Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de producties 1 tot en met 11 van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 1 juli 2024 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waaraan de pleitnota van [gedaagde] is gehecht.
2.Het geschil
3.De beoordeling
In het verlengde daarvan heeft [gedaagde] onvoldoende onderbouwd dat zijn werk als “Internationaal Notaris” alleen is gericht op interne aangelegenheden. Ter zitting is door [gedaagde] verklaard dat de stukken die door hem als “Internationaal Notaris” zijn opgesteld en betrekking hebben op interne aangelegenheden in de Orde van Maerloo ook in sommige gevallen worden gedeeld met externen, zoals gemeentes of banken. Zo is de hiervoor genoemde verklaring van erfrecht met de Gemeente Tholen gedeeld om te onderbouwen wie bevoegd is te handelen ten aanzien van de onroerende zaken die in die verklaring van erfrecht worden genoemd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter betekent dit dat deze verklaring van erfrecht externe werking wordt toegeschreven en dus niet louter voor interne aangelegenheden wordt gebruikt. Dat [gedaagde] dit document alleen aan de Gemeente Tholen op haar verzoek heeft verstrekt, maakt dit niet anders. Het verweer van [gedaagde] dat hij als “Internationaal Notaris” alleen werkzaamheden verricht voor interne aangelegenheden in het kerkgenootschap, welke werkzaamheden derhalve alleen wordt geregeerd door het kerkelijke statuut waarnaar [gedaagde] verwijst, gaat tegen deze achtergrond niet op.