ECLI:NL:RBZWB:2024:5013

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
02-329685-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 5 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die in 1993 is geboren en verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs op 15 juli 2022 is aangevangen, na een eerdere veroordeling voor misdrijven zoals omschreven in het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie, mr. M.C. Fimerius, heeft de vordering tot verlenging van de tbs met twee jaar ingediend, onderbouwd door een advies van de tbs-instelling Fivoor, waarin wordt gesteld dat betrokkene lijdt aan schizofrenie en een autismespectrumstoornis. Tijdens de zitting is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.A. Aaldijk. De deskundige, een GZ-psycholoog, heeft ook verklaard dat betrokkene nog steeds risico's vertoont voor delictgedrag en dat zijn behandeling nog niet is afgerond. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en dat de huidige zorg en behandeling nog geruime tijd moeten doorgaan. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02/329685-21
beslissing van de meervoudige kamer van 5 juli 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
verblijvende te [FPC] te [plaats] .
[betrokkene] zal hierna worden aangeduid als betrokkene.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 17 mei 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van het derde kwartaal van 2023 tot en met het eerste kwartaal van 2024;
- het verlengingsadvies van Fivoor [FPC] (hierna: de tbs-instelling) van
2 mei 2024.

2.De procesgang

Bij beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 juni 2022 is betrokkene, wegens overtreding van artikelen 285, 302 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, ontslagen van alle rechtsvervolging en veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 15 juli 2022 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 5 juli 2024 is de officier van justitie, mr. M.C. Fimerius gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.A. Aaldijk, advocaat te ‘s-Gravenhage.
Voorts is als deskundige [naam] , GZ-psycholoog en regiebehandelaar bij de
tbs-instelling, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar en daartoe aangevoerd dat bij betrokkene sprake is van schizofrenie en een autismespectrumstoornis.
Betrokkene verblijft sinds 1 september 2023 binnen de tbs-instelling. De stoornissen van betrokkene houden verband met zijn indexdelict en zijn nog altijd actueel. Er is geen sprake van probleeminzicht en daarnaast beschikt betrokkene beperkt over copingvaardigheden. Hierdoor is het risico op delictgedrag nog aanwezig. Betrokkene is geïndiceerd voor anti psychotische medicatie, dit wordt momenteel verder geoptimaliseerd. Bij adequate instelling op de medicatie, in combinatie met een gestructureerde omgeving, nemen de risicofactoren af. In de komende periode moet blijken of betrokkene stabiel kan functioneren, zijn probleembesef en inzicht toenemen en zijn copingvaardigheden toenemen. Op basis hiervan wordt het risicomanagement verder bepaald, zijn traject concreter vorm gegeven en het benodigde beveiligingsniveau en uitstroomdoel bepaald.
Het risico op een terugval in gewelddadig gedrag is matig tot hoog bij het huidig niveau van zorg en toezicht. Bij volledig verval van zorg en toezicht is het risico op een terugval in gewelddadig gedrag hoog. Betrokkene geeft aan gemotiveerd te zijn voor bethandeling, maar is ambivalent in zijn motivatie voor medicatie. Zijn probleembesef en inzicht zijn beperkt. Hij is van mening dat de tbs-maatregel te zwaar is en erkent zijn diagnose schizofrenie niet. Verder wordt gezien dat betrokkene moeite heeft sociaal af te stemmen met de ander. Dit uit zich onder andere in het doen van grensoverschrijdende opmerkingen. Daarnaast laat betrokkene impulsief gedrag zien. De komende periode zal betrokkene starten met arbeidsblokken en zullen de eerste behandelingen starten. Het gehele traject van betrokkene zal nog langer dan twee jaar in beslag nemen.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog toegevoegd dat betrokkene onlangs is verhuisd naar behandelafdeling Opaal. Dat is een afdeling met patiënten met psychotische problematiek en/of adhd. Betrokkene stabiliseert geleidelijk op de medicatie die hij nu krijgt. Als hij gestabiliseerd is, zullen de therapieën starten. De aanhoudende ontregeling is afgenomen. De deskundige verwacht dat de stabilisatie zich verder doorzet met de huidige medicatie. De tbs-instelling blijft bij het advies dat een verlenging van de tbs met twee jaar nodig is, omdat verlenging met één jaar nog niet reëel is.

4.Het standpunt van de officier van justitie

Onder verwijzing naar het advies van de tbs-instelling en de toelichting van de deskundige ter zitting heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat en dat hij zich de afgelopen maanden stabiel voelt. Hij is sociaal en maakt vrienden. Aan die vrienden heeft hij veel. Ze praten over het leven en over hun delict. Betrokkene ziet in dat hij de fout in is gegaan.
Hij krijgt op dit moment drie keer per week therapie. Hij heeft al veel geleerd en goed inzicht gekregen in zijn psyche. Betrokkene is akkoord met verlenging van tbs met twee jaar, maar zou liever in vrijheid worden gesteld.
De verdediging heeft betoogd dat betrokkene graag zijn vrijheid terug wil, maar zich ook realiseert dat hij aan het begin van zijn behandeltraject staat en nog stappen moet maken. De verdediging benadrukt de positieve stappen die betrokkene heeft gezet en refereert zich verder aan het oordeel van de rechtbank.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één
maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De
officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Uit het advies van de tbs-instelling blijkt dat de huidige klinische zorg en ondersteuning nog geruime tijd gecontinueerd zullen moeten worden. Behandeling in een tbs-kader wordt nog zeker twee jaar nodig geacht. In een dergelijk geval is het uitgangspunt dat de tbs-maatregel verlengd wordt met twee jaar. Daar staat betrokkene zelf ook achter.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.H. Nomes, voorzitter, mr. H. Skalonjic en
mr. J.P.E. Mullers, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S. Kroes en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 juli 2024.
Mrs. Mullers en Kroes zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.