3.1.[verzoekster] verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- voor recht te verklaren dat [verweerder] de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 7:672 BW;
- het concurrentiebeding te vernietigen dan wel te bepalen dat [verweerder] aan dit beding geen rechten kan ontlenen;
[verweerder] te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van:
- de schadevergoeding van artikel 7:677 lid 4 BW wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn ad € 18.102,02 bruto;
- de transitievergoeding ad € 565,68 bruto;
- een billijke vergoeding ad € 20.436,01;
- de aanzegvergoeding ad € 1.592,33 bruto;
- de eindafrekening van de opgebouwde vakantie- en overuren ad € 1.828,76 bruto en reeds opgebouwd vakantiegeld van juni tot en met september 2023;
- wettelijke rente en wettelijke verhoging over voormelde bedragen;
[verweerder] te veroordelen tot:
- het verstrekken van afdoende specificaties aan [verzoekster] van de transitievergoeding en de schadevergoeding van artikel 7:677 lid 4 BW veertien dagen na afgifte van de beschikking, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat [verweerder] nalatig is om hieraan te voldoen;
met veroordeling van [verweerder] in de kosten van de procedure.