ECLI:NL:RBZWB:2024:5065
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor een in Nederland geïmmigreerde belastingplichtige
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juli 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2020 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd, gebaseerd op een belastbaar inkomen van € 7.287. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur wees dit bezwaar af. De rechtbank behandelt het beroep van belanghebbende, die stelt dat zij geen IB/PVV hoeft te betalen en recht heeft op een hogere teruggaaf dan vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de aanslag correct is vastgesteld en dat de heffingskorting tijdsevenredig is berekend, aangezien belanghebbende pas in september 2020 in Nederland woonachtig was. De rechtbank concludeert dat belanghebbende recht heeft op een teruggaaf van € 290, maar dat de aanslag in zijn geheel juist is. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en belanghebbende krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.