ECLI:NL:RBZWB:2024:5048

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
BRE 22/5789
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake naheffingsaanslag parkeerbelasting en toepassing Wet WOZ

Op 22 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak BRE 22/5789, die betrekking heeft op een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Deze hersteluitspraak is het gevolg van een eerdere uitspraak van de enkelvoudige kamer op 6 juni 2024, waarin per abuis een bepaling uit de Wet WOZ was toegepast. De rechtbank heeft geconstateerd dat deze fout redelijkerwijs kenbaar was voor de betrokken partijen. In de eerdere uitspraak werd ten onrechte gesteld dat een vergoeding rechtstreeks aan de belanghebbende moest worden betaald, wat in strijd was met de relevante wetgeving. De rechtbank heeft deze fout gecorrigeerd door de betreffende zin en de bijbehorende voetnoot te verwijderen uit de uitspraak. De hersteluitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De rechtbank benadrukt dat deze hersteluitspraak geen invloed heeft op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/5789
hersteluitspraak ter verbetering van de uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juni 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: [naam], verbonden aan [organisatie]),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar,

1.
Overwegingen
1.1.
Na bericht van de gemachtigde van belanghebbende heeft de rechtbank geconstateerd dat zij in de uitspraak van 6 juni 2024 per omissie een bepaling uit de Wet WOZ heeft toegepast. Aangezien de zaak betrekking heeft op een naheffingsaanslag parkeerbelasting is dit niet juist.
1.2.
In de uitspraak van 6 juni 2024 staat in overweging 4.2. de volgende zin opgenomen, waarbij in de voetnoot wordt verwezen naar artikel 30a Wet WOZ:
Deze vergoeding moet rechtstreeks aan belanghebbende zelf worden betaald.
De rechtbank verbetert haar uitspraak van 6 juni 2024 door onder overweging 4.2. de volzin “Deze vergoeding moet rechtstreeks aan belanghebbende zelf worden betaald” te verwijderen. Ook de bijbehorende voetnoot op pagina 4, waarin wordt verwezen naar artikel 30a van de Wet WOZ wordt verwijderd.
1.3.
Aangezien de fout redelijkerwijs kenbaar voor partijen was, zal de rechtbank deze verbetering doorvoeren.

Beslissing

De rechtbank verbetert de fout in de uitspraak van 6 juni 2024 op de wijze als onder 1.2. omschreven en stelt vast dat de uitspraak aldus verbeterd moet worden gelezen.
Deze hersteluitspraak is gedaan door mr. M.Z.B. Sterk, rechter, in aanwezigheid van R.P.H. Bukkems, griffier, op 22 juli 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze hersteluitspraak staat geen rechtsmiddel open. Voorts brengt deze hersteluitspraak geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.