ECLI:NL:RBZWB:2024:482
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling met zorgmachtiging
Op 30 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 02/801464-06, waarin de officier van justitie een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene heeft ingediend. De betrokkene, geboren in 1961, verblijft momenteel bij een zorginstelling en heeft eerder een gevangenisstraf van vijftien maanden ondergaan, gevolgd door tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de procesgang en de adviezen van de reclassering en externe gedragsdeskundigen in overweging genomen. De reclassering adviseerde om de tbs niet te verlengen, terwijl de psycholoog ook aangaf dat het recidivegevaar laag is zolang de betrokkene bij de zorginstelling verblijft en medicatie gebruikt. De officier van justitie stelde dat het recidiverisico onder de huidige omstandigheden aanvaardbaar laag is, maar dat bij het wegvallen van zorg het risico zou toenemen. De verdediging steunde het verzoek om de vordering tot verlenging van de tbs af te wijzen. De rechtbank oordeelde dat de tbs alleen kan worden verlengd als de veiligheid van anderen dat eist. Gezien de adviezen en de huidige situatie van de betrokkene, concludeerde de rechtbank dat de veiligheid niet langer eist dat de tbs wordt verlengd, en heeft in plaats daarvan een zorgmachtiging afgegeven. De vordering van de officier van justitie is afgewezen.