ECLI:NL:RBZWB:2024:480

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
AWB- 23_ 2967 en 23_3009 H
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van een eerdere uitspraak inzake bestuursrechtelijke bezwaren tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk

Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een herstelde uitspraak gedaan in de zaken met de nummers AWB-23_2967 en 23_3009 H. Deze uitspraak volgde op een eerdere uitspraak van 10 januari 2024, waarin een onjuistheid was geconstateerd in het dictum. De rechtbank had in die eerdere uitspraak de opdracht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk onjuist geformuleerd. In plaats van te vermelden dat het college 'binnen na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit moet nemen', had de rechtbank bedoeld te zeggen dat het college 'een nieuw besluit moet nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak'. De rechtbank oordeelde dat dit een kennelijke verschrijving was die eenvoudig hersteld kon worden.

In de herstelde uitspraak heeft de rechtbank de eerdere beslissing gecorrigeerd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de bezwaren, met inachtneming van de herstelde uitspraak. De rechtbank heeft verder bepaald dat de eerdere uitspraak voor het overige ongewijzigd blijft. Deze herstelde uitspraak is openbaar gemaakt op 25 januari 2024 en is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de Rechtspraak. De griffier was niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen, maar een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 23/2967 en BRE 23/3009

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 januari 2024 in de zaak tussen

1.
[bedrijf] B.V. en [eiser 1], te [plaats]
gemachtigde: mr. J.J.J. de Rooij,
2.
[eiser 2], te [plaats]
eisers,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk,verweerder.

Inleiding

Op 10 januari 2024 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaken.

Overwegingen

Gebleken is dat in het dictum van genoemde uitspraak een onjuistheid is vermeld.
Het betreft de opdracht aan het college om “binnen na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak”.
De rechtbank heeft daar bedoeld te vermelden:
“draagt het college op om een nieuw besluit te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak”.
De rechtbank is van oordeel dat hier sprake is van een kennelijke verschrijving die zich leent voor eenvoudig herstel.

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt de tussen partijen onder bovengenoemde zaaknummers gedane uitspraak van 10 januari 2024 aldus, dat het college wordt opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak;
- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, op 25 januari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
De griffier is niet in de gelegenheid
deze uitspraak te ondertekenen.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: