Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
a) De verkeersregels
primair:op 24 maart 2024 te Breda en/of Roosendaal en/of Bergen op Zoom en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , werkzaam bij de politie Zeeland-West-Brabant, opzettelijk van het leven te beroven, tijdens een achtervolging lachgascilinders uit een door verdachte bestuurd voertuig heeft gegooid richting het achtervolgende voertuig, terwijl het zicht tijdens deze achtervolging slecht was (regenval) en er geen straatverlichting brandde en sprake was van een nat wegdek en rijdend met zeer hoge snelheden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
primair
op 24 maart 2024 te Breda, opzettelijk aanwezig heeft gehad distikstofmonoxide (lachgas) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
8.Hetbeslag
9.Voorlopige hechtenis
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
voorwaardelijke deelvan de straf
niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
algemene voorwaarden:
bijzondere voorwaarden:
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in
voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
voorwaardelijke deelvan de rijontzegging
niet ten uitvoerwordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
de tijddat verdachte
haar rijbewijs al heeft ingeleverd in minderingwordt gebracht op het onvoorwaardelijke deel van de rijontzegging;
[benadeelde 1]van € 459,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 maart 2024 tot aan de dag der voldoening;
[benadeelde 2]van
[benadeelde 3] en [benadeelde 4]niet-ontvankelijk in hun vorderingen en bepaalt dat de vorderingen bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht;
€ 459,00aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 maart 2024 tot aan de dag der voldoening, met bepaling dat bij niet betaling 9 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
€ 459,00aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 maart 2024 tot aan de dag der voldoening, met bepaling dat bij niet betaling 9 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
(art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet)
zij op of omstreeks 24 maart 2024 te Breda en/of Roosendaal en/of Bergen op Zoom en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] , werkzaam bij de politie Zeeland-West-Brabant, opzettelijk van het leven te beroven, tijdens een achtervolging lachgascilinders uit een door verdachte bestuurd voertuig heeft gegooid richting het achtervolgende voertuig, terwijl het zicht tijdens deze achtervolging slecht was (regenval) en/of er geen straatverlichting brandde en/of sprake was van een nat wegdek en/of rijdend met zeer hoge snelheden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 287 Wetboek van Strafrecht)
zij op of omstreeks 24 maart 2024 te Breda en/of Roosendaal en/of Bergen op Zoom en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] , werkzaam bij de politie Zeeland-West-Brabant, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tijdens een achtervolging lachgascilinders uit een door verdachte bestuurd voertuig heeft gegooid richting het achtervolgende voertuig, terwijl het zicht tijdens deze achtervolging slecht was (regenval) en/of er geen straatverlichting brandde en/of sprake was van een nat wegdek en/of rijdend met zeer hoge snelheden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(Artikel art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
zij op of omstreeks 24 maart 2024 te Breda en/of Roosendaal en/of Bergen op Zoom en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Kruisweide en/of de Ettensebaan en/of A58 en/of A4 en/of A29 en/of A15, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door met zeer hoge snelheden, althans met een hogere snelheid dan de vastgestelde
maximumsnelheid, en/of door het via de bestuurdersraam naar buiten gooien van lachgascilinders en/of terwijl verdachte ondervloed van distikstofmonoxide (lachgas) was en/of een GSM vasthield en/of een doorgetrokken streep overschreed en/of over een verdrijvingsvlak reed en/of een rood licht negeerde en/of geen verlichting voerde en/of terwijl er sprake was van een nat wegdek en/of slecht zicht wegens regenval en/of het ontbreken van straatverlichting, door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was;
(Artikel art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994)
zij op of omstreeks 24 maart 2024 te Breda en/of Roosendaal en/of Bergen op Zoom en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (een personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Kruisweide en/of de Ettensebaan en/of A58 en/of A4 en/of A29 en/of A15, met zeer hoge snelheden, althans met een hogere snelheid dan de vastgestelde maximumsnelheid, en/of door het via de bestuurdersraam naar buiten gooien van lachgascilinders en/of terwijl verdachte ondervloed van distikstofmonoxide (lachgas) was en/of een GSM vasthield en/of een doorgetrokken streep overschreed en/of over een verdrijvingsvlak reed en/of een rood licht negeerde en/of geen verlichting voerde en/of terwijl er sprake was van een nat wegdek en/of slecht zicht wegens regenval en/of het ontbreken van straatverlichting, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
(Artikel art 5 Wegenverkeerswet 1994)
zij op of omstreeks 24 maart 2024 te Breda, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad distikstofmonoxide (lachgas) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(Artikel art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet)