Op 17 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1985, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De kliniek en externe deskundigen adviseerden een verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar, terwijl de verdediging slechts een verlenging van één jaar verzocht. De rechtbank oordeelde dat het traject van de betrokkene langer zal duren dan één jaar, gezien zijn huidige situatie en de noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding. De rechtbank baseerde haar beslissing op de adviezen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen, die wezen op een verhoogd recidiverisico en de noodzaak voor een gestructureerd resocialisatietraject. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. De rechtbank besloot de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, om zo de betrokkene de nodige duidelijkheid te geven over zijn behandeltraject en de stappen die nog genomen moeten worden voor een mogelijke resocialisatie. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.