Volgens TBV is sprake van een ernstige tekortkoming, die van voldoende gewicht is om ontbinding op grond van artikel 6:265 BW (Burgerlijk Wetboek) te rechtvaardigen, omdat
[rechthebbende] de woning niet (uitsluitend) heeft gebruikt als woonruimte, maar (ook)
bedrijfsmatig heeft gebruikt c.q. laten gebruiken als seksinrichting, althans ten
behoeve van prostitutie, hetgeen tevens een bestemmingswijziging oplevert;
hij daarmee tevens in strijd heeft gehandeld met de verplichting om het
gehuurde uitsluitend met schriftelijke toestemming van TBV (welke
toestemming in casu dus ontbreekt) geheel of gedeeltelijk aan derden onder
te verhuren (dan wel in gebruik te geven);
hij met het gebruik van het gehuurde als illegale seksinrichting tevens in strijd heeft gehandeld met het verbod op het uitoefenen van illegale activiteiten in het gehuurde;
- hij met al het voorgaande ten slotte in strijd heeft gehandeld met de verplichting om het gehuurde te gebruiken zoals het een goed huurder betaamt.
TBV voert daarbij aan dat vaste lijn in de rechtspraak is dat het laten plaatsvinden van illegale prostitutie – zelfs al zou er maar éénmalig prostitutie in de sociale huurwoning hebben plaatsgevonden – de ontbinding rechtvaardigt. Bovendien stond in artikel 7.7. AHV uitdrukkelijk vermeld dat het uitvoeren van illegale activiteiten in het gehuurde, in welke vorm dan ook, leidt tot een procedure tot ontbinding van de huurovereenkomst. [rechthebbende] wist dus, althans moest weten dat hij hiermee de woning op het spel zou zetten. De gevolgen van deze (bewuste) ernstige wanprestatie komen dan ook volgens TBV volledig voor rekening en risico van [rechthebbende] .
TBV stelt daarnaast dat zij er als woningcorporatie een zwaarwegend belang bij heeft dat haar woningen gewoon en uitsluitend worden gebruikt waarvoor zij zijn bedoeld: bewoning. Dat geldt te meer, omdat er een enorm woningtekort is, met name een tekort met betrekking tot betaalbare huisvesting. Ook voert zij aan dat zij er belang bij heeft om ervoor te zorgen dat er geen gevaar of overlast ontstaat voor omwonenden en moet zij als toegelaten instelling in de zin van artikel 19 van de Woningwet onder andere waken voor de leefbaarheid in de wijken waarin haar woningen gelegen zijn. Dit belang klemt volgens haar te meer, nu de wijk waarin het gehuurde is gelegen reeds met dergelijke problemen kampt. Bovendien loopt TBV het risico dat de gemeente Tilburg een last onder dwangsom aan haar oplegt. Voorts heeft TBV er belang bij om precedentwerking te voorkomen.