ECLI:NL:RBZWB:2024:4940

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 juli 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
02-800405-13
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege na advies van deskundigen en procesgang

Op 17 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1985, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De kliniek en externe deskundigen adviseerden een verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar, terwijl de verdediging slechts een verlenging van één jaar verzocht. De rechtbank oordeelde dat het traject van de betrokkene langer zal duren dan één jaar, gezien zijn huidige situatie en de noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding. De rechtbank baseerde haar beslissing op de adviezen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen, die wezen op een verhoogd recidiverisico en de noodzaak voor een gestructureerd resocialisatietraject. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. De rechtbank besloot de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, om zo de betrokkene de nodige duidelijkheid te geven over zijn behandeltraject en de stappen die nog genomen moeten worden voor een mogelijke resocialisatie. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800405-13
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 17 juli 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna FPC) [tbs-instelling] te [plaats] ,
hierna: ‘betrokkene’.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
  • de vordering van de officier van justitie van 17 mei 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: ‘tbs’) met twee jaar;
  • de aantekeningen over de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene tot en met 1 januari 2024;
  • het rapport van [tbs-instelling] (hierna: ‘de tbs-instelling’) van 29 april 2024, waarin het advies van de instelling is vermeld;
  • een advies van 4 mei 2024 van [GZ-psycholoog] ;
  • een advies van 30 maart 2024 van drs. [psychiater] , forensisch psychiater/ psychoanalyticus .

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch van 30 september 2014 is betrokkene veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek van voorarrest, een ontzegging van de rijbevoegdheid van 3 jaar en 6 maanden en tbs met verpleging van overheidswege, wegens overtreding van de artikelen 5 en 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Bij arrest van de Hoge Raad van 21 juni 2016 is de duur van de gevangenisstraf verminderd naar 11 maanden en 1 week. Voor het overige zijn de opgelegde straf en maatregel in stand gebleven. De rechtbank constateert dat het indexdelict een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 38e eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met verpleging van overheidswege is op 7 juli 2016 aangevangen en laatstelijk bij
beslissing van deze rechtbank van 28 juni 2022 met twee jaar verlengd.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 3 juli 2024 is de officier van justitie gehoord. Ook is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp.
Voorts is de deskundige [hoofd behandeling] , gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs met twee jaar te verlengen en heeft daartoe in het rapport het volgende aangevoerd.
Bij betrokkene is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische gedragskenmerken, kenmerken van psychopathie en verslavingsproblematiek (cocaïne, cannabis en alcohol). Daarnaast is er sprake van een laag begaafd intelligentieniveau wat als zwakbegaafdheid wordt geclassificeerd.
Op 2 maart 2022 is betrokkene binnen [tbs-instelling] overgeplaatst naar een afdeling die beter aansluit bij zijn verstandelijke vermogens. Betrokkene lijkt hier meer frequent en langer de samenwerking vast te kunnen houden. Vanaf november 2022 lukt het betrokkene iets meer om zichzelf te motiveren. Hij stopt met middelengebruik en de sterk dalende urinecontroles die volgen tonen dit ook aan. Betrokkene weet deze positieve impuls enige tijd vast te houden en vanaf februari 2023 wordt er een begeleid verlofkader gemachtigd. Hoewel betrokkene op meer vrijheden had gehoopt, is dit begeleid verlof een motiverende factor gebleken. In de periode die daarop volgt, heeft hij meer perspectief door zijn begeleid verlofkader en zit hij niet meer in de contramine. Zijn begeleide verloven lopen goed. Buiten de muren van de kliniek is betrokkene meer ontspannen en is het voor hem makkelijker om zich open op te stellen naar sociotherapie en de verbinding aan te gaan. Hij volgt de delictketengroep, heeft individuele gesprekken met een psycholoog en volgt zijn blokken. Zijn gezin is de grootste motivator voor hem om de draad weer op te pakken. Omdat betrokkene zich binnen zijn mogelijkheden goed inzette voor behandeling, inclusief zijn begeleide verloven, is besloten tot het aanvragen van onbegeleid verlof. Deze machtiging is afgeleverd in september 2023. Met enig vallen en opstaan bereikt betrokkene een aantal maanden na het binnenkomen van deze machtiging de stappen in zijn verlofplan die vereist zijn voor een overplaatsing naar de pre-resocialisatieafdeling van de kliniek en voldoet hij aan andere voorwaarden zoals abstinent zijn. Ten tijde van het opmaken van het rapport was betrokkene nog in afwachting van een plek op de pre-resocialisatieafdeling.
Hoe het verdere traject eruit zal komen te zien, zal besproken worden in de eerste behandelplanbespreking binnen de pre-resocialisatieafdeling. In de regel vindt deze drie maanden na opname aldaar plaats. Het uitstroomdoel zal afhangen van de ontwikkelingen in de komende periode. Op basis van de indruk die betrokkene wekt en de beschikbare dossierinformatie is de verwachting dat hij op termijn zelfstandig, bij zijn partner, kan gaan wonen, maar dan wel met blijvende ambulante begeleiding en behandeling die hem helpt om op pro sociale wijze te (blijven) functioneren binnen de maatschappij.
Op dit moment is er volgens de tbs-instelling nog steeds sprake van een verhoogd recidiverisico dat niet door voorwaarden vanuit een ander juridisch kader dan tbs met verpleging van overheidswege kan worden ingeperkt. Het beveiligingsniveau, de verblijfsintensiteit en daarmee de noodzaak tot het behoud van de huidige justitiële titel, dienen vooralsnog gehandhaafd te blijven teneinde te komen tot een resocialisatie. Bij betrokkene bestaat vanuit zijn problematiek momenteel nog een duidelijke indicatie voor niveau 4 c.q. plaatsing in een FPC. Betrokkene staat op het punt om invulling te geven aan zijn resocialisatietraject waarbij hij meer gericht is op het vormgeven van een leven buiten de muren. Een afwikkeling van de tbs-maatregel zal nog zeker twee jaar duren. In deze periode kan betrokkene laten zien dat hij zich toetsbaar kan opstellen en dat hij zich kan verhouden tot de gestelde voorwaarden wanneer de vrijheden toenemen.
Ter zitting heeft deskundige [hoofd behandeling] daaraan toegevoegd dat betrokkene inmiddels is verhuisd naar de portacabins op het terrein van de tbs-instelling. Daar vindt standaard binnen drie maanden na plaatsing een behandelplanbespreking plaats. Dat zal waarschijnlijk de afspraak zijn die betrokkene aanstaande september heeft staan. Bij die bespreking wordt een indicatie gegeven over het wel of niet aanvragen van transmuraal verlof en wordt besproken of er nog een behandelplan nodig is. Verwacht wordt dat betrokkene blijvend begeleiding nodig zal hebben in ambulante vorm. De deskundige gaat ervan uit dat voor betrokkene transmuraal verlof zal worden aangevraagd. Als dat het geval is, zal dat verzoek na de bespreking in september worden ingediend. Daarna moet het Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVT) de aanvraag goedkeuren. Dat duurt drie maanden. Als het transmuraal verlof wordt toegekend, zal het verlof gepraktiseerd worden en vervolgens geëvalueerd en getoetst. Als het verlof goed verloopt, zal worden bekeken of betrokkene vanuit de portacabins rechtstreeks bij zijn vrouw kan gaan wonen of dat er een tussenstap nodig is in de vorm van begeleid wonen. Voor dit hele traject is volgens de deskundige twee jaar nodig.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

[psychiater] heeft gerapporteerd dat er bij betrokkene sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken en zwakbegaafdheid, een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van verslavingsproblematiek (stoornis in het gebruik van cannabis, matig/hoog, in vroege remissie in een gereguleerde omgeving; stoornis in het gebruik van cocaïne en alcohol, licht, in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving).
Onder de huidige omstandigheden – verblijf in [tbs-instelling] met onbegeleid verlof – wordt de kans op een nieuw geweldsdelict als laag ingeschat. Als de tbs-maatregel met bevel tot verpleging van overheidswege nu zou worden opgeheven en betrokkene niet meer terug kan vallen op professionele behandeling en begeleiding, dan wordt de kans op een nieuw geweldsdelict op de korte termijn (minder dan zes maanden) als matig en op de (middel)lange termijn (tussen zes maanden en twee jaar en langer dan twee jaar) als matig tot hoog ingeschat. De verwachting is dan dat betrokkene niet in staat is om zich te handhaven in het dagelijkse leven, terugvalt in het overmatig gebruik van alcohol en drugs, in conflict komt met zijn omgeving en vanwege zijn krenkbaarheid en beperkte impulscontrole en agressieregulatie reactief agressief reageert dan wel agressie inzet vanuit zijn lacunaire gewetensfunctie. In beide gevallen zullen zijn beperkte cognitieve capaciteiten leiden tot minder overzicht in complexe situaties. Dit geldt zowel voor de situatie waarin hij thuis woont (met meer druk vanwege het gezin) als voor de situatie waarin hij alleen zou wonen (met meer druk op alleen/zelfstandig wonen).
Evenals in voorgaande kliniek is het van belang om de koers van een resocialisatietraject vast te houden. Hierbij is het wel van belang dat zo’n resocialisatietraject stapsgewijs blijft verlopen. Op dit moment is lastig in te schatten of de stap richting thuis haalbaar is en of dit niet te zwaar is voor betrokkene (gezien de druk vanuit het gezin) en begeleid zelfstandig wonen passender is (met druk op zijn zelfstandigheid). In beide gevallen kan een tussenstap via een forensisch psychiatrische afdeling een overweging zijn, afhankelijk van het functioneren van betrokkene in de portacabins.
Het is van belang dat betrokkene zich tijdens het verdere resocialisatietraject onthoudt van drugs en alcohol (met monitoring), dat hij daginvulling heeft en houdt, dat hij gemonitord wordt op signalen van spanning/angst/stress en irritatie/boosheid en dat het systeem – zowel zijn huidige partner als de familie – wordt betrokken bij het traject.
Het is te vroeg om het bevel tot verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. Gezien de nog te nemen stappen verdient het aanbeveling om eerst transmuraal verlof en proefverlof in te zetten voordat het bevel tot verpleging van overheidswege voorwaardelijk wordt beëindigd. Concreet betekent dit het advies om de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar.
[GZ-psycholoog] is het in grote lijnen met [psychiater] eens. In aanvulling daarop heeft [GZ-psycholoog] gerapporteerd dat ook bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging het recidiverisico verhoogd is. Betrokkene heeft nimmer zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij en heeft nog diverse vaardigheden te leren.
Het doel van het resocialisatietraject van betrokkene is om hem te laten integreren in het gezinsleven van zijn partner en kinderen. Een nauwe samenwerking met het gezin van betrokkene is noodzakelijk om dit te realiseren. Voor dit traject zal tijd en geduld nodig zijn, daar verwacht kan worden dat betrokkene bij tegenslagen terug zal vallen in middelengebruik en recalcitrant gedrag. Gelet daarop adviseert [GZ-psycholoog] ook om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. De officier van justitie heeft daarbij gewezen op de wettelijke criteria, waaraan is voldaan, en het nog door betrokkene te doorlopen traject.
De officier van justitie heeft opgemerkt dat hij ziet dat betrokkene de goede kant op gaat en dat de hereniging met zijn gezin belangrijk voor hem is. Daarnaast ziet de officier van justitie dat betrokkene door de tbs-instelling is teruggeplaatst vanuit zijn transmuraal verlof naar niveau 4 op basis van een strafrechtelijke verdenking die uiteindelijk niet substantieel is geworden. Dit alles kan echter niet resulteren in een verlenging van de tbs met één jaar, nu niet voorzienbaar is dat over een jaar al een voorwaardelijke beëindiging van de tbs zou kunnen volgen.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het hem in de portacabins beter bevalt dan op de afdeling. Hij heeft zijn eigen telefoon en zijn deur gaat niet op slot. Hij is buiten aan het werk, heeft boodschappenverlof en is in het weekend thuis. Aanstaande september staat een gesprek gepland met zijn hoofdbehandelaar en mentor. Als alles goed gaat, wordt dan transmuraal verlof aangevraagd.
Betrokkene vindt een verlenging van de tbs met verpleging zeker op zijn plaats, maar vindt een verlenging van twee jaar te lang, nu hij in zijn eindfase zit. Hij doet alles al buiten en heeft geen behandeling of therapie meer. Voor de afspraken die zijn gemaakt, is volgens betrokkene geen twee jaar meer nodig. Betrokkene heeft daarbij opgemerkt dat hij onterecht is teruggeplaatst vanuit zijn transmuraal verlof. Als hij niet was teruggeplaatst, had hij al thuis kunnen zitten bij zijn gezin. Daarmee heeft de tbs-instelling alles van hem afgepakt, terwijl hij voor dat transmuraal verlof heel hard heeft gewerkt. Het is voor betrokkene dan ook belangrijk dat afspraken die worden gemaakt ook worden nageleefd. Dat is echter regelmatig niet het geval. Betrokkene doet zijn best, maar heeft door het niet-naleven van afspraken door de tbs-instelling het gevoel dat hij wordt tegengewerkt.
De raadsman heeft verzocht de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen in plaats van met twee jaar. De belangrijkste reden daarvoor is dat de tbs van betrokkene over een jaar mogelijk voorwaardelijk kan worden beëindigd. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat het feit dat de maatregel inmiddels al een hele tijd duurt ook het gevolg is van omstandigheden die niet geheel aan betrokkene zijn toe te rekenen. Zo is gebleken dat bij het (strafrechtelijk) incident dat de aanleiding is geweest voor zijn terugplaatsing vanuit het transmuraal verlof, betrokkene uiteindelijk niet eens als verdachte is aangemerkt. Toen dit anderhalf jaar later naar voren werd gebracht tijdens een gesprek met zijn toenmalige behandelaar, zijn hem vervolgens toezeggingen gedaan en afspraken gemaakt die niet zijn nagekomen.
Mede met het transmuraal verlof in zicht, is het volgens de raadsman ook goed om van jaar tot jaar te kijken hoe het met betrokkene gaat. Gezien de voorgeschiedenis wil betrokkene graag meer zekerheid. Uit de stukken blijkt dat het recidiverisico beperkt is en betrokkene maakt duidelijk heel positieve stappen. Wat daar de consequenties van zijn is echter onduidelijk voor betrokkene. Aanstaande september wordt pas duidelijk welke kant het verdere traject van betrokkene op gaat. Het is belangrijk dat de tbs-instelling die urgentie blijft voelen en dat betrokkene op de eerste plaats komt. Een verlenging met één jaar zou betrokkene daarnaast een extra duwtje in de rug kunnen geven.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De rechtbank stelt vast dat er tot nu toe sprake is geweest van een roerig verloop van de tbs-maatregel van betrokkene. De rechtbank ziet ook dat dit niet alleen aan betrokkene is te wijten. Afspraken vanuit de tbs-instelling zijn namelijk niet altijd eenduidig naar betrokkene gecommuniceerd. Tijdens de zitting is gebleken dat betrokkene behoefte heeft aan duidelijkheid over zijn verdere behandelverloop bij de tbs-instelling. De rechtbank wil betrokkene met deze beslissing zo veel mogelijk duidelijkheid geven.
De rechtbank ziet dat betrokkene pas recent is overgeplaatst naar de portacabins. Aanstaande september volgt een bespreking over het al dan niet aanvragen van transmuraal verlof. De toetsing van zo’n aanvraag duurt drie maanden. Dit betekent dat het transmuraal verlof, als dat aanstaande september zou worden aangevraagd, op zijn vroegst ingaat in december 2024. Doorgaans moet er voor één jaar sprake zijn van transmuraal verlof, voordat er weer vervolgstappen worden genomen. Het transmuraal verlof wordt doorgaans na dat jaar beoordeeld en daarna volgt eventueel een aanvraag voor proefverlof. Pas na het proefverlof kan er een eventuele voorwaardelijke beëindiging volgen.
Dit traject duurt dus langer dan één jaar. Betrokkene zal niet over een jaar al op het punt staan dat zijn tbs-maatregel voorwaardelijk kan worden beëindigd. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene moet worden verlengd met twee jaar. Een verlenging met één jaar als motivatie voor betrokkene, zoals door de raadsman is verzocht, zal eerder onterechte verwachtingen scheppen en daardoor ook alleen maar meer onduidelijkheid opleveren.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat het de tbs-instelling vrij staat om, zodra de omstandigheden daartoe aanleiding geven, een voorwaardenrapport voor voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging bij de reclassering aan te vragen en het bijbehorende traject daartoe al in te zetten.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. V. Hartman, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.J.M. van de Vrede en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 juli 2024.
Mr. C.H.W.M. Sterk en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.