ECLI:NL:RBZWB:2024:5075
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- B. Benjaddi
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 24 juni 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een minderjarige betrokkene, geboren in 2009. De rechtbank heeft deze beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie om de crisismaatregel te verlengen, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene verblijft momenteel in een GGZ-instelling en heeft te maken met een psychische stoornis, wat heeft geleid tot een crisisopname. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juni 2024 zijn de betrokkene, zijn advocaat, de behandelaar en de moeder gehoord. De vader van de betrokkene was niet aanwezig, ondanks dat hij was opgeroepen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, wat onder andere levensgevaar en ernstige psychische schade omvat. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om dit nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, waarbij de maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie zijn goedgekeurd. De rechtbank heeft de verlenging van de crisismaatregel vastgesteld tot en met 9 juli 2024, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.