskundige heeft onderzoek gedaan. De arbeidsdeskundige heeft gerapporteerd dat met de voorwaarden die de primaire verzekeringsarts heeft gesteld in werk eiseres bijvoorbeeld licht administratieve werkzaamheden zou kunnen verrichten, lichte productiewerkzaamheden, assemblage- en montagewerkzaamheden of lichte werkzaamheden in de tuinbouw. De arbeidsdeskundige noemt de taak: Invoeren van gegevens (1601). Dit is een administratieve taak. Eiseres voldoet, gelet op haar opleidingen, aan de bekwaamheidseisen voor deze taak. Daarnaast is de fysieke belasting in deze taak gering. Zo is er geen sprake van veelvuldige deadlines of productiepieken en wordt de taak uitgevoerd in een rustige werkomgeving zonder veel lawaai en drukte. Volgens de arbeidsdeskundige beschikt eiseres voorts over basale werknemersvaardigheden omdat zij in staat is instructies te begrijpen en afspraken met een werkgever na te komen. Dit blijkt uit haar opleidingsniveau en uit het feit dat eiseres 10 maanden bij Jumbo heeft gewerkt. Daar is in de praktijk gebleken in een langere periode dat eiseres instructies kon begrijpen en afspraken met een werkgever kon nakomen. Gelet hierop en omdat de primaire verzekeringsarts heeft vastgesteld dat eiseres 1 uur aaneengesloten per dag kan werken en
4 uur per dag belastbaar is, concludeert de arbeidsdeskundige dat zij arbeidsvermogen heeft.
Zorgvuldigheid onderzoek
4.6.1.
Eiseres heeft gesteld dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest omdat zij noch door de primaire arts noch door de verzekeringsarts b&b gezien is.
4.6.2.
De verzekeringsarts b&b heeft uitgebreid toegelicht waarom in het geval van eiseres, gelet op de aard van haar psychische en lichamelijke aandoeningen, fysiek contact geen meerwaarde had. Daarnaast vermeldt de verzekeringsarts b&b dat hij heeft begrepen dat eiseres heeft aangegeven dat een niet-fysiek contact de voorkeur verdiende.
4.6.3.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts b&b afdoende gemotiveerd waarom een fysiek spreekuur niet geïndiceerd was. Daarnaast heeft eiseres ter zitting bevestigd dat zij heeft aangegeven dat een online spreekuur de voorkeur verdiende. De rechtbank ziet in het achterwege laten van een fysiek spreekuurcontact dan ook geen aanleiding om het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen onzorgvuldig te achten.
Een uur aaneengesloten werken en vier uur per dag belastbaar
4.7.1.
In het Compendium is over het aspect van een uur werken beschreven dat dit aspect ziet op het zelfstandig functioneren van de betrokkene in relatie tot de continuïteit van het productieproces. Daarbij gaat het er uitsluitend om dat niet vaker dan een keer per uur een substantiële onderbreking van het productieproces noodzakelijk is om de betrokkene bij te sturen als gevolg van beperkingen in aandacht, geheugen of stemming. De noodzaak om iemand bij te sturen is er als hij zelf niet kan onderkennen dat hij op enig moment niet adequaat functioneert en/of zichzelf daarin niet kan corrigeren. Onderbreking van het werk (voor bijvoorbeeld toiletgang, of om zich te vertreden) kán weliswaar tot een substantiële onderbreking van het productieproces leiden maar heeft geen relatie met de noodzaak om betrokkene bij te sturen en is daarom geen aspect dat bij de beoordeling moet worden betrokken. Het kunnen uitvoeren van dagelijkse routinehandelingen is een belangrijke aanwijzing dat iemand in staat is tenminste een uur aaneengesloten te werken. Het wijst er namelijk op dat iemand enerzijds in staat is iets te leren, zich een bepaalde routine eigen te maken, en anderzijds dat hij dat kan zonder te zijn aangewezen op een interventie van anderen.
4.7.2.
In het Compendium is over de voorwaarde van vier uur per dag werken vermeld dat het gaat om de vraag of betrokkene gedurende vier uur per dag benutbare mogelijkheden heeft. Dat hoeft niet aaneengesloten te zijn. Bij deze beoordeling maakt de verzekeringsarts gebruik van de standaard ‘Duurbelastbaarheid in Arbeid’. De belangrijkste meetinstrumenten voor de beoordeling van de recuperatienoodzaak zijn het dagverhaal, de inhoud en constellatie van de medische gegevens en de perceptie en cognitie van het eigen onvermogen van cliënt. Ook bij zeer ernstige energetische beperkingen is het niet de verwachting dat de belastbaarheid snel onder het niveau van vier uur per dag komt te liggen. Het vaststellen van de duurbelastbaarheid is immers het ‘sluitstuk’ van de verzekeringsgeneeskundige beoordeling. De verzekeringsarts heeft al vastgesteld dat betrokkene benutbare mogelijkheden heeft en dat hij kan functioneren, rekening houdend met soms forse beperkingen. Bovendien gaat het zoals hiervoor omschreven om een belastbaarheid van in totaal ten minste vier uur per dag.
4.7.3.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben de verzekeringsartsen afdoende onderbouwd dat eiseres in staat moet worden geacht 1 uur aaneengesloten te werken als rekening wordt gehouden met haar beperkingen. De rechtbank acht het ook niet aannemelijk dat vaker dan een keer per uur een substantiële onderbreking van het productieproces noodzakelijk is om eiseres bij te sturen vanwege beperkingen in aandacht, geheugen of stemming.
4.7.4.
De rechtbank acht voorts door de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd dat eiseres in staat moet worden geacht 4 uur per dag belastbaar te zijn. De verzekeringsarts b&b heeft gesteld dat de ervaren energetische en fysieke belemmeringen niet in verhouding staan met de geobjectiveerde pathologie en dat vanuit de aard en ernst van de geobjectiveerde pathologie geen argumenten bestaan tegen 4 uur belastbaarheid. Rust, liggen of slapen overdag zijn medisch niet noodzakelijk. Bij klachten van deze aard wordt volgens de verzekeringsarts b&b juist geadviseerd om zoveel mogelijk actief te blijven en geen bedrust te nemen. De rechtbank ziet geen reden om aan deze uitleg te twijfelen. Eiseres heeft ook geen medische informatie overgelegd waaruit opgemaakt kan worden dat zij door haar beperkingen niet 4 uur per dag belastbaar is. De rechtbank kan het UWV dan ook volgen in zijn stelling dat eiseres gedurende 4 uur per dag belastbaar is.
Deskundige
4.8.
De rechtbank ziet derhalve geen aanleiding om een deskundige te raadplegen, zoals eiseres heeft verzocht. Het medisch onderzoek is – zoals reeds overwogen – zorgvuldig verricht. Voorts is er geen reden om aan te nemen dat eiseres belemmeringen heeft ondervonden bij het onderbouwen van haar standpunt. Eiseres heeft voldoende gelegenheid gehad om haar standpunt met medische gegevens te onderbouwen en tegenbewijs te leveren. Eiseres heeft ook medische informatie in het geding gebracht. In die medische informatie, maar ook anderszins, ziet de rechtbank – zoals ook reeds overwogen – geen reden voor de conclusie dat de verzekeringsartsen de belastbaarheid van eiseres niet juist hebben ingeschat.
Werknemersvaardigheden en verrichten taak
4.9.1.
Uit het Compendium volgt dat basale werknemersvaardigheden, vaardigheden zijn die onmisbaar en essentieel zijn. Het gaat dan om het begrijpen, onthouden en uitvoeren van instructies en het nakomen van afspraken met de werkgever. Essentieel is of het ontbreken van deze vaardigheden voorkomt uit ziekte of gebrek.
4.9.2.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de arbeidsdeskundige voldoende onderbouwd dat eiseres over basale werknemersvaardigheden beschikt. Eiseres heeft dat ook niet betwist.
Taak verrichten
4.10.1.
In het Compendium is vermeld dat de beoordeling of iemand een taak kan uitvoeren op taakniveau plaatsvindt. Een taak is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen. Met behulp van de ‘taakeisen’ en de eisen die voortvloeien uit de ‘fysieke en sociale werkomgeving’ bepaalt de arbeidsdeskundige of de taak aansluit bij de krachten en bekwaamheden van de klant. Begeleiding hoeft ook niet in de weg te staan aan arbeidsvermogen. Criterium is of deze begeleiding verder reikt dan wat in een arbeidsorganisatie door een leidinggevende of een jobcoach kan worden geboden.
4.10.2.
Eiseres heeft gesteld dat zij de taak Invoeren van gegevens (1601) niet kan verrichten vanwege de vereiste concentratie en de belasting op zitten. Eiseres kan niet 4 uur zitten.
4.10.3.
Zoals de rechtbank reeds heeft overwogen zijn er geen aanwijzingen dat de verzekeringsartsen de belastbaarheid van eiseres niet juist hebben ingeschat. Gelet op die belastbaarheid moet eiseres in staat worden geacht de taak Invoeren van gegevens te verrichten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de arbeidsdeskundige ook afdoende gemotiveerd dat eiseres deze taak zou moeten kunnen verrichten.
Conclusie en gevolgen
5.1.
De rechtbank komt tot de slotsom dat het UWV terecht geweigerd heeft aan eiseres een Wajonguitkering toe te kennen omdat zij arbeidsvermogen heeft. Het beroep is daarom ongegrond.
5.2.
Omdat het beroep ongegrond wordt verklaard krijgt eiseres geen vergoeding voor haar griffierecht of proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van mr. H.D. Sebel, griffier, op 23 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: Wettelijk kader

Wajong
Artikel 1a:1, eerste lid
Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b.na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Artikel 1a:1, tweede lid
De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
Artikel 1a:1, achtste lid
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld. Bedoelde algemene maatregel van bestuur is het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (het Schattingsbesluit).
Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten
Artikel 1a, eerste lid
Betrokkene heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
Artikel 1a, tweede lid
Een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.