Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1994. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De tbs is op 1 augustus 2022 aangevangen na een veroordeling door het gerechtshof Den Bosch wegens overtredingen van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. Tijdens de zitting op 5 juli 2024 is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, en is er een deskundige gehoord die de behandeling van betrokkene heeft toegelicht. De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen, omdat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen en er nog geen stabiliteit in de behandeling is bereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering tijdig is ingediend en dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een kortere verlenging rechtvaardigen en heeft daarom de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd.