Op 22 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1981, die momenteel verblijft op een Forensisch Psychiatrische Afdeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar toegewezen. De rechtbank baseert haar beslissing op verschillende rapporten van deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, die hebben vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een autismestoornis en antisociale persoonlijkheidstrekken, wat leidt tot een hoog risico op recidive als de tbs-maatregel zou worden beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog aan het begin staat van zijn resocialisatie en dat het traject naar een mogelijke beëindiging van de tbs-maatregel meer tijd zal vergen dan de resterende termijn van één jaar. De rechtbank heeft ook de noodzaak van een geleidelijke aanpak benadrukt, gezien de complexiteit van de problematiek van de betrokkene. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de belangen van de betrokkene en de veiligheid van de samenleving.