ECLI:NL:RBZWB:2024:482

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
02/801464-06
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling met zorgmachtiging

Op 30 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 02/801464-06, waarin de officier van justitie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene heeft ingediend. De betrokkene, geboren in 1961, verblijft momenteel bij een zorginstelling en heeft eerder een gevangenisstraf van vijftien maanden ondergaan, gevolgd door tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de procesgang en de adviezen van de reclassering en externe gedragsdeskundigen in overweging genomen. De reclassering adviseerde om de tbs niet te verlengen, terwijl de psycholoog ook aangaf dat het recidivegevaar laag is zolang de betrokkene bij de zorginstelling verblijft en medicatie gebruikt. De officier van justitie stelde dat het recidiverisico onder de huidige omstandigheden aanvaardbaar laag is, maar dat bij het wegvallen van zorg het risico zou toenemen. De verdediging steunde het verzoek om de vordering tot verlenging van de tbs af te wijzen. De rechtbank oordeelde dat de tbs alleen kan worden verlengd als de veiligheid van anderen dat eist. Gezien de adviezen en de huidige situatie van de betrokkene, concludeerde de rechtbank dat de veiligheid niet langer eist dat de tbs wordt verlengd, en heeft in plaats daarvan een zorgmachtiging afgegeven. De vordering van de officier van justitie is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/801464-06
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 30 januari 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1961 te [geboorteplaats]
thans verblijvende bij [stichting] , [adres] [plaats]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 7 december 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met één jaar;
- het verlengingsadvies van Reclassering Nederland d.d. 23 november 2023;
- het advies van mw. drs. [naam 1] (GZ-psycholoog) d.d. 22 november 2023.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 17 januari 2008 is [betrokkene]
(hierna: betrokkene) wegens het meermalen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaar
ontuchtige handelingen plegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden met aftrek van het voorarrest en de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met verpleging van overheidswege is aangevangen op 1 februari 2008. Bij beslissing van 9 februari 2022 is de tbs voor twee jaar verlengd en is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. Behoudens verlenging eindigt de termijn van de tbs op 26 januari 2024.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 16 januari 2024 is officier van justitie mr. E. van Aalst gehoord. Tevens is [betrokkene] gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D. Marcus, advocaat te Goirle. Voorts is de deskundige [naam 2] , toezichthouder van de reclassering, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft geadviseerd de maatregel niet te verlengen. Na het tbs-kader is een aansluitende zorgmachtiging vanuit de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) geïndiceerd, omdat betrokkene zich overwaardig kan opstellen en onfeilbaar kan voelen. Betrokkene is dan vermijdend en van mening dat hij geen aansturing nodig heeft. Ook in situaties waarbij de begeleiding niet in de nabijheid is, kan hij ontredderd raken waardoor hij impulsief en onvoorspelbaar kan zijn. In deze situaties kunnen de risico's toenemen. Ondanks een goed plan van aanpak voor dit gedrag blijft het onzeker hoe betrokkene zich gaat opstellen als hij werkelijk geen tbs-kader meer heeft. Het is dan belangrijk dat de begeleiding een beroep kan doen op de ondersteuning van de [zorgorganisatie] .
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog toegevoegd dat zij heel tevreden is hoe het loopt en dat er voldoende vertrouwen is dat het goed zal blijven gaan.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

De psycholoog heeft in haar rapport geadviseerd de tbs niet te verlengen. Bij betrokkene is sprake van een licht verstandelijke beperking, van een pedofiele stoornis van het niet exclusieve type, aangetrokken tot jongens en van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Zolang betrokkene bij [stichting] verblijft en libidoremmende medicatie gebruikt, wordt het recidivegevaar ingeschat als laag, ook als het tbs-kader wordt beëindigd. Geadviseerd wordt om de mogelijkheid te onderzoeken tot het afgeven van een zorgmachtiging om de overgang naar de beleving alle vrijheden te hebben zo geleidelijk mogelijk aan te laten verlopen. Gebleken is dat betrokkene moeite heeft met overgangssituaties die bij hem kunnen leiden tot onvoorspelbaar en impulsief gedrag.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt dat formeel sprake is van een stoornis. Als alle zorg wegvalt wordt het recidiverisico hoger. Het recidiverisico is onder de huidige omstandigheden aanvaardbaar laag. Gelet daarop heeft de officier van justitie ter zitting de vordering aangepast in die zin dat de vordering tot verlenging moet worden afgewezen bij gelijktijdige afgifte van een zorgmachtiging. Indien er geen zorgmachtiging wordt verleend, dient de tbs met één jaar te worden verlengd.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij bij [stichting] op zijn plek zit. Hij wil graag dat de tbs wordt beëindigd maar vindt het belangrijk dat hij mensen heeft op wie hij kan terugvallen en aan wie hij hulp kan vragen. Hij heeft een stok achter de deur nodig, zodat hij niet de fout ingaat.
De verdediging heeft gelet op het standpunt van de officier van justitie en de adviezen van de reclassering en de psychiater verzocht om de vordering tot verlenging van de tbs af te wijzen.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dat eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een aanwezige ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Uit de adviezen volgt dat in beginsel is voldaan aan de voorwaarden voor het verlengen van de tbs. De stoornis bij betrokkene is nog aanwezig en wanneer het huidige kader wegvalt en het verblijf bij [stichting] niet wordt voorgezet, is het uit de stoornis voortvloeiende recidivegevaar hoog.
Betrokkene verblijft in het kader van de tbs inmiddels al enige tijd bij [stichting] . Hij krijgt daar de steun, zorg en structuur die hij nodig heeft. Dit alles kan [stichting] betrokkene ook blijven bieden als aan hem een zorgmachtiging wordt afgegeven. Met de deskundigen is de rechtbank van oordeel dat het recidivegevaar door middel van een zorgmachtiging voldoende kan worden ingeperkt.
Weliswaar heeft betrokkene aangegeven ook vrijwillig te willen verblijven in [stichting] , maar niet is uitgesloten dat hij dit standpunt onder invloed van zijn verstandelijke beperking en als gevolg van een beëindiging van de tbs onvoorspelbaar en impulsief gedrag op enig moment wijzigt, en voor die situatie is de zorgmachtiging met dwangkader aangewezen. De rechtbank stelt vast dat in deze zaak met een zorgmachtiging het resterende tbs-doel van inperking van het recidivegevaar bereikt kan worden, terwijl die machtiging een lichtere vorm van dwang inhoudt dan een verlenging van de tbs. De rechtbank heeft bij beslissing van heden met betrekking tot betrokkene een zorgmachtiging afgegeven.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, niet langer meer eist dat de
tbs-maatregel wordt verlengd nu aan betrokkene bij beslissing van heden een zorgmachtiging is afgegeven waardoor betrokkene onder dezelfde stabiele omstandigheden bij [stichting] kan verblijven.
De initiële vordering van de officier van justitie wordt dan ook afgewezen.

8.De beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie af.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.W.M. Speekenbrink, voorzitter,
mr. M.M. Veldhuizen en mr. J.C. Gillesse, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier
mr. A. van Krevel en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 januari 2024.
Mr. Gillesse is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.