ECLI:NL:RBZWB:2024:4937
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- R.B. Broeders
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor Bed en Breakfast
Op 17 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer BRE 24/5423. Verzoeker, een inwoner van een niet gespecificeerde plaats, heeft een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland heeft verleend aan zijn buurman voor het gebruik van een bijgebouw als Bed en Breakfast. De voorzieningenrechter heeft het verzoek zonder zitting beoordeeld, omdat het kennelijk ongegrond was. Dit is mogelijk gemaakt door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de omgevingsvergunning op 15 mei 2024 is verleend en dat verzoeker hiertegen bezwaar heeft gemaakt. Bij de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening heeft de voorzieningenrechter gekeken naar de vereisten van onverwijlde spoed en onomkeerbaarheid. In dit geval was er geen sprake van spoedeisend belang, omdat het gebruik van het bijgebouw al drie jaar zonder vergunning plaatsvond en verzoeker niet voldoende onderbouwd heeft dat hij hinder ondervindt van dit gebruik. De voorzieningenrechter concludeert dat het schorsen van de vergunning niet automatisch leidt tot beëindiging van het gebruik als Bed en Breakfast en dat er dus geen spoedeisend belang is.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.