Op 5 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, die in 1993 is geboren en verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs op 15 juli 2022 is aangevangen, na een eerdere veroordeling voor misdrijven zoals omschreven in het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie, mr. M.C. Fimerius, heeft de vordering tot verlenging van de tbs met twee jaar ingediend, onderbouwd door een advies van de tbs-instelling Fivoor, waarin wordt gesteld dat betrokkene lijdt aan schizofrenie en een autismespectrumstoornis. Tijdens de zitting is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.A. Aaldijk. De deskundige, een GZ-psycholoog, heeft ook verklaard dat betrokkene nog steeds risico's vertoont voor delictgedrag en dat zijn behandeling nog niet is afgerond. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en dat de huidige zorg en behandeling nog geruime tijd moeten doorgaan. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd.