Op 17 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1953, die in 2010 werd veroordeeld voor verkrachting. De kliniek en externe deskundigen adviseerden een verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar, wat de verdediging ook steunde. De rechtbank oordeelde dat de tbs kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen dat eist en het recidivegevaar nog aanwezig is. De rechtbank constateerde dat aan deze voorwaarden werd voldaan, gezien de adviezen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen. De betrokkene vertoont een patroon van gewelddadig gedrag na relatiebreuken en heeft een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. De rechtbank benadrukte dat de betrokkene nog steeds onder een strak risicomanagement moet blijven, gezien het risico op terugval in delictgedrag. De beslissing om de tbs met twee jaar te verlengen werd genomen na een zorgvuldige afweging van de risico's en de voortgang van de betrokkene in de tbs-instelling.