In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juli 2024, wordt het beroep van eiseres B.V. tegen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beoordeeld. Eiseres heeft een aanvraag ingediend op 23 november 2023, maar de minister heeft niet tijdig beslist. De rechtbank stelt vast dat de minister de beslistermijn heeft overschreden, maar na het instellen van het beroep op 24 april 2024 alsnog een besluit heeft genomen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar heeft het beroep niet ingetrokken. De rechtbank concludeert dat eiseres geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het niet tijdig nemen van een besluit door de minister, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Ondanks de niet-ontvankelijkheid, moet de minister het griffierecht van € 371,- aan eiseres vergoeden en daarnaast een vergoeding van € 437,50 voor proceskosten betalen. Deze uitspraak is gedaan door rechter I.M. Josten in aanwezigheid van griffier D. Alblas en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.